Maike Steen – Blended learning in het vak “Inleiding Strafrecht”

Het eerstejaars vak Inleiding strafrecht van de bachelor Rechtsgeleerdheid werd het eerste semester van het corona jaar 2020-2021 in blended vorm gegeven. Studenten van de opleiding beoordeelden dit vak als het beste digitale vak. Ze noemden als redenen: de goede structuur, de afwisseling in werkvormen en de duidelijke communicatie naar de studenten. Een goed doordacht cursusontwerp is bij online onderwijs extra belangrijk, omdat sociale signalen moeilijker te interpreteren zijn en de sociale normen die gelden in het traditionele klaslokaal niet zonder meer vertaald kunnen worden naar de online leeromgeving (Anderson et al., 2001). Uit onderzoek naar de ervaringen van docenten en studenten met online onderwijs aan de UvA tijdens de COVID-19 pandemie is gebleken dat duidelijke informatie over wat van studenten werd verwacht, waar de leermiddelen te vinden waren en welke deadlines golden, studenten hielp om hun leerproces beter te structureren en te plannen (Meij et al., 2021). Binnen zo’n structuur kunnen online en face-to-face leeractiviteiten worden afgewisseld; we spreken dan van blended onderwijs (Means et al., 2013).

Mr. Maike Steen: docent in de bachelor en master Rechtsgeleerdheid, Sectie Strafrecht (UvA), beleidstaken als diversity officer (UvA), en plaatsvervangend rechter (Rechtbank Noord Holland).

 

Meer informatie over Mr. Maike Steen

De blended learning vorm gaf de nieuwe lichting eerstejaars een goede start

Aanvankelijk zouden we helemaal online gaan, maar ik heb er echt voor gevochten om dit vak op een blended learning manier aan te kunnen bieden. De blended vorm was “luxe” en kostte extra middelen, mensen en tijd, maar ik heb toch groen licht gekregen, omdat iedereen inzag dat een goede start voor de nieuwe lichting eerstejaars essentieel was. Omdat we nog in de strikte 1,5 meter tijd zaten, kon blended learning alleen gerealiseerd worden als de werkgroepen gehalveerd werden in de week van fysiek onderwijs. Normaal gesproken zitten er 30 studenten in een werkgroep, nu nog maar 15.  Het betekende ook dat we het aantal docenten moesten verdubbelen. Het ging dus niet zomaar en deze situatie was uitzonderlijk vanwege Covid-19: het is heel luxe om aan 15 in plaats van 30 studenten aandacht te kunnen geven in een werkgroep. Die luxe speelde natuurlijk ook een rol in de kwaliteit en de beoordeling van het vak.

Veel voorbereiding om de docenten te ontzien

De blended vorm, aangepast aan Covid-19 maatregelen, heeft me heel veel voorbereiding gekost. Omdat het blending concept en de Covid-19 situatie al zoveel van docenten vroegen, wilde ik hen daarin ontzien en een gespreid bedje bieden, dus heb ik alles gedetailleerd voor ze uitgeschreven. De lessen waren voor de groep van 30 studenten verdeeld in de ene week op de campus met 15 studenten per les (die les werd dus twee keer gegeven), en de andere week met 30 studenten online in Zoom. Ik had twee soorten werkbladen gemaakt voor alle docenten. Eén voor het werken on campus en de ander voor de online lessen.

Werken in Zoom vraagt zo’n andere manier van voorbereiden: de indeling van je werkgroep, de instructie die je docenten geeft, welke informatie ze moeten geven aan studenten voordat die de breakout rooms in gaan. Soms moesten studenten van tevoren een opdracht doenwaar zet je die informatie dan neer? en dat soort dingen. Ik had alle Powerpoints, toelichtingen en de introducties gemaakt die docenten aan het begin van de lessen konden gebruiken. Ik had dus heel uitgebreide docentenreaders gemaakt, want zeker bij online onderwijs moet je nog meer nadenken over hoe je het organiseert. Dat wilde ik de docenten besparen en zo krijg je ook een meer uniforme aanpak en structuur als je met verschillende docenten werkt.

