Time Savers: nakijkwerk en feedback

peer review
digitale beoordeling
beoordelingsformulier
feedback
nakijken
rubrics
timesaver
toetsing
video

Tips voor de grootste tijdsverslinder

Hoewel het vooral tijdens piekweken is dat de meeste tijd opgaat aan het nakijken en geven van feedback, zijn deze activiteiten eigenlijk altijd aanwezig. We moeten nu eenmaal steeds de voortgang van studenten bijhouden, en onze bevindingen daarover aan de studenten communiceren op een manier waar ze iets aan hebben voor hun ontwikkeling. Hoe kunnen we zinnige feedback geven aan studenten, wanneer we onder tijdsdruk staan? Hoe kunnen we het nakijkwerk en de becijfering voor onszelf makkelijker maken? Hieronder staan wat tips en ideeën.

  1. Feedback: het studentenperspectief

  2. Hulpmiddelen

  3. Verdelen en selecteren

  4. Alternatieve oplossingen

Feedback: het studentenperspectief

Peer-to-peer feedback

Met behulp van een rubric kun je studenten feedback laten geven op elkaars werk, voordat de opdracht officieel ingeleverd wordt. Dit geeft studenten de mogelijkheid om met behulp van elkaar hun werk nog te verbeteren.  Het is daarbij handig om de feedback-gevers hun commentaren in de rubric te laten noteren, met verwijzingen naar paginanummers van de opdracht of met citaten.

Deze ingevulde rubrics kunnen samen worden ingeleverd met de opdracht, en als uitgangspunt worden gebruikt voor het nakijken en becommentariëren door de docent. De meeste docenten herkennen een slecht ingevulde rubric meteen, en weten ook snel wanneer een opdracht wat meer aandacht van ze vraagt. In de meeste gevallen, zal het voorwerk echter gedaan zijn, en werkt de rubric als een wegwijzer voor het werk van de student. Wat korter commentaar is vaak voldoende als er al inzichten staan van de collega-student.

Feedback tijdens de les

Hoewel studenten (hopelijk!) verschillend werk inleveren, is er doorgaans nogal wat overlap tussen de fouten die in opdrachten gemaakt worden. Veelvoorkomende fouten (en gerelateerde adviezen) kunnen met de hele groep worden doorgenomen, wat voor iedereen leerzaam is. Dit scheelt omdat dan niet elke individuele student uitgebreid min of meer dezelfde feedback hoeft te krijgen.

Vaak geven studenten in de evaluaties aan dat ze graag meer feedback zouden willen. Het kan verhelderend zijn om studenten er af en toe aan te herinneren dat feedback niet alleen bestaat uit individueel commentaar op een individuele opdracht. Mondelinge feedback voor een hele groep, is net zo goed feedback. Daarnaast is feedback niet hetzelfde als het verklappen van “het juiste” antwoord (als dat al aan de orde is), maar kan bijvoorbeeld de vorm krijgen van een verdiepingsvraag, waar de student dan zelf in kan duiken.

Hulpmiddelen

Gedigitaliseerde feedback

Tools kunnen helpen om het nakijkwerk sneller te laten verlopen, vooral als je ze vaker voor dezelfde opdracht kunt inzetten. Nakijk-tools als Turnitin, (wat integreert met het Canvas Grading Centre), geven de mogelijkheid om een standaardlijst met feedbacktermen te gebruiken, en daaraan toe te voegen. Het kan echter wel een tijdsinvestering zijn voordat je eenmaal werkbare lijst heb,, en als je deze opbouwt met de eerste paar opdrachten, zullen die juist aanvankelijk extra langzaam gaan. Pas na een stuk of 10 opdrachten begin je de vruchten te plukken. Hoe meer opdrachten je hebt na te kijken, hoe zinniger het wordt om dit soort tools in te zetten.

Het gebruik van rubrics

Rubrics houden de punten voor opdrachten bij, en kunnen geïntegreerd worden in sommige nakijk-tools (o.a. Turnitin), of in een Officedocument gemaakt worden. Hoe een rubric eruit ziet kan per opdracht verschillen, maar meestal bevatten ze de onderdelen waarop punten verdiend kunnen worden,  de schaal waarop je punten wilt toekennen, en een korte beschrijving van de criteria voor de puntentoekenning.  Dit laatste functioneert ook als feedback voor de student, en kan zijn in de vorm van een voorbeeld van een antwoord of een korte checklist met wat er minimaal nodig is om punten te verdienen. Uiteraard kun je ook ruimte maken voor additioneel commentaar.

Rubrics kunnen wel wat stroef zijn in het gebruik, en moeten wel ruim voor de opdracht opgesteld worden. Het kan daarbij helpen om de leerdoelen van de cursus als uitgangspunt te nemen, en deze in de context van de assignment  opnieuw te verwoorden. Zo zal ook de bewoording van het document voor de studenten herkenbaar en begrijpelijk  zijn.

Niet alle opdrachten hebben baat bij een rubric. Het vooral bij opdrachten die een aantal duidelijk onderscheidbare onderdelen hebben, dat rubrics goed kunnen worden ingezet.  Bij cursussen waar meerdere docenten bij betrokken zijn kan het veel tijd en overleg schelen, en een redelijke mate van consistentie garanderen bij het nakijkwerk. Meer informatie over rubrics is te vinden binnen het thema Toetsing.

