Blended Learning innovatie project Engelse Taal en Cultuur

Docent Jan Siglé heeft een blended learning innovatieproject van 80 uur uitgevoerd. Het doel van dit project was om studiemateriaal, in de vorm van kennisclips, te ontwikkelen. De studenten bekijken voorafgaand aan een college een kennisclip over een specifiek onderwerp, waarna het college start met een aantal oefeningen over de stof die in de kennisclip behandeld is. Dit maakt het mogelijk om het kennisniveau van de studenten in kaart te brengen en onderwijs aan te bieden dat aansluit bij de verschillende niveaus van de studenten.

Interview met Jan Siglé

Wat was de aanleiding voor het innovatieproject?

“Het vak Literature 1 omvat twee delen: een theoretisch en een praktisch component. Het praktische deel richt zich op academische vaardigheden. Dit vak wordt in één periode aangeboden, waarin studenten binnen zeven weken leren hoe ze een academisch essay van 1500 woorden moeten schrijven, ondanks dat de meesten van hen weinig tot geen ervaring hebben met essay schrijven. Het vaardigheidsniveau van de studenten varieert aanzienlijk, mede doordat sommigen Engels als moedertaal spreken. Dit maakt het lastig om de colleges af te stemmen op het niveau van alle studenten. Om deze is er bij het TLC FGw een aanvraag ingediend voor een innovatieproject: het ontwikkelen van kennisclips. Studenten bekijken deze kennisclips thuis, waarna aan het begin van elk college een korte oefening wordt gedaan over de behandelde stof. Dit geeft de docent inzicht in het niveau van de studenten en de problemen waar ze tegenaan lopen, waardoor de docent de colleges beter kan afstemmen op de behoeften van de studenten.’’

“Het doel van dit project was om de college-uren efficiënter te benutten en om studenten op individueel niveau beter te kunnen ondersteunen. Dankzij de inzet van kennisclips en de oefeningen die aan het begin van elk college worden gemaakt, kan ik als docent beter bepalen aan welke aspecten meer of minder aandacht besteed moet worden. Ik merkte dat ik jaarlijks dezelfde informatie en verhalen herhaalde, deze heb ik nu in de kennisclips verwerkt. Ik heb de kennisclips zo veel mogelijk gericht op het onderwerp en zo neutraal mogelijk opgenomen.’’

Heb je veranderingen bij studenten waargenomen door de inzet van de kennisclips?

“Ik merkte dat de resultaten van de studenten voor mijn vak enigszins hoger waren dan in de voorgaande jaren. Dit leidde tot de verwachting dat het waarschijnlijk heeft bijgedragen aan de kwaliteit van het onderwijs. Aan het begin van het volgende vak zag ik echter niet een heel duidelijk verschil vergeleken met eerdere jaren. We zijn momenteel bezig met het beter op elkaar afstemmen van de vakken. Tijdens het vervolg vak heb ik de studenten af en toe verwezen naar de kennisclips uit het voorgaande vak.”

Heb je de kennisclips en de oefeningen geëvalueerd met de studenten?

“De feedback van studenten was vooral inhoudelijk van aard. Zo gaf een student aan het bijvoorbeeld op prijs te stellen als de voorbeelden in de kennisclips nog beter zouden aansluiten bij de praktijk. Het merendeel van de feedback was echter overwegend positief. Voor mijzelf was het ook een leerproces, en dit was een goede eerste stap. Ik verwacht nog enkele aanpassingen te maken op basis van de feedback van de studenten.

“Zijn er uitkomsten van het innovatieproject die ook relevant kunnen zijn voor andere opleidingen?”

“Deze kennisclips zijn specifiek gericht op Engelse taalvaardigheid. Andere opleidingen hanteren weer een andere benadering wat betreft academische vaardigheden, waardoor de kennisclips nu voornamelijk relevant zijn voor onze eigen opleiding. Ik denk echter dat de kennisclips enigszins aangepast zouden kunnen worden om ze geschikter te maken voor gebruik binnen andere opleidingen. Bovendien vond ik de hulp en ondersteuning vanuit het Teaching and Learning Centre (TLC) zeer waardevol. De suggesties die zij boden, waren erg nuttig. Ze wezen mij onder meer op welke tools er binnen de UvA beschikbaar zijn en welke mogelijkheden deze tools bieden.”