Handleiding formatief handelen

formatief toetsen

Evalueren om te leren

Formatief handelen is testen om te leren, terwijl summatieve toetsing testen van het leren inhoudt. Bij summatief toetsen geef je studenten een cijfer waarna het leren stopt, de student is vooral met het cijfer bezig. Formatief handelen geeft studenten en jou een beter zicht op het leerproces: hebben de studenten de leerdoelen bereikt? Daarbij levert het je uiteindelijk tijdswinst op; studenten die de leerdoelen hebben bereikt presteren beter op summatieve toetsen waardoor het nakijken sneller gaat. In deze handleiding wordt gesproken over formatief handelen in plaats van formatief toetsen omdat handelen veel verder gaat dan toetsen; je hoeft geen toets af te nemen om te onderzoeken waar de studenten zich bevinden in het leerproces.

Tijdens formatief handelen beantwoord je met de studenten steeds twee vragen:

  1. Waar staan we ten opzichte van het leerdoel?
  2. Wat moeten we nog doen om het leerdoel bereiken?

Het antwoord op deze vragen leidt tot handelen van de docent en de student. Wanneer je formatief handelen goed in je college organiseert zijn de studenten actief aan het leren: ze passen hun geleerde kennis toe en lossen problemen op. Voor de meest effectieve leerinspanning is de student zelf actief bezig, het zweet moet op de juiste rug parelen; die van de student en niet van de docent.

Dit artikel is geschreven in samenwerking met Marjolijn Feddema van het Vaksteunpunt VO-WO Nederlands. Wil je ook aan de slag met formatief handelen? In dit artikel vind je verschillende vormen van formatief handelen met passende voorbeelden ter inspiratie. Je kunt ons altijd mailen om eens hierover te brainstormen, we verzorgen ook graag cursussen over dit thema.

Op deze pagina:

1) Voorkennis activeren;
2) Tussentijds controleren op begrip en kennis;
3) Reflectie door student op leerproces.

“Formatief handelen heeft tot doel docenten te ondersteunen in het instructieproces en studenten te ondersteunen in hun leerproces door op een goede manier en tijdig te bepalen wat nodig is voor verder leren.”
– Dominique Sluijsmans

Klik hier voor meer bronnen over formatief handelen.

Veel van onderstaande werkvormen komen uit hoofdstuk 1 van Wijze lessen (Surma et al., 2019). Hierin vind je twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek die meteen toepasbaar zijn in jouw college. Dit boek is gratis legaal te downloaden of tegen betaling als gedrukte versie te bestellen. Zie: Home – Wijze lessen – Open Universiteit (ou.nl).

 

1) Voorkennis activeren

Wat je al weet, bepaalt wat en hoe snel je leert. Start elk college met een korte terugblik en zet actieve werkvormen in waarmee je de voorkennis die de student nodig heeft om de nieuwe leerstof te begrijpen weer opfrist. Nieuwe informatie wordt namelijk beter onthouden als deze verbonden is aan voorkennis.

Doelen:

  • Voorkennis van studenten in kaart brengen en daarop aansluiten.
  • Structuur aanbrengen in kennis van de studenten.
  • Misconcepties (foute voorkennis) opsporen en direct wegnemen.
  • Mogelijkheden tot differentiëren laten zien (studenten met veel voorkennis kunnen bijvoorbeeld een andere opdracht maken of opdrachten overslaan). Lees hier meer over differentiëren.

Voorbeelden

Grafische organizer

Bied een visueel overzicht van de leerstof aan en laat zo zien waar de nieuwe inhoud in het grotere geheel past. Bespreek waar de studenten zich bevinden in de stof en wat deze leerstof  verbindt met eerdere en toekomstige hoor- en werkcolleges.

Klik hier voor meer voorbeelden.

Startvragen
Schrijf of projecteer drie vragen op het bord. Als je de antwoorden wilt bewaren dan kun je ook een voting tool gebruiken. Laat studenten deze vragen beantwoorden bij binnenkomst. Bespreek daarna de vragen met de hele groep.

 

One sentence summary
Vraag de studenten de kern van de vorige lesstof in één zin samen te vatten. Je kunt enkele studenten vragen hun zin voor te lezen en detailvragen te stellen.

 

One minute paper
Laat iedere student op een uitgedeeld papier het volgende noteren:
– het belangrijkste dat tot dusver geleerd is,
– één vraag die het vorige college heeft opgeroepen.
Deze papieren kun je verzamelen en in de voorbereiding van het volgende college gebruiken. Je kunt het ook op een andere manieren terugkoppelen zoals via Canvas.

 

Zoek de fout
Toon de studenten een afbeelding, video of tekst met daarin één of meer ‘fouten’. Vraag studenten individueel of in kleinere groepen te achterhalen welke fout of welke fouten erin zitten. Bespreek de gevonden fouten plenair.

