Constructieve en betekenisvolle feedback geven – hoe leer je studenten dat?

Hoe geef je eigenlijk constructieve feedback? Het geven van feedback is een vaardigheid die studenten moeten ontwikkelen, maar waar vaak weinig aandacht aan wordt besteed in het Hoger Onderwijs. Studenten weten wel hoe ze feedback moeten geven, toch?
De praktijk bewijst het tegendeel: docenten binnen de UvA geven afgelopen jaren aan dat de feedback vanuit de studenten in de UvA Q bijzonder negatief wordt verwoord – en dus weinig constructief is. Daarnaast is de feedback vaak te kort, algemeen of onvoldoende kritisch om het goed te kunnen verwerken.

In recent onderwijskundig onderzoek ontstaat steeds meer aandacht voor het ontwikkelen van de feedbackgeletterdheid van lerenden: het geven, ontvangen én verwerken van feedback. In het boek Designing Effective Feedback Processes in Higher Education (Winstone & Carless, 2020) staan talloze voorbeelden, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek.

In dit artikel beschrijven we tips waarmee je studenten kunt leren hoe ze dit onderdeel van hun feedbackgeletterdheid kunnen ontwikkelen. In deze tips komen aanbevelingen uit het boek van Winstone en Carless (2020) terug. Onderaan de pagina vind je een bestand met twee Powerpointslides met daarin informatie voor studenten die je direct kunt inzetten.

Tips

1.

Geef de studenten concrete handvatten die ze kunnen gebruiken tijdens het formuleren van feedback. Zie de slides onderaan deze pagina met daarin stappen die de studenten kunnen gebruiken, deze kun je aan je eigen PowerPoint toevoegen. Het helpt om iedere keer dat de studenten feedback geven de stappen even zichtbaar te maken en te bespreken, het hoeft maar een paar minuten te duren.

2.

Laat de studenten concrete voorbeelden zien, zowel ‘goede’ als ‘slechtere’ en stimuleer hen om hier actief mee aan de slag te gaan.

  • Vraag de studenten om de slechtere voorbeelden in kleine groepjes te verbeteren met behulp van handvatten.
  • Laat de studenten op basis van de voorbeelden zelf criteria voor goede feedback formuleren. Deze criteria kun je tijdens het blok zichtbaar maken wanneer de studenten feedback moeten geven.

3.

Geef feedback op de kwaliteit van de feedback van de studenten. Dit kan op groepsniveau en hoef je zeker niet individueel te geven. Koppel bijvoorbeeld na een peerreview-opdracht of onderwijsevaluatie terug wat je opviel aan de kwaliteit van de feedback. Dit kan mondeling maar ook kort via de mail of Canvas:

  • Hebben de studenten de stappen/handvatten die je hebt aangereikt gebruikt?
  • Hoe bruikbaar was de feedback?
  • Hoe constructief was de feedback?

4.

Geef de studenten tijdens de bijeenkomst ruimte om hun gevoelens en bedenkingen over het geven van feedback te delen. Vooral bij het geven van peerfeedback komt er veel onzekerheid kijken; studenten (en mensen in het algemeen) vinden het lastig om een peer (gelijke) feedback te geven om verschillende redenen. Ze hebben bijvoorbeeld het gevoel dat ze geen expert zijn en dat dit noodzakelijk is om ‘goede’ feedback te kunnen geven.