Ik heb een kortere vakantie genomen en ben heel vroeg begonnen om dit allemaal voor elkaar te krijgen, maar ik wilde dit perse doen voor de docenten én studenten. Veel van de eerstejaars hadden al een verprutst corona-eindexamenjaar achter de rug en ik wilde ze niet weer in joggingbroek alleen achter een scherm zetten; dat heeft niks met studeren te maken. Ik wilde ze dat community gevoel van studeren geven door ze toch naar de campus te halen en dat heeft heel goed gewerkt en heeft zijn vruchten afgeworpen. De studenten studeerden hard, het liep goed en we kregen goede evaluaties. Daar doe je het voor, dat geeft energie, je krijgt er veel voor terug.

Nieuwe werkvormen

We hebben 4 uur aan hoorcolleges vervangen door video’s en kennisclips over de te bestuderen stof en vaardigheden die ze zich eigen moesten maken. Omdat studenten recht hebben op een bepaald aantal contacturen met docenten, hebben we het responsiecollege ingevoerd. Dit extra responsiecollege was in feite een Q&Asessie met een hoogleraar die vragen van de studenten beantwoordde. De studenten konden hun vragen van tevoren online indienen en de hoogleraar bekeek deze vragen ook van tevoren. Tijdens de sessie konden studenten nog verder doorvragen.

Een andere extra werkvorm die we dit jaar hebben ingevoerd, waren ondersteunde zelfstudiegroepen. We kregen elk jaar best negatieve feedback op het studiemateriaal dat studenten middels zelfstudie eigen moesten maken. Dit keer hebben we ze voor het eerst daarin ondersteund en begeleid, door een batterij aan studentassistenten in te zetten die deze studiegroepen online begeleidden. Ik had ook een instructie-format voor de studentassistenten gemaakt. De studiegroep van 1 uur was echter niet verplicht, dus we zagen wel wat leegloop richting het einde van het blok, maar voor wie wel bleef tot het einde werkte het goed op deze manier.

Leerdoelen behalen en een zachte landing

De afwisseling tussen online en on campus lesgeven, het kunnen werken in een kleine en een grote groep en het aanbieden van verschillende online en offline leeractiviteiten werkten goed. Een groot voordeel is dat er hierdoor extra momenten waren om te checken of studenten “bij” zijn.  Je kunt in de fysieke les beter en persoonlijker zien wat er is blijven liggen tijdens de online les en die dingen dan oppakken. Als je met 15 studenten bent is iedereen aan boord en kun je niet wegduiken. In Zoom kun je letterlijk wegduiken door je camera uit te zetten. Ik moet zeggen dat de Zoom sessies wel steeds persoonlijker werden, omdat je elkaar in die kleine sessies on campus hebt leren kennen. De face-to-face werkgroepen hielpen studenten bovendien bij het ontwikkelen van een gevoel van ergens bij te horen.  

Door de duidelijke cursusstructuur wisten de studenten precies wat er van hen verwacht werd, waar zij informatie online konden vinden, welke lesstof ze moesten verwerken en welke leerdoelen zij moesten behalen per week. Zo konden zij zelf de regie nemen over hun leerproces, terwijl ze wel werden ondersteund om bij te blijven en studievaardigheden op te doen. Doordat de structuur zo duidelijk was, en leermiddelen binnen deze structuur goed gevonden konden worden, was dit vak een fijne studiestart voor studenten. Samen met de mogelijkheden voor face-to-face contact zorgde dit voor een zachte landing voor de eerstejaars

De afwisseling tussen online en on campus lesgeven, het kunnen werken in een kleine en een grote groep en het aanbieden van verschillende online en offline leeractiviteiten werkten goed. Een groot voordeel is dat er hierdoor extra momenten waren om te checken of studenten “bij” zijn.  Je kunt in de fysieke les beter en persoonlijker zien wat er is blijven liggen tijdens de online les en die dingen dan oppakken. Als je met 15 studenten bent is iedereen aan boord en kun je niet wegduiken. In Zoom kun je letterlijk wegduiken door je camera uit te zetten. Ik moet zeggen dat de Zoom sessies wel steeds persoonlijker werden, omdat je elkaar in die kleine sessies on campus hebt leren kennen. De face-to-face werkgroepen hielpen studenten bovendien bij het ontwikkelen van een gevoel van ergens bij te horen.  