 

Retrieval grid (is ook interdisciplinair in te zetten)
Maak halverwege een cursus een retrieval grid. Op een retrieval grid staan belangrijke concepten en vaardigheden die studenten moeten kennen en beheersen. Dit helpt om informatie uit het korte- naar het langetermijngeheugen te verplaatsen. Gebruik concepten en vaardigheden van het vorige college, van het begin van de module en van een vorige module.
In het voorbeeld vind je een retrieval grid voor de module Leven met Robots (een samenwerking tussen de middelbare schoolvakken Nederlands en Natuurkunde).

 

Week geleden Maand geleden Blok 1 (langst geleden)
Noem twee stappen om informatie te ordenen in deelonderwerpen Noem twee kenmerken van een beschouwing Wat maakt een dialoog leuk om te lezen?
antwoord antwoord antwoord
Wat moet je doen als je bronteksten leest? Wat is een tegenargument? Leg uit wat het verschil is tussen een trilling en een golf
antwoord antwoord antwoord
Waarom moet SgrA* wel een zwart gat zijn? Benoem welk natuurkundig verschijnsel nodig is om iets in een cirkel te laten bewegen Benoem het verschil in golflengte tussen de grondtoon van een open-open en open-gesloten systeem.
antwoord antwoord antwoord

 

Tips

Studenten kunnen wegduiken als ze niet willen laten merken dat ze iets niet weten. Zorg ervoor dat iedereen meedoet. Dat kan bijvoorbeeld door:

  • Denken, delen uitwisselen

Stel een vraag over de stof. Laat iedere student individueel het antwoord op een blaadje noteren (geef een maximale nadenktijd, bijvoorbeeld 30 seconden). Daarna bespreken de studenten in duo’s hun antwoord, geven elkaar uitleg en vullen het antwoord aan. Laat enkele duo’s hun antwoord noemen en vul aan of stel detailvragen tot de voorkennis volledig is opgehaald.

  • Voting tool inzetten (Zoom/ Sendsteps)

Met een voting tool kun je gemakkelijk stimuleren dat iedere student deelneemt en bepaalde vragen beantwoordt.

 

 

2) Tussentijds controleren op begrip en kennis

Tussentijdse checks zijn heel nuttig wanneer je wilt controleren of studenten de stof begrijpen en kennen. Ze kosten weinig tijd en geven zowel de docent als student informatie over de voortgang ten opzichte van het leerdoel. Effectieve docenten controleren systematischer op het begrip van studenten.

Doelen:

  • Inzicht bieden in hoeverre de student zich de kennis en/of vaardigheden van het college heeft eigen gemaakt.
  • Inzicht krijgen in de voortgang van de studenten, zodat je weet wat de volgende stap in je college moet zijn.
  • Mogelijkheden tot differentiëren zichtbaar maken (studenten die de stof beheersen kunnen bijvoorbeeld een andere (moeilijkere) opdracht maken of opdrachten overslaan). Lees hier meer over differentiëren.

Voorbeelden

In één opslag controleren op begrip van je hele groep
Kies de tool uit waarmee je de studenten wilt bevragen: Canvas Quizzes, Zoom of een andere voting tool. Stel de studenten een vraag over de stof die je dit college of een vorig college besproken hebt. Bijvoorbeeld: noem de belangrijkste kenmerken van een gedicht, fragment, schrijver of stroming. Of vergelijk het werk van X en Y met elkaar: wat zijn de belangrijkste overeenkomsten en verschillen? Geef aan hoeveel minuten bedenktijd de studenten hebben om het antwoord te noteren. Zoek naar goede en fouten antwoorden, interessante alternatieven of veelvoorkomende fouten en misvattingen. Bespreek de antwoorden met de studenten, waardoor je hun begrip bestendigt, corrigeert of verdiept.

Klik hier voor meer voorbeelden.

In dialoog controleren op begrip
– Wijs na je uitleg een student aan en vraag ‘Sanne, wat heb je hiervan begrepen?’ Dit levert betere antwoorden op dan een vraag als ‘Heeft iedereen het begrepen?’ of ‘Sanne, begrijp je het?’ Laat een andere student het antwoord aanvullen indien nodig.
– Vraag door na een kort antwoord. Stel open vragen, zoals ‘Wat gebeurde er hierna?’, ‘Waarom zou Wittgenstein het hiermee oneens zijn?’, ‘Welk van deze kenmerken is het belangrijkst?’ Laat een andere student dezelfde vraag beantwoorden of een iets ingewikkeldere vraag en laat daar een andere student weer op reageren of vraag de student om het nog beter te beschrijven. Geef feedback waar nodig.

