Het belang van cursusstructuur bij online educatie

Grassrootsbeurs

“Een duidelijke cursusstructuur bij online leren activeert”

Voorbeelden van goed werkende online cursussen zijn de vakken Zelfzorg met E-Health (1.6)* en Ondernemerschap in de zorg (2.3)*, bij Medische Informatiekunde (MIK). Studenten gaven aan veel profijt te hebben van de duidelijk opgezette structuur van deze vakken. Ook konden ze de stof goed onthouden door de reflectieopdrachten, die vanwege het online onderwijs in plaats kwamen van de multiple choice kennistoets. Ook uit onderzoek blijkt dat een heldere structuur in een online onderwijssetting extra belangrijk is; er is namelijk minder ruimte voor directe, onvoorbereide aanpassingen (Castro et al., 2016; Money & Dean, 2019).

*vakkenbij de opleiding MIK hebben naast een naam ook een cijfer. De vakken staan bij docenten en studenten van de opleiding bekend onder hun cijfer.

Ervaring van docent Tom Broens

Tom Broens, PhD, opleidingsdirecteur en docent bachelor Medisch Informatiekunde, Principle Educator AUMC.

Meer informatie over  Tom Broens

https://www.vanwijnen.nl/projecten/collegezaal-3-0-voor-amsterdam-umc/
***Hiervoor won Broens in 2020 een EUNIS Award (https://www.eunis.org/awards/)

https://communities.surf.nl/artikel/multifunctional-lecture-hall-amc-uva-winnaar-eunis-award-2020 

Activerend leren

“Onze opleiding zit tussen de zorg en de ICT in. De visie van de opleiding is dat we zoveel mogelijk activerend leren willen toepassen.  De duidelijke structuur van de vakken Zelfzorg met E-Health (1.6) en Ondernemerschap in de zorg (2.3)  sluit daarbij aan. In deze vakken wordt steeds een thuisopdracht gecombineerd met een workshop en dat patroon herhaalt zich in een serie van vijf workshops/thuisopdrachten als een soort  Paced learning. Studenten maken elke keer een stapje richting meer kennis: stof samenvatten, workshop, stof samenvatten, volgende workshop etcetera. Op die manier leer je hen het actieve leren aan.”

Structuur zorgt ervoor dat studenten zich op de inhoud kunnen concentreren

“Ik hou zelf enorm van structuur en ben van mening dat je studenten niet moet frustreren op informatievoorziening en planningszaken. Het gaat om de inhoud van een studie, om hetgeen ze moeten leren. Aan die inhoud moeten ze kunnen werken, ze moeten erop kunnen knagen, niet zozeer op de planning. Dus de opleiding faciliteert graag door die duidelijke structuur al te realiseren, zodat studenten weten waar ze aan toe zijn. De hele structuur is georganiseerd rondom contactmomenten – de workshops – en bijbehorende opdrachten voor en na de workshops in zelfstudietijd. Zo weet de student precies waar die aan toe is.”

Van micromanagement bij eerstejaars tot meer zelfstandigheid bij tweedejaars

“Bij het eerste jaar doen we aan micromanagement: in een blokjesrooster staat alles uit gespecificeerd, ook wat verwacht wordt in zelfstudietijd. In het tweede jaar is dat alweer wat losser, dan verwacht je dat studenten door het gestelde voorbeeld van het eerste jaar al beter kunnen plannen en meer zelfstandigheid hebben opgebouwd. Met on-campus onderwijs werkte zo’n duidelijke structuur al goed, maar met online onderwijs is dit nog noodzakelijker. Privé en studie of werk lopen bij online werken door elkaar en als je niet precies weet wat je aan je onderwijs moet doen is de verleiding groot om thuis eerst allerlei andere dingen te gaan doen. Er moet dus zo min mogelijk barrière ontstaan doordat je niet weet wat je aan zelfstudie moet doen, want dan word je sneller tot afleiding verleid. Je zou kunnen stellen dat we met die structuur studenten juist proberen te verleiden om meer tijd aan hun studie te besteden.”