Door de duidelijke cursusstructuur wisten de studenten precies wat er van hen verwacht werd, waar zij informatie online konden vinden, welke lesstof ze moesten verwerken en welke leerdoelen zij moesten behalen per week. Zo konden zij zelf de regie nemen over hun leerproces, terwijl ze wel werden ondersteund om bij te blijven en studievaardigheden op te doen. Doordat de structuur zo duidelijk was, en leermiddelen binnen deze structuur goed gevonden konden worden, was dit vak een fijne studiestart voor studenten. Samen met de mogelijkheden voor face-to-face contact zorgde dit voor een zachte landing voor de eerstejaars.

Tips van Maike: 

Ik zou willen adviseren goed na te denken over wat je wil bereiken en de werkvorm (online ofwel offline) aan te passen aan de leeractiviteit en de doelen. Dus bedenk van tevoren goed welke doelen online behaald kunnen worden en welke doelen beter op locatie gehaald konden worden. Als je wil dat studenten werken, dat er veel uitwisseling is en jij er bij kan zijn en bij kan sturen, dan zou ik niet voor een digitale variant kiezen, maar als dat minder belangrijk is en het bijvoorbeeld meer over overdracht gaat of  laagdrempelige uitwisseling, dan kan je wel digitaal gaan.

Het afwisselen van leeractiviteiten en het bieden van structuur zijn heel belangrijk, helemaal in digitaal onderwijs. We hebben beperkte middelen op de universiteit als je het vergelijkt met de Verenigde Staten waar bakken geld beschikbaar zijn, waardoor men veel docenten op kleine groepen kan inzetten, dus ga slim om met de middelen die je hebt. Zoals bijvoorbeeld de studiegroepen: zet een studentassistent in en je hebt weer iets nieuws om aan te bieden, een nieuwe mogelijkheid die er voor zorgt dat studenten elkaar kunnen ontmoeten en samen kunnen leren. Het is iets kleins, maar het is zo opgezet. Je hoeft het maar één keer voor te bereiden en daarna trek je het zo weer uit de kast. Je hoeft alleen maar iemand te hebben die het gaat doen.

De online studiegroep met studentassistenten werkte heel goed en dit gaan we zolang de middelen er zijn online aanbieden. Zeker omdat het vrijwillig is en maar een uur duurt, zodat studenten daar niet voor hoeven te reizen. Digitaal maakt het laagdrempeliger. Ook behouden we het werken met kennisclips over vaardigheden zoals ‘hoe lees je een arrest’, ‘hoe beantwoord je een casus’ en dat soort dingen, die studenten kunnen blijven herhalen wanneer zij daar behoefte aan hebben. Ook zaken als het nabespreken van tentamens en bezwaren gaan prima online. Ik zou ook aanraden om een gedetailleerd rooster uit te werken per werkgroep met daarin opgenomen de deadlines, wanneer je wat moet doen en vooral op de leerdoelen hameren. Online is het lastiger om na te gaan of de stof landt, daarom is het fijn dat studenten de middelen binnen een duidelijke structuur aangereikt krijgen die helpt om autonoom te studeren.

Ervaring van student

Student Ruben Peetam

BA Rechtsgeleerdheid, lid Facultaire studentenraad 2021-2022

Onder de indruk van de gedetailleerde vak structuur in de reader

Ik was enorm onder de indruk van de structuur en organisatie van dit vak. Het bevatte zowel digitaal als fysieke componenten, maar alles was dusdanig goed uitgeschreven dat er geen verwarring kon ontstaan. Door de goede communicatie naar de studenten in de reader, de duidelijke communicatie van wie-wat-waar-hoe wisten we precies wat we konden verwachten. Waar bij andere vakken regelmatig verwarring ontstond, was bij dit vak alles gedetailleerd uitgeschreven en volledig duidelijk wanneer je waar moest zijn, wat je moest doen en waar je de informatie kon vinden. Ik was ook onder de indruk van de keuze over wat digitaal en wat fysiek werd aangeboden; het was heel kloppend. De ene week had je fysieke werkgroep met de helft van de groep en de andere week zag je iedereen digitaal. De hoorcolleges bestonden deels uit opnames van vorig jaar en waren deels opnieuw ingesproken. Ook werd er gebruik gemaakt van kennisclips over vaardigheden en kregen we aanvullende informatie via de studiegroepen-sessies. Je kan de digitaal beschikbare informatie net zo lang tot je nemen tot het er in zit.

