Hoe haal je het maximale uit peerreviewing voor studenten?

“Hoe kan ik nou feedback geven, ik ben toch niet de expert?”

Peerreviewing of peerfeedback: een proces dat vaak plaatsvindt in de academische wereld én in het onderwijs. Peerreviewopdrachten zijn zeker niet nieuw in het onderwijs, veel docenten zetten deze activiteit al vele jaren in. Wat wel nieuw is, is de aandacht voor het proces rondom het geven en verwerken van de feedback. Onderzoek laat zien dat we de leeropbrengst van peerfeedbackopdrachten niet altijd volledig benutten (Winstone & Carless, 2019). Hoe kun je deze opdrachten wel effectiever én efficiënter inrichten? Het TLC FGw is voor jou in de literatuur gedoken om de belangrijkste adviezen te beschrijven.

Waarom peerfeedback?

In de wetenschappelijke literatuur wordt de term peer reviewing gebruikt, in onderwijsonderzoek wordt vaker gesproken over peerfeedback. Het betekent hetzelfde, in dit artikel kiezen we ervoor om peerfeedback te gebruiken.
Peerfeedback kan heel veel opleveren, voor de ontvanger maar nog meer voor degene die de feedback geeft. Studenten krijgen meer grip op de succescriteria van een opdracht, nemen het perspectief van de lezer aan, leren hoe ze feedback moeten formuleren én ontvangen, voelen zich betrokken, etc. Kortom, peerfeedback zet aan tot diep leren waarbij studenten kritisch denken, verbanden leggen en nieuwe concepten creëren.

Bronnen

Poot, R. (2018). Diep leren door online peerfeedback. Geraadpleegd op: Diep leren door online peer feedback | SURF.nl
SURF (z.d.) Peerfeedbackcyclus in 8 stappen. Geraadpleegd op: surf.nl
Van Popta, E., Kral, M., Camp, G., Martens, R. L., & Simons, P. R. J. (2017). Exploring the value of peer feedback in online learning for the provider. Educational Research Review, 20, 24-34.
Winstone, N., & Carless, D. (2019). Designing effective feedback processes in higher education: A learning-focused approach. Routledge.
Winstone, N. E., & Nash, R. A. (2016). The Developing Engagement with Feedback Toolkit (DEFT). Geraadpleegd op: HEA – report

Haal het maximale uit peerfeedback

Toch worden lang niet altijd alle bovenstaande voordelen bereikt omdat sommige onderdelen van het peerfeedbackproces vaak minder aandacht ontvangen. Wat is er voor nodig om het maximale uit het peerfeedbackproces te halen? Onderzoekers hebben als antwoord op deze vraag de peerfeedbackcyclus ontwikkeld, zie de afbeeldingen hieronder (SURF, z.d.; Van Popta et al., 2017). Deze cyclus kun je ook aan de studenten laten zien: zo is het voor hen duidelijk waarom en wanneer een stap plaatsvindt.

In onderstaande alinea lichten we de stappen uit deze cyclus toe.

1.Doel

Wat zijn de doelen van de opdracht?

Doelen & beoordeling

 

Is het noodzakelijk dat de studenten feedback geven op de gehele tekst? Het kost jongerejaars vaak meer tijd om feedback te geven.
Wil je de studenten in twee- of drietallen feedback laten geven? In drietallen geeft iedere student feedback aan twee anderen. Dit voorkomt het probleem dat de ontvanger wordt gedupeerd wanneer de feedbackgever minder gemotiveerd is. Ook kan het de studenten wat meer vertrouwen geven: ‘dan ben ik in ieder geval niet de enige die ernaar kijkt’.

Hoe wil je de peerfeedbackopdracht beoordelen? Het kan studenten motiveren om een deel van de opdracht te beoordelen. Dit kan natuurlijk een aanvullende toets voor het wel/niet inleveren van de feedback zijn. Je kunt ook voor andere elementen kiezen, zoals:

  • het werkplan beoordelen (zie stap 7);
  • de studenten vragen hun best geformuleerde feedbackopmerking op te sturen en deze te beoordelen;
  • de leerdoelen die de studenten voor een volgende opdracht zelf formuleren, beoordelen (zie stap 8).

2. Instructie

Hoe leer je de studenten hoe zij feedback kunnen formuleren?

