Hoe implementeer ik Blended Learning in mijn onderwijs?

Je kunt blended learning op verschillende niveaus benaderen. Je kunt klein beginnen, of je kunt jouw onderwijs volledig (her)inrichten.

Drie benaderingen

Alammary et al. (2014) formuleerden drie verschillende niveaus voor het vormgeven van blended learning. De niveaus beschrijven de impact van een blended learning (her)ontwerp op jou als docent.

1. Low-impact blend

Bij de low-impact blend voeg je een aantal extra activiteiten toe aan je huidige lesontwerp, bijvoorbeeld een online discussieforum of een inloopspreekuur voor het stellen van vragen. Het risico hiervan kan zijn dat de onderlinge componenten van je lesontwerp niet goed op elkaar zijn afgestemd, waardoor de nieuwe activiteiten niet goed aansluiten op de beoogde leerdoelen en/of toetsing. Aan de andere kant kan het leiden tot een rijkere leerervaring voor de studenten, zonder dat het jou als docent veel moeite kost.

Geschikt voor docenten met relatief weinig onderwijservaring.

Tips:

  • Zorg ervoor dat de nieuwe activiteit een probleem oplost of in een behoefte voorziet.
  • Doe het niet zonder aanleiding.
  • Begin met kleine aanpassingen en eenvoudige hulpmiddelen.
  • Stem je leeractiviteiten af op de beoogde leerdoelen en beoordeling.
  • Bespreek de aanpassingen binnen je team en vraag om feedback.
Voordelen

+ Het kost jou als docent weinig tijd.
+ Het kan snel leiden tot positieve effecten op het leren.

Nadelen

– De coherentie tussen activiteiten kan afnemen.
– De coherentie tussen leerdoelen, leeractiviteiten en beoordeling kan afnemen (constructieve afstemming).

2. Medium-impact blend

Bij de medium-impact blend vervang je enkele activiteiten in je huidige lesontwerp met nieuwe activiteiten. Denk aan het vervangen van een traditioneel fysiek hoorcollege door een kennisclip die studenten voorafgaand aan de les kunnen bekijken, zodat er tijdens de les meer tijd is voor interactie.

Geschikt voor docenten die al enige ervaring hebben met lesontwerp, maar nog niet hun hele onderwijsopzet willen veranderen.

Tips:

  • Begin niet te groot. Begin eventueel met de low-impact blend en ga van daaruit naar de medium-impact blend.
  • Verander je lesontwerp stap voor stap.
  • Bespreek je ideeën met collega’s en verzamel ‘best practices’. Je hoeft niet altijd het wiel opnieuw uit te vinden.
  • Maak gebruik van ondersteuningsteams, zoals onderwijs- en IT-deskundigen.
Voordelen

+ Het is relatief eenvoudig om mee te beginnen.
+ Het is een manier om je onderwijs geleidelijk te veranderen.
+ Het biedt veel ruimte voor experimenteren.

Nadelen

– Het kost meer tijd en moeite dan de low-impact blend.
– Er zijn geen kant-en-klare oplossingen, dus je zal soms tekortschieten.

3. High-impact blend

Bij de high-impact blend ga je je huidige vak volledig (her)ontwerpen, bijvoorbeeld door het flipped classroom model op je hele vak toe te passen. Tijdens het herontwerp ga je na welke onderwijsactiviteiten de beoogde leeruitkomsten het best ondersteunen en hoe je die onderwijsactiviteiten gaat vormgeven. Zo zorg je voor een goede afstemming tussen de beoogde leeruitkomsten, onderwijsactiviteiten en beoordeling (constructieve afstemming).

Geschikt voor docenten met ruime ervaring in lesontwerp en relatief veel onderwijskundige en technologische kennis.

Tips:

  • Doe het niet alleen. Betrek je collega’s en doe het als team.
  • Maak gebruik van ondersteuningsteams, zoals onderwijs- en IT-deskundigen.
  • Betrek studenten bij het nieuwe ontwerp.
  • Werk geledielijk naar een high-impact blend toe. Begin met verschillende low- en medium-impact blends.
  • Neem minstens zes maanden (liefst een jaar) de tijd voor het nieuwe ontwerp.
Voordelen

+ Het kan je onderwijs verrijken en mogelijke problemen oplossen.
+ Het leidt tot een goede afstemming tussen je beoogde leeruitkomsten, onderwijsactiviteiten en beoordeling (constructieve afstemming).
+ Het perspectief van de student staat centraal, waardoor je beter inspeelt op hun behoeftes.

Nadelen

– Het kost even veel tijd als het ontwerpen van een geheel nieuwe cursus.
– Je hebt veel educatieve en technologische kennis nodig.
– Er is een verhoogde kans op falen.

Bronnen

Alammary, A., Sheard, J., & Carbone, A. (2014). Blended learning in higher education: Three different design approaches. Australasian Journal of Educational Technology, 30(4). https://doi.org/10.14742/ajet.693

Last, B. (2022). Blended learning in de praktijk. Modellen, strategieën, voorbeelden en andere handvatten. Boom.