Teacher Story: Anje te Velde

Onderzoeker én docent

Anje is, na haar promotie aan het Nederlands Kankerinstituut, in 1991 als onderzoeker in het AMC komen werken. Op dit moment is zij als onderzoeker, en deskundige op het gebied van chronische darmontstekingen (zoals bijvoorbeeld de ziekte van Crohn), verbonden aan het Tytgat Instituut voor Lever- en Darmonderzoek. Sinds haar aanstelling is zij, in toenemende mate, actief in het onderwijs. Van de coördinatie van het destijds drieweekse blok ‘Wetenschappelijke vorming’ voor de bachelor Geneeskunde tot nu het coördinatorschap van een track voor masterstudenten Biomedische wetenschappen, van gastdocentschap aan de VU tot de UU: Anje combineert het doen van onderzoek graag met lesgeven aan en begeleiden van studenten.

‘Het is ontzettend leuk om te enthousiasmeren, om aan studenten te laten zien wat er mogelijk is.’ En waar Anje’s passie écht ligt, is bij de studenten die buiten de lijntjes durven te kleuren. ‘Ik wil studenten helpen om te zien dat niet alles vaststaat. Er was een student die ik begeleidde met zijn mini-scriptie (een onderdeel van de bachelor Biomedische wetenschappen, LM), die het leuk vond om in de zomer dingen te komen uitzoeken op ons instituut. Hij meldde zich daarna voor zijn derdejaars stage bij ons en vroeg naar de stageopdracht. “Bedenk maar wat”, heb ik gezegd, want dat kón hij. Sindsdien is hij helemaal enthousiast voor onderzoek en inmiddels is hij aan het promoveren. Hij is nu míj vele stappen vooruit.’

‘Voor mij is het dan ook belangrijk om met de studenten te ontdekken: wat wil jíj nou, wat drijft jóu?’ Ik vind het getuigen van goed docentschap als je het vertrouwen kunt geven dat het niet altijd precies zó moet, zoals we het van tevoren hebben bedacht. Ga je gang als je wat anders wilt!  Mensen die grensverleggend kunnen denken hebben we hard nodig.’

Studenten Biomedische Wetenschappen in het Amsterdam UMC

De mastertrack Experimental Internal Medicine is een keuzeonderdeel van de master Biomedical Sciences van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI). Jaarlijks kiezen zo’n 20 studenten van deze master deze richting, die twee jaar duurt. Twee maanden daarvan bestaan uit dagelijks onderwijs aan de Faculteit der Geneeskunde-UvA, waarin gedurende twee weken de lever en darm (in het onderdeel Gastroenterology and Liver) worden behandeld. ‘Clinici vinden het over het algemeen een leuke groep om les aan te geven. De opzet is wat meer ‘congres-achtig’; de studenten volgen ’s ochtends een aantal colleges, waarin vooral informatie wordt overgedragen. Docenten laten daarin veel zien van hun recente onderzoek. Dat wordt dan meestal in een internationale context geplaatst; resultaten van onderzoek worden gekoppeld aan effecten voor patiënten wereldwijd. Daaromheen is er interactie en verwerking van de stof. Studenten zien dus wat er mogelijk is, qua onderzoek, krijgen veel voorbeelden, óók van onze docenten uit de kliniek. Zo kunnen ze gaan ervaren wat zij zelf nou interessant vinden en leren ze de stagemogelijkheden kennen. We zien deze opzet dan ook als voorbereiding op de stages. Ze zijn er elke dag, wennen er aan om vanaf 9 uur ‘aan’ te staan.’ Anje geeft aan dat dat twee kanten op werkt. ‘Het leuke is ook, dat er van deze studentengroep altijd wel enthousiastelingen blijven ‘hangen’, hetzij als zij-instromers voor de master Geneeskunde, hetzij als onderzoekers.’

Toetsing

Deze track wordt, naast het schrijven van een abstract, afgesloten met een ludieke toetsvorm: een film maken. ‘Voor een subsidieaanvraag moesten mijn collega en ik een film indienen! Wij hadden dat nog nooit gedaan en vonden dat maar lastig.’ Zo kwam Anje met haar collega op het idee om de studenten te vragen om een film te maken, ter afsluiting van de track. ‘Voor deze film worden ze gekoppeld aan een  PhD-student of postdoc op de afdeling, die hun vertelt over het onderzoek waar ze mee bezig zijn. In een tweetal gaan ze vervolgens bedenken hoe ze deze kennis kunnen visualiseren en uitleggen voor een breed publiek. In de middagen, op hun lesdagen, krijgen ze tijd om hieraan te werken.’ Anje vertelt dat op de laatste vrijdag de films vertoond worden. ‘Per film krijgen twee ándere studenten de opdracht om twee inhoudelijk relevante vragen te stellen. De betrokkenheid en de leeropbrengsten blijken dan verrassend groot.’

Hoe blijf je geïnspireerd als docent?

‘Het is ontzettend leuk om te merken dat studenten gemotiveerd raken voor onderzoek in mijn vakgebied. Studenten vinden de samenwerking met de kliniek boeiend, het is voor hen van toegevoegde waarde dat ze iets kunnen bijdragen, voor patiënten of patiëntgroepen.’
Wat ook inspireert is dat we studenten actief feedback vragen over het onderwijs. ‘We wijzen ze aan. Elke dag zijn er twee studenten, die we vragen wat ze geleerd hebben, wat hen aansprak, wat er beter kan.’ Het feit dat het een gemengde groep is, waarvan ongeveer 25% uit allerlei verschillende landen komt, draagt ook bij aan het werkplezier. ‘Zij laten andere perspectieven zien.’ En met de feedback van deze diverse studentengroep verbeteren Anje en haar team het onderwijs steeds. ‘Ik lees graag over onderwijs. Ook volg ik lezingen, recent bijvoorbeeld over groepsbeoordelingen, en ik houd de social media-posts over onderwijs bij. Maar wat het belangrijkste is, is blijven nadenken over ‘hoe werd  ik zelf geïnspireerd?’ en dat dan proberen voor elke nieuwe lichting studenten weer te doen. Ruimte geven aan hun ontwikkeling, studenten die iets meer kunnen die ruimte geven, maar  tevens degene die wat hulp nodig heeft actief uitnodigen. En laten merken: je kunt altijd bij me terecht.’