Multiple choice kennistoetsen vervangen door thuisopdrachten

“Pre-corona had ik had het curriculum helemaal herschreven, waarbij we de kennistoetsen uit het oude curriculum hebben losgelaten. We wilden af bewegen van het oude curriculum, dat meer gebaseerd was op kennistoetsen. Academisch denk- en werkniveau draait meer om toepassing en reflectie, maar de opleiding wil ook studenten afleveren die als professional in de samenleving over een gedegen basiskennis beschikken en terminologieën in het hoofd paraat hebben zonder te hoeven googelen. Onze insteek is dan ook dat we de basiskennis wel in kennistoetsen terug willen laten komen, maar als onderdeel van andere activerende onderwijsvormen en opdrachten.” Aanvankelijk maakten we nog gebruik van multiple choice kennistoetsen, maar door de digitale revolutie die corona teweeg heeft gebracht, en de keuze wel of geen proctoring te gebruiken, zijn we na gaan denken hoe we toch kennis konden toetsen zonder surveillancegedoe. Ter vervanging van de multiple choice kennistoets hebben we daarom reflectieopdrachten bedacht. Daarmee kunnen we toch op het kennisniveau toetsen, maar dan door middel van thuisopdrachten. Denk bijvoorbeeld aan het beantwoorden van een vijftal leervragen en het maken van een samenvatting die aan bepaalde eisen moet voldoen. Dat werkte zo goed – studenten zijn echt actiever bezig met de stof en lopen niet achter – dat ik verwacht dat ik dat meeneem, ook als we weer volledig on campus mogen. Het voordeel ligt hier met name bij de student. Het nadeel voor de docent is wel dat het veel drukker is qua nakijkwerk. Feedback geven via rubrics kost meer tijd dan het nakijken van een multiple choice kennistoets, wat met behulp van Canvas of Testvision kan worden gedaan. Dat laatste scheelt veel werk en is makkelijker voor de docent.”

On campus versus online onderwijs

“Het wordt voor iedereen een uitdaging te beslissen wat te behouden uit het digitale onderwijs en wat je toch beter fysiek kan en wil doen. Ik zou zeggen het goede van online behouden en wat minder werkt vervangen door on-campus onderwijs, dus de combinatie van beide behouden. Het voordeel van digitaal werken is dat de beschikbaarheid van studenten veel groter is gebleken, de opkomst was duidelijk hoger dan normaal. Dus de simpele collegecontactmomenten zal ik denk ik digitaal houden. Ook gastcolleges zijn denk ik online handiger. Bij sommige practica kun je in breakout rooms prima werken en is het veel makkelijker mee kijken via shared screen dan hangend over iemands schouders. We hebben afgelopen jaar ook met studiedagen de hele dag continue een Zoom sessie open gehouden, waar iedereen vrijelijk in- en- uit kon. Studiedagen zijn bij onze opleiding verplichte, gestructureerde studiedagen met vaak een grote opdracht, zoals bijvoorbeeld een paper of een practicum, gekoppeld aan een deadline. Studenten konden die dagen samenwerken in breakout rooms. Ik ging er dan – als ik tijd had – af en toe in om bij de studenten te peilen hoe het ging en of ik nog iets voor ze kon doen. Informeel, maar toch nuttig. Het was voor mij ook een manier om binding te houden met de groepen. Dat werkte heel goed en we zien open Zoomsessies op studiedagen op de afdeling dan ook als een best practice. Maar het echte samenwerken, het overleggen en reflecteren, daarbij is het wel fijn om elkaar daadwerkelijk in de ogen te kunnen kijken, dat geeft de meerwaarde om het on campus te doen. Symposia, intervisiemomenten tijdens het mentoraat zullen we dan ook on campus doen. Afgelopen jaar hebben we het eindsymposium in kleine sessies opgedeeld on campus en dat was hartstikke goed te doen en leuk. We hebben ook gemerkt dat het houden van presentaties door studenten beter werkt on campus. Dat geeft een andere dynamiek dan het opnemen van een presentatievideo die de student eindeloos kan overdoen tot het er goed op staat. Dat kan niet als je live fysiek een presentatie houdt. Video-presentaties zijn logistiek wel weer makkelijker te organiseren en kosten de docent minder tijd. Het bijzondere is dat onze cursusevaluaties in het corona jaar zelfs beter zijn dan daarvoor. De resultaten zijn hetzelfde gebleven of zijn omhoog gegaan, studenten hebben geen studievertraging opgelopen. Dus het invoeren van het vernieuwde, ambitieuzere curriculum en het invoeren van de digitale oplossingen wegens corona zijn blijkbaar goed gelukt.”

TIP  VAN TOM:

“Docenten hebben het altijd te druk en er is weinig tijd om je in nieuwe zaken als digitaal onderwijs te verdiepen. Mijn tip is dat als je ergens niet uit komt je tijd bespaart door te overleggen met de onderwijskundige dienst van je opleiding, zij zijn gekoppeld met de TLC. Wij vragen ook regelmatig om advies. Ik ben ook altijd vóór ‘gewoon proberen’ en feedback vragen van de student of het werkt voor ze. Als je die feedbackloop kort houdt, feedback meteen vraagt – mondeling of met bijvoorbeeld drie vragen in een online vragenlijst via bijvoorbeeld Shakespeak – dan kan je het ook meteen de volgende week anders doen, als het niet blijkt te werken. Een ander voorbeeld van ‘gewoon proberen’ is onze nieuwe collegezaal die pre-corona is gebouwd speciaal voor teamwerk.

