Academisch schrijven: het geven van effectieve feedback

Het geven van effectieve feedback

Feedback krijgen is voor studenten essentieel in hun leerproces: feedback geeft ze namelijk inzicht in de kloof tussen de geleverde prestatie en de verwachte prestatie. Ofwel waar zijn ze en waar moeten ze heen? Rijke feedback helpt de student die kloof te overbruggen, door niet alleen te wijzen op wat er nog nodig is om het doel te bereiken, maar ook op welke manier dat bereikt kan worden. Die feedback kan afkomstig zijn van de docent, maar ook van medestudenten (peerfeedback). 

Feedback van de docent: effectief en efficiënt
Wees effectief
Wees efficiënt
Peerfeedback

Feedback van de docent: effectief en efficiënt

Idealiter leidt feedback tot inzichten die de opdracht overstijgen: studenten leren dan iets wat hen ook in de toekomst, bij vervolgopdrachten, verder helpt. Dat lukt beter als er voldoende tijd is om uitgebreid feedback te geven, te ontvangen en te verwerken. En door terug te blikken op het proces en af te sluiten met positieve feedback waarbij stilgestaan wordt bij hetgeen er geleerd is. De praktijk is weerbarstiger: het beginniveau van studenten is niet altijd duidelijk, er is (te) weinig tijd en er is zelden een gelegenheid voor een terugblik. Hoe geef je dan als docent toch waardevolle feedback?

Wees je allereerst bewust van het belang van zinvolle feedback en besef dat feedback niet altijd vanzelf goed of waardevol is. Integendeel, feedback kan ook demotiverend of contraproductief werken, als

  • er te weinig of te willekeurig feedback wordt gegeven;
  • de feedback te laat komt;
  • de feedback niet aansluit bij het niveau van de student;
  • de doelen en criteria onduidelijk zijn;
  • er veel verbeteringen aangebracht worden in het werk van studenten;
  • als de feedback inhoudsloos is door losse flodders te gebruiken als ‘NEE!’, ‘?’, ‘klopt niet’ of ‘prima’.

Wees effectief

  • Zorg voor heldere leerlijnen, zodat het beginniveau duidelijk is en er verwezen kan worden naar eerdere leermomenten (en eventueel naar wat er nog komen gaat).
  • Stel duidelijke doelen en criteria op, zodat studenten weten wat er van hen verwacht wordt.
  • Wees duidelijk en probeer studenten te motiveren. Geef zo mogelijk aan wat iemand wel kan doen in plaats van steeds te benadrukken wat diegene niet moet doen.
  • Doseer je feedback: wil niet te veel in een keer.
  • Bespreek met studenten hoe zij de feedback moeten verwerken.

Geef waardevolle feedback door goed na te denken over de volgende vragen;

  • Op welke aspecten help je de student op weg?
  • In welke mate?
  • Op welk moment?
  • Op welke manier?

Houd daarbij in gedachten dat je studenten vooral verder helpt wanneer je uitlegt waarom iets nog niet voldoet en wanneer je suggesties voor verbeteringen doet. Alleen aangeven dat iets nog niet in orde is, te strepen of juist te corrigeren, heeft weinig effect. Probeer altijd een indicatie of correctie te geven met een toelichting of handvaten ter verbetering. Wijs de studenten zo mogelijk op de plaats waar ze meer informatie kunnen vinden. Geef frequent feedback en doe dat tijdig, dus op een moment dat de student er nog mee aan de slag kan en niet (uitsluitend) bij het becijferde eindproduct. Help studenten bij het omgaan met de feedback. Zorg er bijvoorbeeld voor dat zij die al tijdens de les lezen en gaan gebruiken. Of vraag om een reflectie op de feedback. Doseer je feedback en zorg voor opbouwende kritiek. Focus bij het geven van feedback op de verandering(en) die de grootste verbetering(en) opleveren en geef daarbij specifieke aanwijzingen wat de schrijver kan doen. Kies daarbij voor een positieve insteek: de student heeft er meer aan als duidelijk gemaakt wordt hoe hij zijn doel(en) wel kan bereiken, in plaats van steeds te moeten lezen wat er nog niet goed is.

Feedback kun je op vier niveaus richten: op de taak, het proces, op zelfregulatie of op de persoon. Het is zinvol om alle niveaus in je feedback te betrekken.