Als student wordt het je heel makkelijk gemaakt om mee te komen met zo’n duidelijke structuur en mogelijkheden om je kennis te checken

Het was afwisselend om met verschillende werkvormen te werken. Het werd allemaal heel makkelijk gemaakt, omdat Canvas per week was ingericht. Elke week werden er één of meerdere leerstukken behandeld. Je kon het hoorcollege bekijken en herbekijken, al dan niet verdeeld in clips, eventueel soms een casusclip, met praktijkvoorbeelden die je in je werkblad verder ging uitwerken met verwijzing naar literatuur die je dan zelf moest lezen. In het werkblad maakte je opgaven vooraf aan de werkgroep die je de dag voor de werkgroep digitaal moest inleveren. Je kreeg ook vaak een aantal multiple choice vragen om globaal te testen of je begrepen had waar de tekst over ging. Dat is echt een voordeel, dat deze structuur zoveel momenten creëert in de week waarin je jezelf kunt controleren of je op schema ligt.

Je kunt je kennis testen door middel van dat digitale werkboek met die vragenlijst op Canvas, je kunt vragen stellen in de werkgroep of het responsie-college, je kunt dingen overleggen met je medestudenten in de breakout rooms, je hebt de studiegroepen onder begeleiding van een student-assistent. Dat hele uitgebreide pakket dat wordt aangeboden maken het wel makkelijker om mee te komen. Je hebt alle kennis voor het oprapen, je kunt alles – kennisclips, casusclips, hoorcolleges –  digitaal bekijken en herbekijken wanneer je wilt. Heel fijn bij moeilijke leerstof dat je een clip opnieuw kunt bekijken of de video langzaam kunt afspelen. Ook al is de stof soms moeilijk, het is niet onmogelijk om weer bij te komen als je iets niet zou begrijpen. Er stond zoveel voor je klaar en als je dat volgt kun je bijblijven. Dat hele pakket maakt dat de wereld aan je voeten ligt en je moet het als student wel heel bont maken om niet mee te kunnen komen, zou ik zeggen.

Uitzien naar fysieke colleges

Zeker na een lockdown kijk je het meest uit naar de fysieke colleges. De ene week zie je elkaar op het beeldscherm en de week daarna zie je elkaar in het echt. Fysiek bij elkaar komen is dan zo zeldzaam dat je er echt iets van wilt maken en het niet in je hoofd haalt om onvoorbereid op de campus te verschijnen. Er is ook een regel vanaf jaar 1 dat, als je onvoorbereid komt in de werkgroep, het als afwezig telt. Het werd goed mogelijk gemaakt om bij te blijven vanwege de structuur, maar je blijft ook bij voor elkaar, voor de mede-studenten, voor de docenten. Na een raar examenjaar met thuiszitten vanwege de lockdown is het heel spannend om weer aan de slag te kunnen en je gaat ook graag aan de slag.

De structuur en communicatie van Inleiding Strafrecht heeft ook bijgedragen aan het behalen van mijn leerdoelen en aan mijn leerervaring in het algemeen

De vak-opzet van Inleiding Strafrecht heeft ons, “corona-studenten” een hele zachte landing gegeven op de universiteit. We kregen veel aangedragen, waardoor we na de middelbare school heel makkelijk de universitaire machine in zijn getrokken. Op de middelbare school is alles zo anders en het tempo gaat op de universiteit flink omhoog. Maar op een gegeven moment komt je eigen verantwoordelijkheid er bij kijken. Ik gebruik het weekschema uit dit college nu ook bij andere vakken, door het voor die vakken opnieuw in te vullen.  Ik pak vaak nog kennisclips van het 1e blok er bij. Die zachte landing heeft ons geleerd hoe je op de universiteit kunt leren, waardoor ik ook bij andere vakken de leerdoelen makkelijker behaal.  

Inleiding Strafrecht heeft studenten geleerd hoe je aan de universiteit moet werken en aangereikt hoe je makkelijker je leerdoelen behaalt. De eerste vakken leggen de basis in de opleiding. Het was heel fijn dat de leerdoelen steeds genoemd werden vooraf en bij het afsluiten: wat gaan we leren en wat hebben we geprobeerd je te leren. Je kunt dan steeds bij jezelf nagaan of het gelukt is. Als je jezelf dan niet herkent in de doelstelling weet je dat je een stapje terug moet. Deze check-up geeft de student controle over het eigen leerproces. Ik vind dat wel een aanrader, dan snap je waarvoor je komt en waar je bent.

