Basiskwalificatie onderwijs (BKO)

BKO

Ben jij docent met enige onderwijservaring en wil je jezelf verder professionaliseren? Dan biedt het BKO-programma deze mogelijkheid.

 

 

Wat is een BKO?

Ondanks dat de term ‘Basiskwalificatie Onderwijs’ het woord ‘basis’ bevat, is de BKO geen kwalificatie voor startende docenten in hun eerste onderwijsjaar. Daarvoor is de BKAW van TLC-FdR in het leven geroepen.  In de BKO wordt er namelijk vanuit gegaan dat je bepaalde basisvaardigheden al beheerst en daarop kunt voortbouwen. De BKO is een officieel erkend landelijk certificeringstraject waarbij het traject iedere docent de kans biedt om aan de hand van de meest recente onderwijskundige theorieën, hun onderwijs vorm te geven. Dit gebeurt op het gebied van 5 competenties

  1. Ontwerpen van onderwijs
  2. Uitvoeren van onderwijs
  3. Toetsen en beoordelen
  4. Begeleiden van studenten
  5. Evalueren van het eigen onderwijs

Aan het einde van het traject stel je een portfolio samen om aan te tonen dat je voldoet aan de criteria voor BKO-certificering. De BKO-commissie beoordeelt je portfolio. Kandidaten die het traject met een voldoende afsluiten, ontvangen een BKO-diploma.

Voor wie is de BKO?

Alle docenten met een vaste aanstelling dienen in ieder geval in het tweede jaar van hun aanstelling hun BKO te behalen. Ook docenten 4 moeten in staat worden gesteld om de BKO te kunnen behalen.

Wat is de tijdsinvestering?

80 uur  (24 uur contacttijd, 28 uur voorbereidingstijd, 20 uur samenstellen portfolio, 8 uur lesobservaties/intakegesprek/portfolio-assessment

Wat zijn de data?

Je kunt twee keer per academisch jaar aan het BKO-programma beginnen (ieder semester heeft een startmoment en eenmaal per jaar is het programma engelstalig.De doorlooptijd van het programma is ongeveer 10 maanden.Intakegesprekken vinden doorgaans plaats in september of januari. De sessies van het BKO-programma starten in oktober of februari.

De BKO bijeenkomsten:

Inhoudelijke opzet programma

Bijeenkomst 1: Introductie en constructive alignment – beoogde leerresultaten

We trappen de bijeenkomst af met de uitgangspunten van de FdR-onderwijsvisie als fundament voor didactische keuzes en de rol van docent. Daarnaast maak je kennis met constructive alignment dat hét uitgangspunt is voor goed onderwijs. Je leert over het nut van beoogde leerresultaten en in dat licht behandelen we de taxonomie van Bloom. Vervolgens ga je aan de slag met het formuleren van leerresultaten voor een eigen cursus of je reviewt bestaande. 

 Na de bijeenkomst ben je in staat om: 

  • het ontwerp van een cursus(onderdeel) af te stemmen op de visie van de FdR, het curriculum als geheel en gerelateerde opleidingsonderdelen;  
  • heldere leerresultaten te formuleren voor een cursus waarbij je rekening houdt met het niveau en de eindtermen van de opleiding. Daarbij beschouw je beoogde leeruitkomsten, werkvormen en toetsing in samenhang met elkaar (constructive alignment). 
Bijeenkomst 2: Constructive alignment – van ILO naar toetsing, toetsontwerp en -constructie

De volgende stap is de inrichting van de toetsing passend bij de leerresultaten en conform het FdR-toetskader. Tijdens deze bijeenkomst staan we stil bij stap 1 en 2 van de toetscyclus: het toetsontwerp (welke toetsvorm is passend om de beheersing van de leerresultaten te meten?) en de toetsconstructie. In die stap is aandacht voor het opstellen van een toetsmatrijs en het beoordelingsinstrument zoals een rubric, en de kwaliteitseisen aan toetsing. Je gaat aan de slag met het opstellen van een toetsmatrijs voor een eigen cursus of reviewt een bestaande. 

 Na deze bijeenkomst ben je in staat om: 

  • toetsvormen te kiezen die passen bij de beoogde leerresultaten van het onderwijs en de eindtermen van de opleiding en die tevens aansluiten bij het toetsbeleid van FdR en de relevante regelingen;  
  • toetsen en beoordelingsinstrumenten (of onderdelen daarvan) te ontwerpen die aansluiten bij het gewenste leerresultaat en voldoen aan de geldende kwaliteitscriteria. 
Bijeenkomst 3: Constructive alignment – leer- & onderwijsactiviteiten

In deze bijeenkomst staat het ontwerpen van uitdagende onderwijsactiviteiten volgens de uitgangspunten van de FdR-onderwijsvisie centraal. Wat zijn factoren die actief en diep leren bevorderen? Je gaat aan de slag met het (her)ontwerp van een eigen les(senserie) afgestemd op de leerresultaten en de toetsing. In dat (her)ontwerp verwerk je de kennis en inzichten die je tijdens de bijeenkomst opdoet over:  

  • experiential learning 
  • metacognitie en leerstrategieën 
  • blended learning 
  • community based learning 
  • activerende werkvormen. 