  1. Feedback op het taakniveau, zijn opmerkingen als Literatuurverwijzing is niet volgens de richtlijnen. Waarop is dit argument op gebaseerd? Let op werkwoordspelling.
  2. Feedback op het procesniveau kun je geven door vragen te stellen over de aanpak: Waarom heb je deze taak op deze wijze aangepakt?
  3. Je kunt studenten ook uitdagen om zelf na te denken over de verbeterpunten (= zelfregulatie). Wat vind je zelf de minder sterke punten van dit werkstuk en hoe kun je die verbeteren?
  4. Sommige opmerkingen hebben vooral betrekking op de persoon: Je bent zeer creatief, dat blijkt wel uit je gekozen voorbeelden.

Feedback op het proces (2) en hun eigen doen en laten (3) is effectief omdat deze het denkproces/leerproces ontwikkelt. Feedback op de taak (1) is alleen effectief als de student begrijpt waarom iets niet juist is uitgevoerd. De feedback moet dus gepaard gaan met een toelichting.

Kortom, wees

  • Begrijpelijk: formuleer je opmerkingen zo dat studenten ze begrijpen en je adviezen kunnen opvolgen. 
  • Selectief: beperk je tot de grootste verbeterpunten en koppel je feedback aan specifieke passages. 
  • Tijdig: geef de feedback op momenten dat studenten de feedback nog kunnen gebruiken. 
  • Motiverend: besteed ook aandacht aan de positieve elementen en vermijd een negatieve/bestraffende toon. 
  • Gefundeerd: verwijs naar de beoogde doelen en criteria en verwijs studenten naar eerder gegeven/bestudeerde uitleg. 
  • Taakoverstijgend: geef feedback op verschillende niveaus en niet alleen op de huidige taak, maar ook op die vaardigheden die studenten bij andere taken (en vakken) kunnen gebruiken.

Wees efficiënt

Het geven van rijke feedback is tijdrovend en tijd is schaars. Als docent zul je moeten zoeken naar manieren die het geven van feedback effectief maken: hoe zorg je ervoor dat je de studenten verder helpt, zonder dat het je te veel tijd kost? Hoe gedetailleerder je feedback wilt geven, hoe meer tijd je dat zal kosten. Vraag je af of een gedetailleerde toelichting altijd nodig is: bij een eindopdracht kun je wellicht volstaan met een toelichting op het cijfer (waarbij een rubric een handig hulpmiddel kan zijn). Als je studenten nog tips mee wilt geven voor toekomstige opdrachten, wijs ze dan op een probleem en de oplossing, zonder al te veel in detail te treden.

De meest arbeidsintensieve feedback blijft de formatieve feedback: de instructies en adviezen die studenten direct moeten toepassen. Juist dan is het zaak je niet in de details te verliezen en te kijken op welke manier(en) je effectiever te werk kunt gaan.

  • Niet elke investering is waardevol: studenten hebben meer baat bij gerichte feedback dan bij een overdaad aan feedback. Doseer en focus op ongeveer drie problemen. 
  • Lees de tekst eerst in het geheel en pik er dan de drie hoofdproblemen uit. Dat voorkomt dat je alles wat je tegenkomt van feedback gaat voorzien.  
  • Verlies je niet in details en selecteer (per opdracht) op welke onderdelen je feedback geeft en communiceer dat met je studenten. Je kunt niet alles in een keer bespreken, dus maak een keuze uit correctheid: (grammatica, spelling, interpunctie), technische verzorging, gebruik van bronnen, genreconventies, academische taalvaardigheid, structuur, argumentatie, creativiteit, zelfstandigheid, etc.  
  • Geef niet alles aan; wijs studenten op fouten en problemen, maar ook op de noodzaak de vergelijkbare kwesties zelf op te sporen en te verbeteren. Ga zo weinig mogelijk verbeteren: draag alleen een oplossing aan als je vermoedt dat studenten die oplossing niet zelf kunnen vinden. 
  • Kies in plaats van een verbetering voor een vraag, hint of beknopte suggestie. Zoals in deze voorbeelden: 
    • Probeer de samenhang tussen deze alinea’s te vergroten, zodat de lijn in je betoog duidelijker wordt.
    • Wees hier gedetailleerder zodat duidelijker wordt hoe X tot die conclusie is gekomen.
    • Let op de academische toon (Zie 7.3 uit KD&S)
  • Betrek studenten bij het feedbackproces; denk aan peerreview, zelfreflectie (laat bijvoorbeeld studenten aangeven op welk onderdeel ze in ieder geval feedback willen), feedback middels hulpprogramma’s (incl. AI), etc. Wijs studenten ook op de criteria waaraan ze moeten voldoen en de gebruikte beoordelingsformulieren/rubrics. 
  • Zorg (per opleiding) voor een systematische aanpak: gebruik (door de jaren heen) dezelfde codes, formulieren, boeken waarnaar verwezen kan worden, etc.  