Tijdens corona bleek die zaal heel geschikt voor hybride onderwijs met dertig mensen in de zaal en twintig op het scherm. Door dat uit te proberen kwamen we erachter dat hybride college daar heel goed werkte. Verder heb ik gemerkt dat het heel belangrijk is om uit te leggen aan studenten waarom je bepaalde leeractiviteiten doet in de les, dat je uitlegt wat je daarmee wilt bereiken en wat je ervan gaat leren. Dat je begrijpt dat sommige leeractiviteiten de student zullen frustreren, maar dat dat erbij hoort. Dus reflecteren en duidelijk zijn over het ontwerp van je vak en de beoogde doelen. Studenten reageren daar altijd positief op en geven ook goede feedback. Wij streven ernaar in onze docentprofessionalisering dit als standaard op te nemen.

Student ervaring

 

Student Chen Lu Wang

2e jaars student Medische Informatiekunde

Gedetailleerde vakstructuur geeft houvast

“Ik vond het heel fijn dat bij deze vakken de vorm of de structuur van de vakken van tevoren heel duidelijk werd gemaakt. Je wist door het blokjesrooster precies hoe het vak in elkaar zat en wat er van je verwacht werd op welk moment. Dat geeft enorme houvast in hoe je je tijd indeelt. Je weet dan precies wanneer je wat moet voorbereiden, wanneer je welke opdracht doet en daardoor ga je het ook doen. Dat vind ik altijd een fijnere manier van werken, maar bij online onderwijs is helemaal meer structuur nodig, omdat het thuis nog lastiger is zelfdiscipline op te brengen. Zelfzorg met E-Health (1.6) werd aan het eind van het jaar gegeven. Normaal gesproken is bij mij aan het eind van het jaar de rek er wel uit qua aandacht, maar doordat dit vak zo strak uiteen zet wat je wanneer moet doen kon ik toch prima mijn aandacht erbij houden.”

Zelfstudiedagen in open Zoom-sessies

“Hoe minder structuur, des te lastiger het is om te plannen. Zelfstudiedagen zijn ook fijn, die kun je zelf indelen, maar geven een twijfelachtig gevoel ‘besteed ik wel genoeg uren aan mijn studie, werk ik wel genoeg aan mijn opdracht?’ Doordat de opleiding die structuur heeft aangebracht in de vakken is het heel duidelijk hoe je je tijd moet indelen – bijvoorbeeld in de ochtend volg je de workshop en in de middag moet je samenvatten, terwijl dat op studiedagen open is. Wat wel fijn was dat we zelf een aantal Zoom-studiedagen hebben gehouden. De Zoom stond dan de hele dag open en iedereen kon er in en uit gaan wanneer die wilde. Je kunt met medestudenten overleggen en bij de Zoom-studiedagen die de opleiding faciliteert komt de docent af en toe langs om vragen te beantwoorden, wat ook handig is.”

Micromanagement werkt minder goed voor middag- of avondmensen

“Ik vind micromanagement voor alle onderdelen van een vak op zich heel fijn, maar ik heb gehoord dat het voor studenten die meer een middag- of avondmens zijn lastiger is. Zij willen eigenlijk onderdelen/opdrachten naar de middag of avond verschuiven, maar met zo’n strak rooster werkt verschuiven minder goed. Het verschil in structuur tussen het eerste jaar en tweede jaar is best groot. Het zou fijn zijn als er nog een tussenstapje zou zitten tussen micromanagement – een strakke dagplanning tot op de details – naar veel losser – een weekplanning.”

Van samenvattingsopdrachten onthoud je meer dan van multiple choice kennistoetsen

“De multiple choice kennistoets was wegens digitaal onderwijs omgezet naar samenvattingsopdrachten die je thuis kon maken. Over de stof waar de workshop over gaat moet je van tevoren een samenvatting maken en inleveren. Dat kunnen artikelen, boeken of het college zelf zijn die je moet samenvatten. Het cijfer wordt gebaseerd op het aantal kernbegrippen dat je (op een juiste manier) hebt opgenomen in jouw tekst. Dit herhaalt zich rondom elke workshop. Ik vind dat een goede methode, want bij een kennistoets – met name aan het eind van het jaar – komt de stof niet echt binnen. Je leert er wel voor en haalt het misschien, maar je vergeet de stof daarna ook wel weer gauw. Nu bouw je de kennis langzaam op en blijft er meer hangen.”

