Teacher Story: Lisa van Klaveren

Interprofessionele educatie bij Kindergeneeskunde

In de zomer van 2023 is het Teaching & Learning Centre (TLC) van de Faculteit der Geneeskunde gestart met het geven van docenttrainingen voor interprofessionele educatie (IPE), Hoe begeleid ik een interprofessioneel studententeam? Binnen de divisie 4 (Vrouw-Kindcentrum) van Amsterdam UMC is met succes proefgedraaid op een kinderafdeling, waar al interprofessionele studententeams met elkaar leren en werken. Het is de bedoeling dat interprofessionele leerwerkplekken ook buiten Divisie 4 worden uitgebreid. Vanaf 2024 zal deze training voor interprofessionele educatie een vast onderdeel worden van het docentontwikkelingsprogramma van het TLC. Het gaat hierbij om werkplekleren, deze IPE-training richt zich specifiek op het begeleiden in de praktijk. Wij gingen in gesprek met Lisa van Klaveren om meer te horen over IPE en hoe dit studenten, maar ook onderwijsprofessionals verder brengt.

Even voorstellen…

Lisa van Klaveren is PhD-student Interprofessioneel leren samenwerken. Daarnaast is zij als Medical Educator coördinator van IPE in de master en was zij als projectleider betrokken bij het opzetten van de Interprofessionele leerwerkplaatsen in het Vrouw-Kindcentrum van Amsterdam UMC.

Hoe ben je hier op de Faculteit der Geneeskunde UvA terechtgekomen?

“Ik heb een achtergrond in de Psychologie en heb ook Kunst- en Cultuurwetenschappen gestudeerd. Na mijn studies in Groningen heb ik twee jaar als junior onderzoeker in Leiden gewerkt. Al tijdens mijn studie was ik geïnteresseerd in samenwerking en communicatie. Zo gaf ik communicatietrainingen bij UMC Groningen, waarbij ik bijvoorbeeld slechtnieuws-gesprekken onder de loep nam en Saoedische studenten begeleiding bood bij het omgaan met culturele diversiteit. In Leiden heb ik veel gewerkt met autistische en slechthorende kinderen en jongeren, waarbij ik onderzoek deed naar sociale inclusie op het schoolplein. Na die ervaring heb ik als PhD-student de overstap gemaakt naar de Faculteit der Geneeskunde van de UvA. Ik ben hier gestart met mijn promotietraject naar interprofessioneel leren samenwerken.”

Kun je uitleggen waar IPE voor staat en waarom hier in de FdG UvA voor  is gekozen?

“IPE staat voor interprofessionele educatie. Bij IPE leren studenten van verschillende zorgopleidingen met, van én over elkaar. Studenten van verschillende opleidingen (geneeskunde, verpleegkunde, verloskunde) samen een interprofessioneel studententeam in de kliniek, je bent samen onder supervisie verantwoordelijk voor de patiënt. Werkprocessen in de zorg lopen soms náást elkaar, bij IPE gaan we op zoek naar de integratie van de verschillende rollen en verantwoordelijkheden. We vinden gezamenlijke momenten voor afstemming en integratie. We streven naar zorgcontinuïteit, oog voor elkaars perspectief en genoeg ruimte voor overdracht.”

Dit klinkt niet eenvoudig. Wat levert het op als IPE-leerwerkplaatsen goed worden ingezet?

“Het is zeker niet eenvoudig. Processen zijn van oudsher vaak heel anders ingericht. Zo start bijvoorbeeld niet iedereen zijn dienst op hetzelfde tijdstip, wordt op iedere afdeling anders samen gewerkt én vergt elke patiënt en hun familie, en elke zorgvraag, een individuele aanpak. Ook is het niet altijd vanzelfsprekend om feedback te geven aan of te ontvangen van een collega, die een andere rol heeft binnen het team (bijvoorbeeld student-supervisor of coassistent-verpleegkundige). De IPE-werkwijze is dan ook eigenlijk een cultuurverandering. We streven er naar om echt van begin tot eind, van opname tot ontslag, in studentteamverband voor de patiënt te zorgen. Daarbij betrekken we ook altijd de familie. Zo lopen we bijvoorbeeld met elkaar de visite, het opname- en ontslaggesprek. Wie een leidende rol heeft, is per patiënt verschillend en deze kan ook gedurende de opname veranderen. Studenten leren zo heel goed kijken naar de verschillende rollen, expertises en verantwoordelijkheden. De IPE-leerwerkplaats laat studenten daarbij ook breder kijken dan alleen het ziektebeeld. Ook de vertaling naar beleid krijgt een centrale rol.”

Kun je daar een voorbeeld van geven?

“Als team denk je samen met de patiënt zelf en de familie na over het integrale zorgplan van de patiënt. Dat betekent dat je bij deze vorm van onderwijs in de kliniek echt inzichtelijk maakt wat een bepaalde keuze betekent, voor de patiënt en voor je collega. Wanneer een coassistent bijvoorbeeld beslist dat er continu vochtbalans bijgehouden moet worden of regelmatig de bloeddruk van een kind gecontroleerd moet worden, wat betekent dit dan voor het kind en voor het werk van de verpleegkundige? Wie is waarvoor verantwoordelijk en wat doen we met de gegevens die we verzamelen? Door samen te werken leer je meer over je eigen vakgebied en over het vakgebied van je collega’s.”

Studenten leren zo tijdens hun opleiding al écht samen te werken. Hoe ervaren zij dit zelf?

