4. Nakijken en beoordelen

toetscyclus
fraude
beoordelingsformulier
nakijken
rubrics
toetsing

Nakijken en beoordelen

Het nakijken en beoordelen van de gemaakte toetsen is de vierde stap van de toetscyclus. Je doet dit aan de hand van antwoordmodellen of beoordelingsinstrumenten die je, als het goed is, bij het construeren van de toets al gemaakt hebt. Zie ook construeren.

Antwoordmodel voor gesloten- en open vragen

Bij gesloten vragen is het antwoordmodel simpel: daar staat in wat de juiste antwoorden zijn en hoeveel punten er per goed antwoord te verdienen zijn. In dat geval kan er meestal ook met behulp van toetssoftware worden nagekeken.

Bij open vragen is het antwoordmodel uitgebreider, en neemt het de vorm van een correctievoorschrift, mede om verschillen tussen beoordelaars te beperken. Het helpt ook om bij de inzage aan studenten uit te leggen hoe het cijfer tot stand is gekomen. In het correctievoorschrift staan voorbeeldantwoorden, maar ook hoe de puntenverdeling per vraag werkt. Voor de beoordelaar moet duidelijk zijn hoe om te gaan met gedeeltelijk juiste antwoorden of antwoorden die niet in het antwoordmodel voorkomen. Het correctievoorschrift kan tijdens het nakijken nog worden aangepast als bijvoorbeeld blijkt dat een ander antwoord ook goed gerekend moet worden. Eerder nagekeken werk dient dan opnieuw te worden beoordeeld aan de hand van het aangepaste antwoordmodel. Achteraf moet een student op basis van het antwoordmodel inzicht kunnen krijgen in de beoordeling.

Beoordelingsinstrumenten voor vaardigheidstoetsen

Bij het beoordelen van vaardigheidstoetsen (verslag, presentatie) of projectwerk wordt geen antwoordmodel maar een beoordelingsinstrument gebruikt. Het is wenselijk om de criteria daarvan van tevoren aan studenten bekend te maken. Een beoordelingsinstrument kan verschillende vormen aannemen. Een minimaal model bevat de criteria en de schaal waarop beoordeeld gaat worden. Je kan hierbij ook aangeven hoe de verschillende criteria meewegen in het eindcijfer.

Rubric voor essays, papers en casusvragen

Bij het beoordelen van essays, papers en casusvragen kan gebruik gemaakt worden van een rubric. Een rubric is een tabel waarmee je beoordelingen objectief, consistent en transparant kan maken. Er zijn verschillende soorten rubrics. Bij een holistische rubric formuleer je per niveau (bijvoorbeeld goed, voldoende en onvoldoende) een beschrijving van het werk van de student. Bij een analytische rubric splits je de beoordeling op in een aantal criteria (zoals inhoud, structuur en taalgebruik), en formuleer je een beschrijving voor de verschillende tussenniveaus (bijvoorbeeld goed, voldoende en onvoldoende). Daarbij kun je aangeven hoeveel punten er per niveau te verdienen zijn. Dan is er nog een single-point rubric, waarbij je per criterium alleen het voldoendeniveau beschrijft. Links en rechts van deze kolom is ruimte om in te vullen op welke manier het werk van de student onder of boven dit niveau zit.

Bespreek de rubric van tevoren met alle beoordelaars om beoordelaarsverschillen te beperken. Je kan ook een zogenaamde ‘kalibreersessie’ houden waarin je een paar opdrachten samen beoordeelt met de rubric, om te zorgen dat deze op een consistente manier wordt ingevuld. Wil je meer lezen over rubrics? Op deze pagina vind je uitgebreide informatie, voorbeelden en tips voor het maken van een rubric.

Plagiaat en fraude

Plagiaat en fraude zijn een serieuze overtreding van de academische regels. Studenten kunnen hiervoor gestraft worden variërend van schorsing van de cursus tot -in extreme gevallen- schorsing van de opleiding. Maar niet in alle gevallen zijn studenten te kwader trouw. Ze moeten goed geïnstrueerd worden wat in het kader van het vak, de opdracht of de toets precies onder fraude en plagiaat verstaan wordt en waarom het zo belangrijk is je aan die regels te houden.

Docenten die plagiaat of fraude vermoeden moeten dit melden bij de examencommissie. Ga niet zelf improviseren. Alle studenten moeten immers gelijk behandeld worden. De examencommissie draagt zorg voor een eerlijke beoordeling en archivering van fraudegevallen. Raadpleeg de ‘Regeling Fraude en Plagiaat Studenten UvA‘ voor meer informatie