De opbouw van feedback & feedbackniveaus

Peerfeedback geven

Onderzoekers raden aan om de studenten hier expliciet instructie over te geven. Van Popta en collega’s (2017) beschrijven vier stappen waar een feedbackopmerking aan moet voldoen, zodat het meeste wordt geleerd door gever en ontvanger:

1. Oordeel. specifiek en concreet, vanuit ‘ik’-perspectief.
Ik vind deze alinea onduidelijk,
2. Onderbouwing. argumenten voor het onderbouwen van de mening.
omdat je vier verschillende argumenten noemt maar weinig uitleg geeft.
3. Suggesties ter verbetering. Suggesties in de vorm van vragen zijn effectiever dan enkel adviezen.
Waarom zijn deze vier argumenten zo belangrijk voor je essay? Kun je ze alle beter onderbouwen?
4. Verwijzing naar literatuur.
Eventueel kan een student een verwijzing naar een andere bron geven.

Wees je ervan bewust dat eerste- en tweedejaars studenten de eerste twee stappen al erg complex vinden. Begin hier dus mee en bouw dit rustig op naar stap 3 en uiteindelijk stap 4. Stem je verwachtingen hier ook op af: van masterstudenten kun je zeker verwachten dat ze suggesties aandragen en verwijzingen delen.

 

Niveaus van feedback

Hiernaast zijn er verschillende niveaus waarop je feedback kunt geven. Studenten zijn geneigd veel feedback te geven op het meest gedetailleerde niveau zoals de grammatica en referenties. Het is natuurlijk lastiger om feedback te geven op hoofdniveau, maar dit stimuleert juist het diepere leren en is nuttig voor de ontvanger. Grofweg kun je feedback op een tekst op drie niveaus geven:

1. Structuur op hoofdniveau:
a. Is de rode draad duidelijk? Komt het overeen met de hoofdvraag?
b. Is de opbouw en volgorde van onderwerpen logisch?
2. Structuur op gedetailleerder niveau: inleiding, paragrafen, conclusie en discussie
a. Is de inhoud van de paragrafen duidelijk?
b. Is de onderbouwing van de argumenten goed?
3. Overig: stijl, grammatica, referenties, titel

 

Maak ruimte voor de affectieve kant

Er komen veel emoties kijken bij het geven en ontvangen van feedback. Je herkent vast de opmerkingen van studenten: Hoe kan ik nou feedback geven, ik ben toch niet de expert? Of, hoe weet ik of de feedback van mijn peer wel goed is, die is toch geen docent? Het helpt om ruimte te maken voor dit gesprek, je kunt het de studenten uitleggen: door juist feedback te geven op een opdracht van een medestudent krijg je meer grip op de succescriteria. En juist omdat de studenten feedback van een medestudent ontvangen zullen zij deze veel kritischer verwerken, waar ze uiteindelijk juist veel van leren.

 

Tip 

  • Studenten zijn geneigd beter na te denken over de opbouw van kritische dan van positieve opmerkingen. Maar studenten leren net zoveel van positieve feedback als van negatieve, mits goed geformuleerd.

3. Criteria

Op basis van welke criteria geven de studenten feedback?

Docentgestuurde versus studentgestuurde criteria

 

Docentgestuurde criteria

Wanneer je docentgestuurde criteria hanteert, gebruik je de criteria die je als docent het belangrijkst vindt. Hiervoor kun je de beoordelingscriteria van de opdracht gebruiken. Als je in de peerfeedbackopdracht wil richten op een onderdeel binnen de beoordelingscriteria kun je hier aanvullende criteria voor formuleren.

Ben je benieuwd naar welke vragen/criteria je centraal kunt stellen in een peerreviewopdracht? Onze collega Wilma Miljaars ontwikkelde dit peerfeedbackformulier met Fransisca Jungslager voor hun boek Kritisch denken & schrijven (2016).

Studentgestuurde criteria

Hierbij laat je de studenten zelf de succescriteria van een opdracht formuleren, of het een vlog, essay of onderzoeksvoorstel betreft. Een effectieve werkvorm is om studenten te laten werken met geanonimiseerde voorbeelden. Verdeel de studenten in groepjes en geef elk groepje een sterk en zwakker voorbeeld, op basis van deze voorbeelden formuleren zij de succescriteria.

4. Feedback geven

Op welke manier geven de studenten elkaar feedback?