 Na de bijeenkomst ben je in staat om: 

  • een (blended) cursus te (her)ontwerpen, gericht op het creëren van een actief leerproces voor studenten, met gevarieerde, effectieve en activerende werkvormen, lesmateriaal, cursusmateriaal, ICT en multimedia;  
  • in het onderwijsontwerp rekening te houden met contextuele factoren zoals de voorkennis, achtergrond en motivatie van studenten. 
Bijeenkomst 4: Uitvoering van onderwijs (facultatief voor docenten met BKAW)

In deze bijeenkomst staat de uitvoering van het onderwijs aan groepen centraal. Aan de orde komen formatief handelen (technieken om het leren van studenten zichtbaar te maken), motiverend lesgeven, differentiëren, groepsdynamiek, en het creëren van een inclusieve leeromgeving. Je wordt gevraagd om van tevoren een vraagstuk aan te leveren uit je eigen onderwijsuitvoeringspraktijk. Op basis van deze bijeenkomst formuleer je een (aantal) voornemen(s) en/of actie(s) voor toekomstige colleges die ook onderwerp kunnen zijn in de lesobservatie die na deze bijeenkomst volgt. 

 Na de bijeenkomst ben je in staat om: 

  • de interactie binnen groepsprocessen te begeleiden en optimaliseren; 
  • tijdens het lesgeven regelmatig te evalueren of studenten de gewenste kennis, vaardigheden en attitudes ontwikkelen; 
  • in te spelen op (nul)situaties en interesses van studenten, rekening houdend met diversiteit, zodat een inclusief en sociaal veilig leerklimaat ontstaat;  
  • de kritische en onderzoekende houding van studenten en hun probleemoplossende vaardigheden te bevorderen. 
Bijeenkomst 5: Feedback en uitwisselen lesobservaties

In deze bijeenkomst staat het feedbackproces centraal; de kracht van feed up – feedback – feed forward. Welke feedback zet aan tot leren? Tijdens de uitwisseling van de lesobservaties oefen je met toepassing van feedbackregels. 

 Na de bijeenkomst ben je in staat om: 

  • constructieve feedback te formuleren over de inhoud en het proces van het werk van studenten die aanzet tot leren; 
  • op basis van de lesobservaties te reflecteren op je handelen als docent. Specifieke aandacht zal uitgaan naar elementen van activerend onderwijs en experiential learning en blended learning (indien mogelijk); 
  • je onderwijs te verbeteren op basis van feedback, evaluatiegegevens en je ervaring met lesgeven. 
Bijeenkomst 6: Begeleiding van studenten (facultatief voor docenten met BKAW)

In deze bijeenkomst gaat aandacht uit naar de rol van docent als begeleider van studenten. Verschillende begeleidings- en gesprekstechnieken komen aan de orde die de zelfregulatie van de student bevorderen. Daarnaast gaan we in gesprek over dilemma’s die bijvoorbeeld het spanningsveld raken tussen de rol van begeleider en beoordelaar. 

 Na de bijeenkomst ben je in staat om: 

  • verschillende begeleidingsstijlen te hanteren, afhankelijk van de behoefte van de student(en); 
  • studenten constructieve feedback te geven (op schrift) over de inhoud van en het proces dat ten grondslag ligt aan hun werk en die aanzet tot leren; 
  • de juiste balans te vinden tussen begeleiden en beoordelen; 
  • studenten adequaat door te verwijzen bij problemen of stagnatie. 
Bijeenkomst 7: Toetscyclus – afnemen, beoordelen, analyseren, rapporteren, evalueren

In deze bijeenkomst staat de competentie ’toetsen en beoordelen’ centraal. We behandelen belangrijke onderwerpen uit stap 3 t/m 7 van de toetscyclus: afnemen, nakijken en beoordelen, analyseren, rapporteren en evalueren. 

 Na de bijeenkomst ben je in staat om: 

  • efficiënt, effectief en betrouwbaar na te kijken en te beoordelen; 
  • toetsresultaten te analyseren; 
  • de kwaliteit van de toetsing te beoordelen en waar nodig bij te stellen. 
Bijeenkomst 8: Reflecteren op eigen ontwikkeling en portfolio

De laatste bijeenkomst staat in het teken van reflectie op je eigen ontwikkeling gedurende de afgelopen periode en voor de toekomst, na het behalen van je BKO. Je presenteert wat het BKO-traject je heeft gebracht en wat voor docent je wilt zijn; wat moet je (nog) verder ontwikkelen en wie of wat heb je daarvoor nodig? Daarnaast staat de sessie in het teken van het portfolio. Je kunt je laatste vragen stellen om tot een succesvolle afronding te komen. 

 Na de bijeenkomst ben je in staat om: 

  • te reflecteren op je handelen als docent in het onderwijs en je rol in het onderwijsteam; 
  • te reflecteren op je groei en ontwikkeling als docent op basis van feedback, evaluaties en resultaten.