Tips voor efficiënt, effectief en betrouwbaar nakijken
  • Gebruik een rubric of beoordelingsinstrument en stem dit van tevoren af met de verschillende beoordelaars.
  • Kijk anoniem na (geen naam; alleen studentnummer).
  • Kijk na per vraag in plaats van per tentamen. Als er meerdere beoordelaars zijn, kun je de vragen onderling verdelen.
  • Wijzig af en toe de sequentie van de antwoordbladen tijdens het nakijken.
  • Als het om een eindtoets gaat, is uitgebreide feedback niet zinvol. Studenten hebben immers geen gelegenheid hiermee aan de slag te gaan. Cijfers zijn ook feedback.
  • Bepaal van tevoren de maximale tijd die je per vraag of tentamen aan het nakijken wil besteden. Houd je hieraan.
  • Stel nakijken niet uit en plan voldoende tijd, maar kijk niet te lang achter elkaar na. Nakijken is intensief en geconcentreerd werk. Neem regelmatig pauzes.
Tips voor efficiënt feedback geven
  • Bepaal hoeveel tijd je kunt besteden aan het nakijken van elk werkstuk en gebruik een timer.
  • Gebruik een rubric of checklist om studenten algemene feedback te geven.
  • Geef plenair feedback, bijvoorbeeld over veelgemaakte fouten.
  • Geef mondelinge in plaats van schriftelijke feedback. Je kunt gesproken feedback opnemen via Speedgrader in Canvas.
  • Maak een genummerde lijst aan met veelvoorkomende fouten en deel deze met studenten. Gebruik deze nummers in je feedback. Je kunt ook veelvoorkomende opmerkingen kopiëren en plakken.
  • Richt je op maximaal drie langere opmerkingen per student, en geef die aan het eind van het werkstuk. Als je veel meer feedback geeft in de tekst zelf, komt het meestal niet aan.
  • Lees eerst het gehele stuk door voordat je opmerkingen plaatst: hierdoor voorkom je dat je te veel op detailniveau kijkt en de kwaliteit van het werk als geheel uit het oog verliest.

Bij het onderwijsthema Feedback vind je basistheorie, praktische handvatten en timesavers over feedback. Je kunt ook onze e-learning over feedback volgen.

Veelgestelde vragen

Ik moet tentamens met open vragen nakijken. Kan ik het beste per tentamen of per vraag nakijken?

Het nakijken per vraag heeft als voordeel dat je makkelijker verschillende antwoorden met elkaar kunt vergelijken. Daardoor zie je ook sneller onvolkomenheden in het antwoordmodel. Soms zul je tijdens het nakijken iets milder of strenger over bepaalde gegeven antwoorden gaan oordelen. In dat geval is het goed om ook nog eens de eerst nagekeken antwoorden tegen het licht te houden en eventueel de beoordeling aan te passen.

In het geval van verschillende beoordelaars heeft het nakijken van een bepaalde vraag door één beoordelaar als voordeel dat een mogelijk beoordelaarsverschil dan geen invloed heeft op de uitslag van het totale tentamen van een individuele student. Immers, elke afzonderlijke vraag wordt maar door één beoordelaar nagekeken.

Een student die tijdens de cursus heel goed werk afleverde, heeft het tentamen niet zo goed gemaakt. Of: een student die tijdens de cursus weinig presteerde, heeft het tentamen heel goed gemaakt. Wat kan er aan de hand zijn?

Hier kunnen veel verschillende redenen voor zijn. Misschien is de ene student sterker in geschreven werk en minder goed in kennis reproduceren of minder bestand tegen tentamenstress. En misschien is de andere student sterker in kennis reproduceren of heeft deze voor het tentamen wél hard gewerkt. Het is belangrijk je bij de beoordeling niet door dit soort zaken te laten beïnvloeden. Daarom is het beter om bij het beoordelen niet te weten om welke student het gaat. Overweeg om anoniem na te kijken om dit soort problemen te voorkom. Gaat het om een vermoeden van fraude of plagiaat, schakel dan de examencommissie in (zie de fraude- en plagiaatregeling UvA).

Ik vermoed dat sommige studenten gefraudeerd hebben. Wat moet ik doen?

Wanneer er een vermoeden is van fraude en/of plagiaat deelt de examinator dit direct mee aan de student en tevens (schriftelijk) aan de examencommissie onder overlegging van de schriftelijke stukken en bevindingen (fraude- en plagiaatregeling UvA).

Een student heeft op een vraag een antwoord gegeven dat niet in overeenstemming is met het antwoordmodel, maar het wel een goed antwoord. Hoe moet ik hiermee om gaan?

In dat geval heeft de student wel een goed antwoord gegeven en moet je het antwoord dus goed rekenen. Pas dan ook het antwoordmodel aan en communiceer dit – indien van toepassing – met de andere beoordelaars. Het kan zijn dat het gegeven antwoord niet in de bestudeerde literatuur is genoemd. Maar als in de vraag niet expliciet om gegevens uit de bestudeerde literatuur wordt gevraagd, moet je in dit geval ook het antwoord goed rekenen. Heb je twijfels, dan kun je de student vragen het antwoord toe te lichten. (Hoe kom je aan dit antwoord? Kun je dit antwoord nog eens herhalen?)

Sommige studenten maken heel veel fouten in het Nederlands/Engels. Mag ik dat in mijn beoordeling mee laten wegen?

Dat kan alleen als taal in de rubric of het beoordelingsmodel is opgenomen. Met andere woorden: je kunt geen punten aftrekken voor taalfouten, als taal niet tot de leerdoelen en beoordelingscriteria van het vak behoort. Het kan natuurlijk wel zijn dat door het taalgebruik het antwoord niet duidelijk is. Dan kun je om die reden het antwoord (gedeeltelijk) fout rekenen. Het is belangrijk om dit soort zaken in je team te bespreken en samen één lijn te trekken.

De Toetscyclus

Ontwerpen Hoe kies ik een toetsvorm die mijn leerdoelen betrouwbaar meet?
Construeren Hoe maak ik goede vragen en opdrachten?
De vorige stap: Afnemen Waar moet ik bij het afnemen van de toets op letten?
Nakijken Hoe kijk ik zo efficiënt mogelijk na?
De volgende stap: Analyseren Hoe kan ik achteraf de kwaliteit van mijn toets beoordelen en verbeteren?
Rapporteren Waar moet ik op letten bij het bekendmaken van cijfers en het geven van feedback?
Evalueren Hoe kan ik mijn toetsing de volgende keer verbeteren?