Beschikbare tools

Tool

Er zijn op dit moment twee tools beschikbaar binnen de UvA: Canvas Peer Review en Feedbackfruits Peer Review. Onze voorkeur gaat uit naar Feedbackfruits:, er zijn meer mogelijkheden en studenten en docenten vinden deze tool gebruiksvriendelijker om mee te werken. Binnen Feedbackfruits kun je studenten ook feedback laten geven op audio-/ en of video-opnames.

5. Feedback ontvangen

Hoe leer je studenten feedback effectief te analyseren?

Verschillende niveaus
    Je kunt de studenten ondersteunen in het analyseren van feedbackopmerkingen. Stimuleer de studenten om eerst naar opmerkingen op hoofdniveau te kijken. Een valkuil is namelijk om te beginnen met het analyseren van de feedback op detailniveau. De tweede stap is het onderzoeken van subjectiviteit en objectiviteit van de opmerkingen. Tot slot is het nuttig om te onderzoeken hoe een opmerking zich tot andere opmerkingen verhoudt.

6. Reflecteren

Hoe stimuleer je studenten om actief te reflecteren op hun feedback?

Passende werkvormen

Feedbackdialoog

Een werkvorm die de effectiviteit van feedback bijzonder verhoogt is de feedbackdialoog. In deze werkvorm wordt er doelgericht gesproken over de ontvangen feedback, dit kan tussen studenten of student en docent plaatsvinden. Binnen de peerfeedbackcyclus zal dit tussen feedbackgevers en -ontvangers zijn. Stimuleer de feedbackontvangers om hun feedback te analyseren voor dit gesprek, door bijvoorbeeld de volgende vragen voor te bereiden:
1. Vraag je feedbackgever om verduidelijking, wees kritisch en scherp in je vragen.
2. Wat wil je precies van je feedbackgever horen?

Deze gesprekken kunnen ook buiten de colleges plaatsvinden als huiswerkopdracht.

7. Verwerken

Hoe stimuleer je studenten om de feedback gestructureerd te verwerken?

Passende werkvormen

 

Zet aan tot werken

Het helpt om studenten direct na de feedbackdialoog aan te zetten tot het maken van een actieplan: welke elementen pakken ze als eerste op en hoe? Wat moet er nog worden uitgezocht? Dit plan kun je als huiswerkopdracht of opdracht tijdens een werkgroep geven. In dit werkplan kun je ook weer ruimte geven aan de affectieve kant van feedback ontvangen.

Quinton en Smallbone (2010) beschrijven de volgende vragen:
1. Hoe voel ik me over deze feedback?
2. Welke gedachten heb ik over deze feedback?
3. Op basis van de feedback, welke acties kan ik oppakken om mijn opdracht te verbeteren?

Reflectie op verwerken

Bij een volgende versie (of de definitieve versie) kun je de studenten vragen een korte reflectie te schrijven. Dit stimuleert hen om bewuster na te denken over het verwerken van feedback en de resultaten. Denk aan vragen als:

  • Met welke feedbackopmerking ben je aan de slag gegaan en hoe kan ik dit als lezer in de tekst herkennen?
  • Welke actie heb je ondernomen om een opmerking te verwerken?
  • Wat was de uitkomst van deze actie? Hoe heeft het jou in staat gesteld om te ontwikkelen/groeien?
  • Wat was hier moeilijk/uitdagend aan en waarom?

8. Leerdoelen toekomst

Hoe stimuleer je studenten om de feedback ook mee te nemen naar een volgende opdracht?

Passende werkvormen

Studenten vinden het uitdagend om feedback die zij op een opdracht hebben ontvangen, mee te nemen naar een volgende opdracht. Een volgende opdracht is vaak net anders. Daarbij worden studenten niet altijd gestimuleerd om deze feedback mee te nemen, zonde natuurlijk.

Blik op de toekomst

  • Bekijk je opmerkingen: wat heb je goed gedaan? Waarom heb je voldaan aan deze criteria? Wat moet je bij een volgende opdracht op dezelfde manier aanpakken?
  • Bekijk je opmerkingen: waar moet je nog in ontwikkelen? Waarom heeft je medestudent/docent deze opmerkingen gemaakt? Wat kun je in een volgende opdracht anders aanpakken? Waar moet je op letten?
    Deze blik op de toekomst kun je als startpunt voor een volgende opdracht gebruiken.