Grassroots Beurs: De Creatieve Stad Amsterdam op de kaart gezet

Grassrootsbeurs

Grassrootsproject Paul Dijstelberge:

Creatieve Stad Amsterdam (1520-1800) op de (digitale) kaart gezet.

Universitair Docent Boekwetenschap en conservator Paul Dijstelberge heeft met behulp van een Grassrootsbeurs, samen met zijn studenten en een ict informaticus, in een jaar tijd de Creatieve Stad Amsterdam (1520-1800) op de (digitale) kaart gezet. De Creatieve Stad Amsterdam is een sprekend project waarin de wereld van het boek, van drukkers en van uitgevers gekoppeld is aan blogteksten. De teksten bevatten ook afbeeldingen van onder andere de stad zelf, buitenplaatsen van Amsterdammers en kunst, en zijn voorzien van metadata, geografische referenties én van een tijdbalk, waarmee je door de tijd kan schuiven en zien wat er verandert.

Creatieve Stad Amsterdam (1520-1800) tastbaar en levend

“Het idee voor dit project ontstond eigenlijk al lang geleden toen ik meewerkte aan de beeldredactie voor een tentoonstelling in het Allard Pierson Museum en een bijbehorend boek, een reisgids, over Amsterdam in de 17e eeuw door Emma Los en Maarten Hell. Deze reisgids, ‘Amsterdam voor vijf duiten per dag’, sprak erg tot de verbeelding, met gedetailleerde, originele informatie en beeldmateriaal over hotspots en places-to-be zoals in een Lonely Planet, maar dan voor het Amsterdam uit die tijd. Het leek me leuk om iets dergelijks te maken over het boekdrukwezen in Amsterdam in de 17e eeuw, toen het een bruisende wereldboekenstad was.”

“Dit onderwerp werd gaandeweg uitgebreid en verbreed naar bijna drie eeuwen creatieve stad Amsterdam, omdat de creatieve sector toen van economisch en mondiaal belang was. Ik heb gekozen voor een digitale plattegrond van Amsterdam om dit zichtbaar en levend te maken voor iedereen en niet alleen voor de “incrowd” die de weg wel kent naar de archieven. In zekere zin wordt het ook tastbaar omdat je middels de kaart ziet waar iets heeft plaatsgevonden – locaties in Amsterdam die vaak nog bestaan en die veel mensen nu nog kennen.”

“Elke aanklikbare marker op de digitale kaart is gekoppeld aan een soort Wikipedia pagina waar een kort en bondig informatie overzicht te vinden is over de boekhandelaar, drukker of uitgever die daar was gevestigd. Die Wikipedia pagina wordt dan weer gekoppeld aan blogteksten op de webpagina van een digitaal museum waar we dieper en gedetailleerd in gaan op de onderwerpen en deze aanvullen met beeldmateriaal. De drie sites zijn met elkaar verbonden, zodat een verandering in de één ook automatisch in de andere wordt aangepast. We hebben ruim 2500 markers en 100 teksten inmiddels. Het plaatsen van de markers gaat sneller dan het schrijven.”

Samenwerking met studenten

Deze drie samenhangende digitale locaties bestaan uit wetenschappelijk werk van Dijstelberge zelf en van zijn studenten. Zo geeft hij studenten de kans om tijdens hun studie werk- en onderzoekservaring op te doen, wat Dijstelberge enorm belangrijk vindt.  “Dit project betekent voor hen ook een zichtbare cv opbouwen. Ze hebben iets tastbaars om te laten zien aan toekomstige werkgevers, maar ook aan trotse familieleden en vrienden, wat een extra stimulans is om aan het project mee te werken.”

 

Ik laat ze het liefst iets schrijven over een onderwerp dat hun interesse heeft. Zo heeft de dochter van een restauranthouder bijvoorbeeld iets geschreven over de kunst van het snijden van gebraad, een feestelijke maaltijd in die tijd, waarvoor speciale handleidingen bestonden. Ik hoop studenten op deze manier ook te inspireren om op een toegankelijke, pakkende manier over iets wetenschappelijks te schrijven. Ik denk dat dit platform een belangrijk instrument gaat worden voor onderzoek naar de ‘creatieve stad’ Amsterdam in de vroegmoderne tijd. Zo werken studenten mee aan een project dat in de loop der jaren verder kan uitgroeien tot een uniek onderzoeksinstrument en wat nu al een succes is.”

Oneindig project

“Deze digitale kaart is een levend iets, dat constant gevoed wordt met nieuwe informatie. Toen ik het project via twitter in de wereld heb gezet kreeg die tweet 120.000 views op de eerste dag. Ik krijg veel reacties wereldwijd ook van independent scholars, externe onderzoekers en boekverzamelaars. Sommigen willen graag een bijdrage leveren, wat inmiddels ook gebeurt, waarmee het project breder dan de universiteit is geworden. Ik beheer de kaart, doe de redactie en geef feedback aan de inzenders. Als ze iets aanleveren wat bij kan dragen wordt het op de kaart geplaatst. Het is heel laagdrempelig eigenlijk, ook qua technische kennis die mensen moeten hebben om iets te publiceren. Ze hoeven het alleen als een Word-document aan te leveren. Het unieke is dat de kaart automatisch wordt gevuld vanuit een spreadsheet en dus niet handmatig hoeft te worden aangevuld en veranderd. Het is best wat werk voor mij, maar ik vind het leuk en de moeite waard.”

Grassrootsbeurs

Paul Dijstelberge meldde zich aan voor de Grassrootsbeurs tijdens het begin van de Corona -crisis en voltooide het project in een jaar, bijna volledig via online contactmomenten. “Initiatieven als Grassroots vind ik belangrijk en ik ben erg blij dat die mogelijkheid bestaat, omdat ze je uitnodigen om je buiten de gebaande paden te begeven en te experimenteren met leuke en innovatieve projecten, terwijl werken met systemen als Canvas er mijns inziens toe leiden dat je als docent steeds meer op die veilige paadjes blijft.”

Van de Grassrootsbeurs betaalde Dijstelberge de programmeur die zijn idee digitaal heeft vorm gegeven. “Deze informaticus is een oud-student van mij. Het voordeel is dat hij én boekwetenschapper is én een briljante programmeur. Hij heeft het idee wat in mijn hoofd zat mogelijk gemaakt en zelfs beter gemaakt dan ik had kunnen bedenken. Toen hij de kaart gebouwd had kon ik zelfstandig samen met de studenten het online platform gaan invullen en het voordeel is dat het programma niet echt technische onderhoud nodig heeft. Voor het digitale museum zijn nu ongeveer zestig teksten/ blogs gepubliceerd.”

“Ik heb momenteel nog zo’n vijftig teksten in de wachtkamer die ik moet redigeren en publiceren. De onderwerpen zijn divers en variëren bijvoorbeeld van astronomie en natuurkunde  tot aan sociologie – een vak dat toen natuurlijk nog niet bestond als vakgebied– en niet te vergeten letterkunde en beeldende kunst. Zodra er honderd zijn gepubliceerd, gaan we het universiteitsbreed presenteren door middel van digitale affiches en QR codes. Ik wil het liefst wachten met die presentatie tot de Corona-crisis achter ons ligt en het onderwijs en onderzoek weer gewoon op de UvA plaatsvinden, voor mij is dat op mijn werkplek in het Allard Pierson. Ik hoop dat het in september van dit jaar allemaal weer kan, maar het programma is nu al te bekijken en te gebruiken.”