Wie schrijft, onthoudt!
– Noteer een vraag over de les op het bord of projecteer de vraag. Kies een vraag die zichtbaar moet maken dat de studenten het belangrijkste van de uitleg begrepen hebben. Geef elke student een kaartje, laat ze het antwoord daarop schrijven en verzamel de kaartjes. Bespreek een aantal antwoorden: ‘Welk antwoord is beter?’ ‘Wat is er fout in dit antwoord?’ ‘Waarom is dit een heel goed antwoord?’ ‘Waarom is dit een interessante invalshoek?’ Betrek de hele groep bij de dialoog door studenten aan te wijzen om op elkaar te reageren
Muddiest point. Laat studenten het onduidelijkste punt van het college noteren. Je kunt ervoor kiezen om al tijdens dit college iets met hun antwoorden te doen of er bij een volgend college op terug te komen.
– Laat de studenten de kern van de stof samenvatten in één zin. Je kunt ervoor kiezen om de antwoorden in de hele groep te bespreken of om studenten in groepjes de beste samenvatting te laten kiezen en delen met de rest van de groep.
One minute paper. Studenten noteren op een blad het belangrijkste dat tot dusver geleerd is en de vraag die deze les heeft opgeroepen.

Procescheck
Voordat studenten aan een complexe opdracht beginnen (essay, paper, onderzoek) beschrijven studenten hoe ze die taak gaan aanpakken. Laat studenten hun aanpak in groepen bespreken waarna ze de beste aanpakken, tips en adviezen met de hele groep kunnen delen.

 

3) Reflectie door student op leerproces

Het kost je veel tijd om het werk van studenten na te kijken en hen goede feedback te geven. Door de studenten opdrachten te geven om je feedback actief te gebruiken en hierop te reflecteren leren ze om zoveel mogelijk uit je feedback te halen.

Doelen:

  • Studenten kritischer en bewuster laten reflecteren op hun leerproces.
  • Studenten bewuster laten omgaan met de feedback die zij hebben ontvangen.

Voorbeelden

Bespreken van toetsen
Als je gebruik maakt van tussentijdse toetsen kun je veel leeropbrengst bereiken met het bespreken van deze toetsen. Enkele ideeën:

  • Laat studenten hun eigen fouten verbeteren voordat je hun de goede antwoorden geeft.
  • Laat studenten in tweetallen samenwerken om hun fouten zo te verbeteren dat zij een 10 zouden halen.
  • Bij open vragen kun je een paar vragen uit de toets selecteren die niet goed zijn gemaakt en uitleggen waarom weinig studenten hier alle punten voor hebben gekregen. Laat de studenten dan zelf de opdracht nogmaals maken met de algemene feedback die je hebt gegeven.
Klik hier voor meer voorbeelden.

Reflectie feedback op concept
Als je feedback geeft op de conceptversie van een opdracht kun je studenten leren hier op te reflecteren. Enkele ideeën:

  • Geef de studenten de opdracht om vooruit te kijken naar de eindversie van de opdracht. Op basis van de feedback op het concept, wat zouden zij dan voor de eindversie willen aanpassen of verwerken?
  • Laat de studenten de feedback die zij hebben ontvangen op een eerder essay nog eens goed bekijken. Laat hen een x aantal doelen formuleren en hen dit inleveren. Hier kun je dan kort op reflecteren als je de eindopdrachten van de studenten beoordeelt. Je kunt de studenten ook een korte alinea laten schrijven in hun eindversie waarin ze beschrijven hoe zij aan die doelen hebben gewerkt.
  • Als de opdrachten zeer groot zijn en het niet lukt om feedback op alle beoordelingscriteria in het concept te geven, kun je ook selectief feedback geven. Laat de studenten 2-3 criteria uit het beoordelingsformulier selecteren en geef enkel daar feedback op. Het is belangrijk om dit heel duidelijk te communiceren zodat de studenten niet denken dat de andere onderdelen ‘perfect’ zijn.

 

Reflecteren oefen essayvragen
Het maken van essayvragen is een vaardigheid waar veel studenten mee worstelen. Je kunt studenten hier mee laten oefenen.

  • Laat de studenten via Canvas voorafgaand aan het college een of meerdere antwoorden op essayvragen indienen. Selecteer enkele sterke en minder sterke antwoorden en anonimiseer deze. Verdeel de antwoorden over verschillende groepen in het werkcollege en laat de studenten deze aan de hand van een kleine rubric beoordelen en verbeteren.
  • Geef studenten de opdracht om zelf open vragen te maken op basis van de leerdoelen die in het vak centraal staan. Dit kunnen ze in tweetallen doen. Draai de vragen dan ‘door’ zodat ieder tweetal andere vragen maakt.