Virtual Reality als middel om onderwijskwaliteit te verbeteren

inspiratie

Het 4D Research Lab (4DRL) gaat Virtual Reality (VR)-technologie inzetten om studenten kennis te laten maken met beperkt toegankelijke archeologische sites, laboratoria, museumopstellingen en historische plaatsen. Het project Virtual Past Places, Reinventing the Classroom (ViPP) heeft hiervoor via de SURF-stimuleringsregeling een subsidie van 165.000 euro gekregen. Het Lab gaat ook gebruikmaken van de voordelen die VR biedt in het aanbieden van leermaterialen.

Tijdens de coronapandemie is het 4D Research Lab gaan experimenteren met Mozilla Hubs: nieuwe software waarmee je vrij eenvoudig VR-omgevingen kunt inrichten en die bovendien laagdrempelig zijn zodat je er met de meeste computers vrij makkelijk bij kunt. In eerste instantie werd daarmee een virtuele en online toegang tot het zeventiende-eeuwse Amsterdamse Vlooienburg mogelijk gemaakt. Dat beviel zo goed dat er meer met de technologie werd geëxperimenteerd. Zo werd er voor de Week van de Klassieken bij het Allard Pierson een virtuele rondleiding door Troje georganiseerd, waarbij bezoekers op de site werden rondgeleid, waar her en der virtuele borden met informatie waren opgesteld.

Dit resulteerde via een grassroots-aanvraag uiteindelijk in de website www.virtualpastplaces.eu, in feite een virtuele campus voor de UvA. Op de site leiden tiles je naar virtuele opgravingen in Italië en Troje, en door reconstructies van Vlooienburg en een denkbeeldig Romeins straatje. Standaard kunnen er twee mensen tegelijk naar binnen, maar dit kan flexibel worden verruimd. In oktober 2021 is een onderwijspilot gedaan waarbij de website tijdelijk is opengezet voor dertig studenten, die in groepjes naar binnen gingen. ‘We wilden het echt als een serieuze onderwijscomponent implementeren in het vak What is Archaeology,’ vertelt Jitte Waagen, archeoloog en onderzoeker aan het 4D Research Lab. ‘De studenten werden virtueel naar de opgraving in Italië gestuurd waarover ze een aantal vragen moesten beantwoorden.’

Het project is niet alleen gericht op studenten van de ACASA-opleidingen, maar ook op die van andere bachelorstudenten geesteswetenschappen, met name (oude) geschiedenis en kunstgeschiedenis. Daarnaast behoren de docenten die aan de slag willen met VR tot de doelgroep.

 

VR heeft volgens Waagen twee meerwaarden. ‘Ten eerste is het onhaalbaar om studenten voor een introductievak helemaal naar Italië te laten gaan, en bovendien is zo’n opgraving vaak maar een paar weken per jaar toegankelijk. Met VR haal je de opgraving naar hier, en is die altijd beschikbaar. Daar komt bij dat VR op een aantal gebieden een stuk inzichtelijker is dan foto’s of plattegronden: schaal en ruimte zijn bijvoorbeeld beter in te schatten. Materialen zijn duidelijker en helderder, en alles is vanuit meerdere perspectieven te bekijken.’ De pilot werd een doorslaand succes. Waagen: ‘Studenten vonden het erg leuk en de opdrachten werden goed gemaakt. We realiseerden ons dat dit een grote potentie heeft.’

Er werd besloten op de call voor de stimuleringsregeling in te gaan met als doel VR-toepassingen te ontwikkelen voor de Faculteit der Geesteswetenschappen en ACASA, het centrum waarin de UvA samenwerkt met de VU op het gebied van archeologie, oudheidwetenschappen en klassieke talen. Het projectteam heeft zich ten doel gesteld vijf aantrekkelijke VR-componenten voor bestaande vakken te ontwikkelen. Mogelijkheden zijn om een VR te ontwikkelen voor het vak Giving the Unheard a Voice. Archaeology as a Multifocal Discipline, waarin studenten een museumopstelling kunnen maken op basis van zelfgekozen thematiek, met als leerdoel kennis en ervaring op te doen met museale presentatie, en (betwiste) perspectieven op het verleden. Of een uitbreiding van de VR-omgeving voor het vak What is Archaeology, waarin inzicht in de relatie tussen theorie, methodiek en praktijk kan worden bevorderd door bijvoorbeeld eerstejaarsstudenten samen met ouderejaarsstudenten een bezoek te laten brengen aan de virtuele opgraving en ervaringen te delen.

 

Het project is niet alleen gericht op studenten van de ACASA-opleidingen, maar ook op die van andere bachelorstudenten geesteswetenschappen, met name (oude) geschiedenis en kunstgeschiedenis. Daarnaast behoren de docenten die aan de slag willen met VR tot de doelgroep.