TLC-Centraal
ACTAAcademisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam
EBEconomie & Bedrijfskunde
FdGFaculteit der Geneeskunde
FdRFaculteit der Rechtsgeleerdheid
FGwFaculteit der Geesteswetenschappen
FMGFaculteit der Maatschapij- en Gedragswetenschappen
FNWIFaculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
TLC-Centraal
ACTAAcademisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam
EBEconomie & Bedrijfskunde
FdGFaculteit der Geneeskunde
FdRFaculteit der Rechtsgeleerdheid
FGwFaculteit der Geesteswetenschappen
FMGFaculteit der Maatschapij- en Gedragswetenschappen
FNWIFaculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
Principal Educator Marij Hillen geeft, ontwikkelt en verbetert onderwijs en training in medische communicatie, zowel in de geneeskundeopleidingen (bachelor en master) als in de medisch-specialistische vervolgopleidingen. “Het grootste gedeelte van mijn tijd ben ik onderzoeker op het gebied van communicatie tussen artsen en patiënten. Hiernaast geef ik onderwijs, gericht op de communicatie tussen zorgverleners en patiënten. Sinds drie jaar ben ik Principal Educator, waardoor ik mijn onderzoek en het communicatieonderwijs steeds meer met elkaar in verbinding kan brengen.”
Dit is een publicatie van het Teaching & Learning Centre van de Faculteit der Geneeskunde UvA.
Auteur: Yvonne Garst.
“Vanuit de afdeling Medische Psychologie leveren we een belangrijke bijdrage aan communicatievaardigheden in de bachelor en master Geneeskunde; dit bestaat uit vaardighedenonderwijs in kleine groepen waarbij studenten heel praktische vaardigheden leren. Ze oefenen bijvoorbeeld hoe je een gesprek opent en een relatie opbouwt met de patiënt. En ze leren complexere vaardigheden, zoals het voeren van een slechtnieuwsgesprek of praten over de laatste levensfase. Dit vaardighedenonderwijs bestaat al lang en is in de opleiding van basisartsen verweven. Maar in de Medische Vervolgopleidingen (MVO) tot specialist kregen communicatievaardigheden nog weinig aandacht, uitzonderingen zoals de huisarts- en geriatrieopleiding daargelaten. Eén onderdeel van mijn PE–schap is dan ook de lijn communicatievaardigheden van de bachelor en de master door te trekken in de vervolgopleiding. Dit doen we door systematisch aanbod van trainingen op het gebied van gespreksvoering te creëren, samen met twee collega’s van de afdeling Medische Psychologie: Ellen Smets (hoogleraar medische communicatie) en Inge Henselmans (hoofd van de sectie onderwijs).”
“We stemmen de inhoud van deze trainingen af op de opleidingsplannen, die beschrijven wat de AIOS moeten kunnen als arts. We nemen ook maatschappelijk actuele thema’s mee in de ontwikkeling van trainingen. Zo is leefstijl iets dat voor vrijwel iedere arts een factor van belang is. Een ander voorbeeld is interculturele communicatie. Dat is iets waar alle artsen tijdens en na hun opleiding tot specialist mee te maken krijgen: hoe stem ik mijn communicatie af op patiënten met waarden, voorkeuren of gewoontes anders dan de mijne? We stemmen onze trainingen ook af op de specifieke behoeftes van de arts-assistenten zelf. Een vraag waar zij bijvoorbeeld vaak mee komen is hoe om te gaan met lastig en veeleisend gedrag. Tijdens onze trainingen bieden we handvatten en adviezen, maar deze zijn bijna nooit ‘one–size-fits-all‘. Er zijn wel kaders voor hoe je zo’n gesprek via bepaalde stappen kan aanpakken, en deze zijn op verschillende manieren toe te passen. Het grootste deel van de training zijn we daarom vooral met studenten of arts-assistenten aan het oefenen, en we evalueren gezamenlijk wat voor ze werkt en wat niet. Daarmee is het afgestemd op de situatie en de arts zelf.”
“We werken veel met acteurs, waarbij de arts-assistenten zelf casuïstiek aanleveren, met een situatie die ze lastig vinden. Aan de acteur geven ze aan hoe ze willen dat de “patiënt” zich gedraagt. Ook bieden we sessies met gespreksreflecties. Daarin werken we met opnames die arts-assistenten hebben gemaakt van hun gesprekken met patiënten, die we nabespreken. Ze kunnen ook daarbij datgene inbrengen waar ze zelf mee worstelen. We betrekken bij onze trainingssessies meestal clinici als medetrainers, zodat de casuïstiek en de oplossingen goed aansluiten op de praktijk.
Inmiddels hebben we standaard zes verschillende modules in het aanbod van het MVO-leerhuis kunnen opnemen, dus arts-assistenten van allerlei verschillende specialistische opleidingen kunnen daar gebruik van maken. We zijn heel blij dat dat nu kan.”
“Een andere pijler van mijn Principal Educator–project is om inzichten uit onderzoek over medische communicatie te vertalen naar onderwijs en training. Ik merkte dat uitkomsten van een onderzoek lang niet altijd hun weg vonden naar implementatie. Dan hebben we bijvoorbeeld bewijs gevonden dat een bepaalde training effectief is, maar houdt het daar op.
In de praktijk blijkt het lastig om uitkomsten en bevindingen toe te passen in trainingen, of is de financiering er niet meer. Het is een belangrijke motivator voor mij om die verbinding steeds weer te maken, zodat uitkomsten van onderzoeken geïmplementeerd worden in de trainingen.”
“Een leuk voorbeeld is een leerlijn die we de fellows op de verschillende intensive cares aanbieden. Deze is geheel voortgekomen uit een onderzoeksproject, de FamICom-studie. In dit project werden gesprekken opgenomen die zorgprofessionals voerden met familieleden van IC-patiënten. De analyses van die gesprekken leverden belangrijke inzichten op. Vervolgens hebben we een serie trainingen ontwikkeld, waarin we veel voorbeelden vanuit dat onderzoek konden verwerken. Die voorbeelden uit de gesprekken bieden aan deelnemende fellows behulpzame inzichten in de impact van hun communicatie met families. We merken dat deze training enorm gewaardeerd wordt door deelnemers, het geeft ze nieuwe handvatten. Een mooie samensmelting van onderzoek en opleiden!
Bekijk ook de Principal Educator-profielpagina van Marij Hillen voor meer informatie over haar PE-schap.