“De studenten van de deelnemende opleidingen hebben tijdens hun bachelorfase al gemeenschappelijk IPE-onderwijs in gemengde studententeams gevolgd. Studenten vinden het heel leuk om hun werk nu in de echte praktijksetting ook met elkaar te doen. Op een interprofessionele leerwerkplaats voelen zij zich ook meer aangesproken op hun professionele verantwoordelijkheid dan bij reguliere mono-professionele (meeloop)stages. Daarnaast geven zij aan dat het ook een stukje veiligheid biedt. Je bent als team verantwoordelijk en je ervaart: je staat er niet alleen voor. Studenten geven aan dat het leerzaam is om inzicht te krijgen in de verschillende rollen, verantwoordelijkheden en taken. Coassistenten geven ook aan dat zij hierdoor meer leren over wat hun keuzes betekenen voor collega’s met een andere rol, ze leren zo breder te kijken naar de zorgvraag dan alleen naar het ziektebeeld.”

 

Welke plannen zijn er om de IPE-leerwerkplaatsen verder uit te rollen?

“We kijken heel positief terug op de pilot bij de afdeling Emma Fauna. Ook op de kraamafdeling zijn de ervaringen met IPE goed. We hebben de intentie om deze leerwerkplaats ook op andere kinderafdelingen te introduceren. Tegelijkertijd weten we dat iedere afdeling anders is, er is niet één blauwdruk die je overal kunt toepassen. Er zijn veel mogelijkheden om IPE toe te passen, je kunt eenvoudig kleine IPE-activiteiten introduceren, en het mooiste zou zijn als deze vorm van onderwijs echt een doorlopende leerlijn wordt. Gelukkig zijn er al veel mooie initiatieven. We werken binnen de divisie 4 (Vrouw-Kindcentrum) actief samen aan de uitrol van de leerwerkplaatsen op de andere kinderafdelingen.

In het onderwijs zie je ook dat de UvA en de HvA nauw samen hebben gewerkt aan het ontwikkelen van een doorlopende leerlijn, die al in de bachelorfase van alle opleidingen begint, en waarbij de leerwerkplaats de laatste fase vormt, daarbij is bijvoorbeeld veel aandacht voor het waarborgen van gezamenlijke kwaliteit, leerdoelen, toetsing op opleidingsniveau.”

Wat wil je aan onderwijscollega’s meegeven?

“Een IPE-leerwerkplaats fungeert eigenlijk als een soort vergrootglas. Knelpunten in de samenwerking tussen verschillende professies worden uitgelicht. Daarmee ontstaat ruimte voor gesprekken die de uiteindelijke zorgkwaliteit en werkkwaliteit ten goede komen: wie draagt op welke manier bij aan een gezamenlijk en integraal zorgplan? Wat betekent mijn besluit voor de patiënt, de familie en mijn collega? Ga die gesprekken aan, zorg voor transparantie en laat het samen slagen door steeds aan te passen aan de omstandigheden.

Verder denk ik dat het echt belangrijk is om de IPE-leerwerkplaatsen echt sámen te ontwikkelen. In de kliniek is het onmogelijk om alleen te bedenken hoe je het gaat aanpakken. Je moet ideeën toetsen, met elkaar overleggen en in samenwerking bekijken wat de volgende stappen zijn. Mijn ervaring is dat mensen, ook binnen de tijdsdruk die er vaak is, heel enthousiast zijn om mee te denken en te doen. Betrek daarbij ook de studenten, maak het programma met elkaar en maak de student onderdeel van de innovatie. Zij ervaren in de praktijk wat nodig is om de leerwerkplaats verder te optimaliseren.”

Hoe kijk je naar de toekomst, welke vervolgstappen zouden mooi zijn?

“Uiteraard doe ik dit niet alleen. Er zijn heel veel mensen betrokken bij het verder ontwikkelen van de IPE-leerwerkplaatsen. Uiteindelijk zullen zo’n 150 (kinder)verpleegkundigen (i.o.), klinisch verloskundigen en (kinder)artsen (i.o.) getraind worden als IPE-supervisor. Ik ben heel blij dat er training wordt aangeboden vanuit het Teaching & Learning Centre, zodat we steeds meer zorg- en onderwijsprofessionals kunnen betrekken. In de toekomst hoop ik dat we een standaard kunnen neerzetten die we steeds verder kunnen uitbouwen. Eerste focus ligt bij de andere afdelingen binnen het VrouwKindcentrum, maar het zou ontzettend mooi zijn als niet iedere afdeling het wiel opnieuw hoeft uit te vinden. Ook kunnen we kijken hoe we andere zorgopleidingen (anders dan verpleeg- en verloskunde) kunnen betrekken. Daarnaast denk ik ook aan de vervolgopleidingen, van verpleegkundige naar kinderverpleegkundige of van basisarts naar kinderarts.”

 

“Een IPE-leerwerkplaats fungeert eigenlijk als een soort vergrootglas. Knelpunten in de samenwerking tussen verschillende professies worden uitgelicht. Daarmee ontstaat ruimte voor gesprekken die de uiteindelijke zorgkwaliteit en werkkwaliteit ten goede komen: wie draagt op welke manier bij aan een gezamenlijk en integraal zorgplan?”

Meer weten?

Heb je na het lezen van dit interview vragen over IPE-leerwerkplaatsen of over IPE-trainingen? Neem contact op met het Teaching & Learning Centre van de Faculteit der Geneeskunde UvA, e-mail naar tlc@amsterdamumc.nl.

Mail het Teaching & Learning Centre FdG

Meer verhalen van docenten