Tips van Ruben

Ik vond het goed werken om, als je hoorcolleges uit vorige jaren gebruikt, sommige passages opnieuw in te laten spreken door de hoogleraar. Zo weet je zeker dat je met actuele informatie werkt. Ook is het opdelen van hoorcolleges in video’s en kennisclips in plaats van het integraal posten een goed idee, dat maakt het behapbaarder voor ons studenten. In Zoomlessen is meer afwisseling nodig. Een docent moet goed nadenken van tevoren hoe hij of zij informatie digitaal zo duidelijk mogelijk over kan brengen. De duidelijke opzet van dit vak was heel fijn. Ik ben er wel voor dat werkgroepen fysiek op locatie zijn, omdat de sociale functie van de colleges zo belangrijk is. We moeten niet vergeten dat voor veel studenten studeren het centrum van het leven is. Denk daarom ook bij online lessen na over een sociale component. 

Als je een heel blok lang alleen maar Zoomlessen hebt, dan zorgt dat tegen het eind van het blok voor een ontkoppeling en is er geen onderlinge interactie meer met studenten van achter dat scherm. Iedereen zit dan stiekem wat anders te doen. Wat Maike ook zei; het is goed om van tevoren na te denken en per activiteit te beslissen of iets beter online of fysiek kan worden gedaan. Zo’n responsiecollege, nabespreken of Q&A sessie kun je in de toekomst ook digitaal blijven doen. Ook de studiegroep, die niet verplicht is, zou ik digitaal blijven aanbieden. Dit is maar 1 uur per week en als deze groep niet digitaal werd aangeboden zou ik er niet elke week bij zijn, omdat ik niet in Amsterdam woon en anders drie uur met de trein heen en weer had moeten gaan. Ik zou het beste van de twee werelden willen behouden, het laagdrempelige van online voor korte contactmomenten, of niet verplichte momenten en de belangrijke, langere contactmomenten fysiek.  

Wees helder over de inrichting van je digitale onderwijs. Zet bijvoorbeeld niet alles op 20 plekken in canvas en maak een planning in canvas die per week is ingedeeld. Leg uit hoe de opzet is van het vak. Zorg ervoor dat het toegankelijk is. Bij veel studenten is er niet een volledige weerstand tegen digitaal onderwijs, zolang er een gezonde balans is tussen beide. Online mogelijkheden kunnen soms uitkomst bieden.

 

Reactie Maike:

Uit de evaluaties komt een diffuus beeld naar voren: er zijn studenten die integrale oude hoorcolleges het fijnst vinden en er zijn studenten die juist vragen om minder statische hoorcolleges. Studenten hebben dus verschillende behoeften, dus het blijft zoeken.

Meer lezen over blended learning

Doe nog meer onderwijskennis op over blended learning.

Klik hier voor meer informatie over het vak Inleiding in Recht.

Literatuur

Anderson, T., Rourke, L., Garrison, D. R., & Archer, W. (2001). Assessing teaching presence in a computer conferencing context. Journal of Asynchronous Learning Networks, 5(2). Retrieved from http://www.aln.org/publications/jaln/v5n2/v5n2_anderson.asp 

Means, B., Toyama, Y., Murphy, R., & Baki, M. (2013). The effectiveness of online and blended learning: A meta-analysis of the empirical literature. Teachers College Record, 115(3), 1–47. 

Meij, M., Pareja Roblin, N., Van Dorresteijn, C., Voogt, J., Cornelissen, F., Volman, M. (2021). Online Onderwijs op de UvA tijdens COVID-19: Didactische Strategieën om Sociale en Cognitieve Processen te Ondersteunen. Universiteit van Amsterdam 

Dit verhaal is onderdeel van een reeks inspirerende praktijkvoorbeelden van online onderwijs tijdens de COVID-19 pandemie, die naar voren zijn gekomen tijdens focusgroepgesprekken binnen het onderzoeksproject ‘Online en blended onderwijs aan de UvA’. Dit onderzoeksproject biedt inzicht in de ervaringen van docenten en studenten met online (aspecten van) onderwijs en de strategieën die docenten hebben ingezet om (online) leren te stimuleren. De verhalen en rapporten uit dit project zijn terug te vinden op de projectpagina.