Basiskwalificatie academisch werkgroeponderwijs (BKAW)

Ben je een startende docent? Dan is de basiskwalificatie academisch werkgroeponderwijs (BKAW) het professionaliseringsprogramma om te volgen.  Tijdens dit traject zal je de  basisvaardigheden aanleren voor het (vaardigheden)werkgroep-onderwijs; met name de competenties uitvoeren en evalueren van onderwijs en begeleiden van studenten staan hierin centraal. Ook piekdocenten en PHD’ers kunnen deelnemen aan dit programma; met name bijeenkomst 1 t/m 3 is dan relevant.

Wat is een BKAW?

Het BKAW-traject is erop gericht om startende (vaardigheden en werkgroeponderwijs) docenten didiactisch zo goed mogelijk te ondersteunden tijdens het eerste jaar. Door het volgen van dit traject bekwamen startende docenten zijn in het uitvoeren en evalueren van onderwijs en in de begeleiding van studenten. 

De inzet is om startende vaardighedendocenten en startende docenten-4 gezamenlijk dit programma te laten doorlopen. Daarnaast zijn bijeenkomst 1 en 2 van het programma bij uitstek geschikt voor piekdocenten om de benodigde basiskennis didactiek op te doen.

Voor wie is de BKAW?

Startende UvA-docenten van de faculteit der rechtsgeleerdheid (docenten-4, vaardigheden docenten en piekdocenten)

Wat is de tijdsinvestering?

55 uur  (30 uur contacttijd, 20 uur voorbereiding en 5 uur lesobservatie)

De BKAW-bijeenkomsten:

Inhoudelijke opzet programma

Bijeenkomst 1: Kick-off (2 dagdelen)

In deze startbijeenkomst staat naast kennismaking de ‘visie op onderwijs’ centraal en de rol die een docent daarin speelt. We laten de startende docenten reflecteren op wat een goede docent is en welke eigenschappen deze persoon bezit. Ook kijken we naar de verschillende rollen die een universiteit heeft. Daarnaast geven we de docenten in deze sessie een aantal handvatten ter voorbereiding op de eerste lessen. 

 Na de bijeenkomst ben je in staat om: 

  • zelf een aantal kennismakingswerkvormen uit te voeren in een klassensetting;  
  • jouw rol als docent te beschrijven binnen de organisatie en het team waarin je werkt; 
  • een persoonlijke kwalificatie te maken van een goede docent en wat dit betekent voor je eigen ontwikkelpunten; 
  • aan de hand van het format Onderwijsplan zelf een lesplan te ontwerpen en leeractiviteiten toe te voegen ter voorbereiding op de eerste lesperiode. 
Bijeenkomst 2: Activerend onderwijs (2 dagdelen)
  • In deze bijeenkomst staat activerend onderwijs centraal. Een van de hoofddoelen binnen de onderwijsvernieuwing is om meer gebruik te maken van modernere onderwijsmethoden zoals experiential en blended learning. In deze sessie zullen de docenten zelf verschillende activerende werkvormen gaan toepassen. Daarnaast behandelen we de UvA-ondersteunde tools en hoe je deze didactisch kan inzetten.

Na de bijeenkomst ben je in staat om: 

    • zelf een les uit te voeren waarin de principes van activerend onderwijs tot uiting komen; 
    • verschillende activerende werkvormen toe te passen in de eigen onderwijspraktijk; 
    • de uitgangspunten van ervaringsonderwijs toe te passen: in de eigen lespraktijk voor vaardighedendocenten en in contextrijke opdrachten voor reguliere docenten-4; 
    • UvA-ondersteunde tools in te zetten ter verrijking van het online en fysieke onderwijs. 
Bijeenkomst 3: Studentbegeleiding (2 dagdelen)

In deze bijeenkomst staat het begeleiden van individuele studenten centraal. Ook het mentoraat en bijbehorende verantwoordelijkheden komen aan bod. Verder gaan we deze dag aandacht besteden aan gesprekstechnieken (in één-op-ééncontact) en groepsdynamiek. Ook gaan we kijken welke methodes je als docent kunt gebruiken om de zelfregulatie van studenten te bevorderen. 

