TLC-Centraal
ACTAAcademisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam
EBEconomie & Bedrijfskunde
FdGFaculteit der Geneeskunde
FdRFaculteit der Rechtsgeleerdheid
FGwFaculteit der Geesteswetenschappen
FMGFaculteit der Maatschapij- en Gedragswetenschappen
FNWIFaculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
TLC-Centraal
ACTAAcademisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam
EBEconomie & Bedrijfskunde
FdGFaculteit der Geneeskunde
FdRFaculteit der Rechtsgeleerdheid
FGwFaculteit der Geesteswetenschappen
FMGFaculteit der Maatschapij- en Gedragswetenschappen
FNWIFaculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
Steeds vaker wordt in het kader van inclusief onderwijs gesproken over een positionality statement. In zo’n statement reflecteer je als docent of vakcoördinator op de manier waarop bepaalde keuzes die je hebt gemaakt in de syllabus verbonden zijn met je eigen sociaal-culturele en disciplinaire ingesteldheid. Je kunt een positionality statement uitschrijven en publiceren in je studiehandleiding of op canvas, of tijdens de eerste bijeenkomst met je studenten bespreken.
Of je überhaupt een statement deelt en hoeveel je daarin vrijgeeft, is uiteraard een eigen keuze. Maar wat is positionaliteit, en welke vragen zijn van belang bij een zelfreflectie over je onderwijsontwerp, welk soort onderwerpen horen thuis in een positionality statement?
De positionaliteit van een docent verwijst naar het specifieke wereldbeeld van die docent – zoals persoonlijke overtuigingen, sociaal-economische positie, culturele achtergrond, en disciplinaire gewoontes – dat mogelijk invloed heeft op het maken van bepaalde keuzes in de syllabus. In de wetenschap is het belang van zelfreflectie door de onderzoeker al meer algemeen bekend, maar ook het onderwijs heeft baat bij transparantie omtrent relevante perspectieven die sturend zijn geweest in het ontwerp van een vak. Er kunnen namelijk expliciet en impliciet allerlei machtsdynamieken meespelen bij de keuze van het onderwerp, het definiëren van leerdoelen, het selecteren van het leesmateriaal, de didactiek en toetsingsmethodes. In een positionality statement ben je daar transparant over: het stimuleert openheid en onderlinge communicatie, en vergroot daardoor de inclusie in je onderwijs.
Vaak zijn we ons niet bewust van de vooroordelen die we met ons meedragen: iedereen heeft ze en je kunt niet volledig onbevooroordeeld door het leven. Maar het is wel belangrijk dat je stilstaat bij het soort vooroordelen die jouw taken en verantwoordelijkheden als docent negatief beïnvloeden.
Het diversifiëren van je syllabus begint bij een goede reflectie over je ingesteldheid als docent en over het zogenaamde “verborgen curriculum”: dat is een reeks afspraken die “aangeleerd zijn zonder openlijk bedoeld te zijn” (Martin, 1983) – officieuze en ongeschreven regels die naast het officiële curriculum meebepalen wat studenten leren.
Ook zonder expliciet statement is een zelfreflectie toch aan te raden wanneer je je vak ontwerpt: “een reflectie op je positionaliteit als docent kan een positieve invloed hebben op het studiesucces van studenten, vooral als je nadenkt over hoe je eigen ervaringen vormgeven aan wat je doet in de les en hoe die acties het succes van studenten, die vaak heel andere levenservaring hebben, wel of niet ondersteunen” (Harrington, 2020). Een goede zelfreflectie bij het ontwerpen van je vak kan dus leiden tot meer studiesucces bij je studenten!
Het gebeurt steeds vaker dat docenten bepaalde keuzes en hun ingesteldheid in de studiehandleiding toelichten in de vorm van een personality statement. Je kunt er ook voor kiezen deze tijdens de eerste werkgroep te bespreken.