On campus versus online en hybride onderwijs

“Fysiek onderwijs is altijd leuker, daar ontkom je niet aan. Ik denk dat je per vak moet bekijken wat het beste werkt. Het is beter om presentaties on campus te doen. We mochten de eerste periode tijdens corona video’s opnemen en publiceren op YouTube als vervangende presentatie, maar het is toch echt heel anders als je een presentatie live voor een groep moet doen. Samenwerkingsmomenten, bespreekmomenten gaan op zich goed in breakout rooms, maar sommige dingen zijn onhandig, zoals wanneer je een vraag wilt stellen aan de docent. Het duurt vaak best lang voordat de docent in jouw breakout room komt. En omdat je niet ziet waar de docent zich bevindt, heb je ook geen indicatie van wanneer de docent komt, dus dan duurt het voor je gevoel nog langer.  Als studenten voor één of twee college-uurtjes naar het AMC moeten komen hebben ze vaak zoiets van ‘dat is niet handig’. Een hybride oplossing zou voor die studenten dan fijn zijn, als de opleiding dat college graag on campus wil doen. Bij on campus les heb je ook nog de reis naar de leslocatie. Het is fijn dat je online makkelijker ‘naar de les’ gaat omdat je alleen maar je computer hoeft aan te zetten. Dus je kan vijf minuten voor de les begint opstaan als je wilt.”

TIP  VAN CHEN LU:

“Soms werd exact opgeschreven hoe lang je over een opdracht doet, maar bij de meeste studenten duurt het langer dan gezegd is en dat is frustrerend. Dus geef meer een indicatie van tijd en laat de studenten weten dat het een richtlijn is. Verder zou ik de colleges die lang duren – drie uur of langer – niet online doen in de toekomst. Dat is moeilijk vol te houden. Ik ben heel erg voor een korte feedbackloop, dan kan je studenten ook tussendoor vragen online een kort vragenlijst in te vullen om niet pas aan het eind van het vak feedback te krijgen wat beter kan, dan is het voor degenen die het vak volgen al te laat. Voor mij is een goed vak een vak waarbij verschillende werkvormen worden gecombineerd: samenwerkingsopdrachten, discussies, lesstof lezen en samenvatten, presentaties geven. Docenten moeten niet verwachten dat een student alleen maar kennis uit een boek haalt, want die variatie in les-vormen is belangrijk.”

 

Reactie Tom

De berekening hoeveel uren een  student per studieonderdeel kwijt is blijft toch enigszins een gok. Elke student heeft zijn eigen tempo. We hebben inderdaad gemerkt dat het specificeren van werklast in exacte uren frustrerend werkt, met name voor de student die langzamer werkt. Je hoeft dus niet perse een indicatie te geven. Als je dat toch wilt doen dan is het beter om erbij te zetten dat het een indicatie is en te laten blijken dat ‘wij denken dat het zoveel tijd kost’. Tussendoor feedback vragen van studenten over het proces, de structuur van het vak en de tijd die ze kwijt zijn aan opdrachten is wat mij betreft altijd aan te raden. Dan krijg je een beter beeld van hoe het in de praktijk uitpakt voor studenten. We hebben niet veel colleges van drie uur, maar ben het met Chen Lu eens dat die lange colleges niet fijn zijn online. Maar als  je tussendoor opdrachten krijgt – samenwerken in breakout rooms, iets voorbereiden – dan is die tijd opgedeeld en is het weer makkelijker vol te houden misschien. Of je moet het hybride doen, wie wil komen komt, en wie niet volgt het online. Ik kan me helemaal vinden in Chen Lus opmerking dat een bepaalde mate van variatie in lesmethoden noodzakelijk is binnen vakken, zeker online.” 

Reeks prijktijkvoorbeelden online onderwijs tijdens COVID-19

Dit verhaal is onderdeel van een reeks inspirerende praktijkvoorbeelden van online onderwijs tijdens de COVID-19 pandemie, die naar voren zijn gekomen tijdens focusgroep gesprekken binnen het onderzoeksproject ‘Online en blended onderwijs aan de UvA’. Dit onderzoeksproject biedt inzicht in de ervaringen van docenten en studenten met online (aspecten van) onderwijs en de strategieën die docenten hebben ingezet om (online) leren te stimuleren. De verhalen en rapporten uit dit project zijn terug te vinden op de projectpagina: https://tlc.uva.nl/article-category/onderzoek-en-kennisdeling/?faculty=26

Literatuur

Castro, M. D. B., & Tumibay, G. M. (2019). A literature review: efficacy of online learning courses for higher education institution using meta-analysis. Education and Information Technologies2019, 1-19.  https://doi.org/10.1007/s10639-019-10027-z

Money, W. H., & Dean, B. P. (2019). Incorporating student population differences for effective online education: A content-based review and integrative model. Computers & Education, 138, 57-82. https://doi.org/10.1016/j.compedu.2019.03.013