Na de bijeenkomst ben je in staat om: 

  • motiverende gesprekstechnieken toe te passen bij individuele studenten; 
  • groepsvorming te stimuleren om een veilige leeromgeving te creëren; 
  • begeleidingstechnieken toe te passen om de zelfregulatie van studenten te bevorderen; 
  • in te spelen op de (basis)situatie en interesses van studenten, rekening houdend met diversiteit, zodat een inclusief en sociaal veilig leerklimaat ontstaat. 
Bijeenkomst 4: Motivatie en uitwisselen lesobervaties (1 dagdeel)

In deze bijeenkomst staat het thema motivatie centraal. Welke motivatietheorieën zijn er en wat leren deze ons over hoe studenten gemotiveerd kunnen worden. Daarnaast reflecteren we op de uitgevoerde lesobservaties. We kijken welke (gespreks)technieken, gedrag en houding positieve invloed had op de motivatie van de studenten. Daarnaast focussen we op hoe activerend het onderwijs was: in hoeverre stond het leerproces van de student centraal (in plaats van het behandelrendement van docent) en we kijken of elementen van experiential learning en blended learning terugkwamen in de les.  

 Na de bijeenkomst ben je in staat om: 

  • aan de hand van verschillende motivatietheorieën zelf technieken toe te passen die de motivatie van studenten tracht te bevorderen; 
  • op basis van de lesobservaties te reflecteren op je handelen als docent.  
Bijeenkomst 5: Feedback & formatief handelen (1 dagdeel)

In deze bijeenkomst staan feedback en formatief handelen centraal. Feedback heeft een groot effect op het leerproces van studenten. Als studenten feedback ontvangen, zien zij waar ze staan in hun leerproces: wat ze al goed kunnen en waar ze nog aan moeten werken om uiteindelijk de leerdoelen te beheersen. Ook gaan we het hebben over formatief handelen, wat is dat precies en hoe kan je het implementeren in je onderwijs. 

 Na de bijeenkomst ben je in staat om:  

  • effectieve feedback te formuleren die bijdraagt aan het leerproces van de ontvanger; 
  • de principes van formatief handelen toe te passen in je eigen lespraktijk en daarmee het leerproces van studenten indien nodig bij te sturen en lessen op aan te passen.  
Bijeenkomst 6: Peerfeedback & summatief toetsen (1 dagdeel)

In deze sessie gaan we het hebben over peerfeedback en summatief toetsen. De feedbackfocus wordt verlegd naar student-student en we sluiten af met summatief toetsen. 

 Na de bijeenkomst ben je in staat om:  

  • efficiënt en effectief peerfeedback in te zetten in het onderwijs;  
  • het leerproces van de student en de rol van de docent bij peerfeedback te benoemen;  
  • de overeenkomsten en verschillen tussen formatieve feedback en een summatieve beoordeling te herkennen; 
  • te evalueren of de onderwijsactiviteiten en summatieve toetsing voldoende op elkaar aansluiten. 
Bijeenkomst 7: Intervisie en afsluiting (1 dagdeel)

De laatste bijeenkomst staat in het teken van reflectie op je eigen ontwikkeling gedurende de afgelopen periode en voor de toekomst, na het behalen van je BKAW. Je presenteert wat het BKAW-traject je heeft gebracht en wat voor docent je wilt zijn; wat moet je (nog) verder ontwikkelen en wie of wat heb je daarvoor nodig? 

 Na de bijeenkomst ben je in staat om: 

  • te reflecteren op je handelen als docent in het onderwijs en je rol in het onderwijsteam; 
  • te reflecteren op je groei en ontwikkeling als docent op basis van feedback, evaluaties en resultaten.