Feedback kun je op verschillende manieren kenbaar maken. Je kunt je opmerkingen in het document plaatsen, gebruik maken van de functies in Word, Canvas Speedgrader,of FeedbackFruits gebruiken, eigen formulieren/rubrics ontwikkelen, etc. Het kan allemaal, maar kies het liefst een vorm die niet alleen een indicatie geeft, maar ruimte biedt voor een toelichting/handvaten ter verbetering.

  • Gebruik bijvoorbeeld formulieren die een overzicht bieden van criteria, na invullen direct duidelijk maken welke aspecten nog aandacht behoeven en die ruimte kennen voor adviezen en doorverwijzingen.
  • Rubrics kunnen een hulpmiddel zijn bij zowel de beoordeling als het geven van tussentijdse feedback. Je kunt een beoordelingsschaal (onvoldoende – voldoende – goed) gebruiken en daar een puntentelling aan koppelen, maar je kunt ook (alleen) gebruik maken van de ruimte voor opmerkingen. 
  • FeedbackFruits in Canvas biedt mogelijkheden om studenten te peer reviewen en studenten op de gekregen feedback te laten reflecteren. Je kunt criteria toevoegen en sjablonen gebruiken voor veelvoorkomende opdrachten. Het is ook geschikt om samenwerkingen te beoordelen.  

Voor welke manier je ook kiest, denk aan de volgende richtlijnen:

  • zorg voor ruimte voor een toelichting;
  • geef feedback op verschillende niveaus;
  • besteed ook aandacht aan positieve feedback;
  • geef de mogelijkheid de feedback te verwerken.

Peerfeedback

Studenten kunnen ook feedback geven op elkaars producten. Op die manier leren studenten samenwerken en dienen ze zich ook te verplaatsen in het perspectief van de lezer. Het krijgen van peerfeedback heeft meerwaarde t.o.v. de feedback van de docent. 

Ook bij peerfeedback is het belangrijk dat de criteria waaraan de opdracht moet voldoen helder zijn. Daarnaast moet duidelijk zijn waar de feedback aan moet voldoen zoals een oordeel met een onderbouwing en suggesties voor verbetering (eventueel met verwijzingen naar de lesstof). Zorg ervoor dat studenten op alle niveaus feedback geven: hoofdstructuur (onderzoeksvraag en deelvragen en de lijn die die deelvragen vormen), structuur per hoofdstuk/paragraaf, inhoud (relevantie en begrijpelijkheid van de informatie, informatiedichtheid, deugdelijkheid van de argumentatie etc.), en correctheid/technische verzorging.  

Het geven van feedback is een belangrijke academische vaardigheid die studenten wel moeten leren. Besteed als docent dus aandacht aan het proces, zorg voor een veilige omgeving en denk na over de indeling van de groepjes. Werk niet in tweetallen, maar in groepjes van drie (of 4) studenten, zodat elke tekst in ieder geval twee reviews krijgt. Bedenk of het geven van feedback anoniem gaat gebeuren of niet (kunnen studenten de feedback dan nabespreken?) en welk indelingsprincipe je hanteert (geen, op onderwerp, kunnen de beteren de zwakkeren helpen of willen/mogen vrienden bij elkaar, etc.). Een goede afsluiting van het proces is studenten de feedback met elkaar laten bespreken, waarbij van hen verwacht wordt dat ze op alle fronten kritisch en opbouwend zijn. 

Meer lezen over academisch schrijven?
  • De Jong, Joy en Jacqueline van Kruiningen (2021). Geef ze het nakijken. Over activerende feedback en schrijfbegeleiding. Boom.
  • Jungslager, Francisca en Wilma Maljaars (2023). Kritisch denken & schrijven. Van onderzoeksvraag naar wetenschappelijke tekst. Coutinho.
  • Koster, Monica en Meike Korpershoek (2021). Maak er geen punt van! Feedback geven op schrijfproducten. Coutinho.
  • Bekijk de andere artikelen over academisch schrijven:
Het schrijfproces
Taal en Stijl
Genres
Plagiaat, Citeren, Parafraseren
Het geven en ontvangen van feedback
Schrijfopdrachten en AI