 

Antwoordmodellen

Antwoordmodellen worden vaak ingezet voor het nakijken van open vragen in tentamens of andere meer “talige” opdrachten waar op kennis en begrip wordt getoetst. Net als bij andere nakijk-hulpmiddelen, vergen ze een tijdinvestering om op langere termijn de vruchten te plukken. Het is raadzaam in het model tussen haakjes de punten aan te geven direct achter de ideeën, zinsneden en termen die in een antwoord moeten staan, voor een snellere toepassing van het model. Daarnaast kunnen voorbeelden van incomplete of verkeerde antwoorden handig zijn, met het aantal punten dat bij in zo’n geval wordt gegeven.

Het is belangrijk te realiseren dat ook antwoordmodellen vaak worden gedeeld met studenten na een tentamen of opdracht, om als voorbeeld te dienen voor wat er verwacht werd.  Docenten die hier ervaring mee hebben,  weten dat dit nogal eens tot discussies met studenten kan leiden. Het is dan ook raadzaam om na het nakijkwerk het model eerst te evalueren, en voorbeelden aan te passen aan frasering van of veelvoorkomende problemen bij de studenten. Dit kan helpen om het model voor studenten inzichtelijker te maken.

Verdelen en selecteren

Verdeel het nakijkwerk op een slimme manier

Bij het nakijken van grotere tentamens kan het ontzettend veel tijd schelen als de vragen over meerdere nakijkers worden verdeeld, i.p.v. de gehele tentamens.  Een of twee mensen krijgen eigenaarschap over een vraag, en maken aantekeningen voor het eventueel aanpassen van een nakijkmodel. Extra voordeel hiervan is dat het nakijken van vragen consistenter wordt als het door dezelfde mensen wordt gedaan.

Hoewel veel docentgroepen al wel gewend zijn om  bij tentamens op deze manier te werk te gaan, zijn we dit niet nog niet zo vaak gebeuren bij andere opdrachten. Toch kunnen ook over werkgroepen heen, opdrachten opgedeeld worden, en op deze wijze over het docententeam verdeeld worden.

Wanneer je de enige docent van een vak bent, en verantwoordelijk bent voor al het nakijkwerk, zelfs dan kan het tijd schelen om per vraag i.p.v. per opdracht te werken. Uiteraard moet de opdracht dit wel toelaten, en uit goed op te splitsen zijn in apart nakijkbare delen.

 

“Pars pro toto” nakijken

Dit is deze auteurs eigen term voor een deel van een opdracht representatief laten zijn voor de rest. Hoewel we niet altijd zowel gedetailleerd als alles omvattend in ons nakijkwerk kunnen zijn als we zouden willen, kunnen we wel studenten van verschillende soorten feedback voorzien over al hun opdrachten heen.

Sommige van de hierboven beschreven suggesties gaan uit van het generaliseren van feedback naar wat bredere vorm om ze toepasbaar te maken op vergelijkbare fouten en meerdere studenten. Maar het tegenovergestelde is ook mogelijk: zeer gedetailleerde en op de persoon toegespitste feedback. Afhankelijk van de grootte van de opdracht worden een tot drie pagina’s zeer intensief bekeken en per regel becommentarieerd. Voor de rest van de opdracht wordt simpelweg aangenomen dat deze van dezelfde kwaliteit is. Over de opdrachten heen kan steeds een iets ander deel gekozen worden.

In tegenstelling tot bijvoorbeeld rubrics, werken dit soort strategieën wel bij wat moeilijker op te delen opdrachten zoals schriftelijke betogen, of complexe toepassingen waarbij steeds meerdere vaardigheden tegelijk worden ingezet. Let wel, dat dit voor studenten een ongebruikelijke vorm van nakijken is, en dat het dus een goed idee is om dit van te voren aan te kondigen.

Alternatieve oplossingen

Is het wel nodig dat ik dit nakijk?

Het is natuurlijk heel belangrijk om vergelijkbare en concrete informatie te hebben over de vaardigheden, inzet en voortgang van een student, maar soms kan al dat meten en testen juist in de weg gaan zitten van werkelijke ontwikkeling. Het maken van opdrachten vergt tijd van zowel docent als student. Deze tijd zou die laatste ook kunnen besteden aan het verder leren en ontwikkelen, i.p.v. te bewijzen dat wat al geleerd is, ook is blijven hangen.

Idealiter vinden alle leerdoelen van een vak linksom of rechtsom hun weg naar opdrachten, feedback en nakijkwerk. Niet alle leerdoelen hoeven echter telkens opnieuw geëvalueerd te worden. Door kritisch te kijken of een opdracht wel zinnig is, of de verdere voortgang juist in de weg zit, kan een docent zowel zichzelf als de student van dienst zijn. Soms zijn er andere, minder duidelijk meetbare, wijzen waarop een student met het geleerde aan de slag kan.

Video opdrachten

Het gesproken woord laat zich vaak sneller evalueren dan het geschreven woord, hoewel het zijn eigen uitdaging kent. Onze huidige tijd vraagt ook om nieuwere en meerdere kanalen voor het overbrengen van kennis. Video opdrachten bioeden vee;l mogelijkheid voor de studenten om zich te bekwamen in het overbrengen van kennis. Uitgebreide informatie over video opdrachten vind je hier.