Het vijfde FRIS-café: een groeiende gemeenschap

Op donderdag 28 juni was het tijd voor alweer het vijfde FRIS-café. Deze zes-wekelijkse bijeenkomsten bieden de ontvangers van de Fair, Resilient & Inclusive Societies (FRIS)-themabeurs de gelegenheid om samen te komen, ideeën te delen en inspiratie op te doen. Onder leiding van docenten Dr. Mieke Lopes Cardozo en Drs. Rosanne van Wieringen werd het een editie vol connecties, toneelstukken én met hier en daar zelfs een dansje. In dit artikel blikken we terug op een dynamische en inspirerende middag.

 

Kuilen, dansjes en vliegtuigen

Vanaf 15.00 uur druppelen de beurshouders langzaam binnen in de Law Hub van de UvA. In deze langwerpige ruimte verzamelt  iedereen zicht achterin in ‘de kuil’. Dit is een lager gelegen gedeelte dan de rest van de ruimte dat omringd is door zitbanken. De kuil vormt letterlijk en figuurlijk het toneel van deze middag. Als om 15.15 uur alle beurshouders binnen zijn, trapt Mieke de sessie af. Ze heeft in co-creatie met Rosanne en Sneha – één van de FRIS-beurshouders – een bijzondere sessie voorbereid met veel spelvormen en reflectiemogelijkheden. Maar ook met een blik op de toekomst. De sessie vindt in ieder geval plaats in een veilige omgeving vertelt ze. “Participatie is vandaag mogelijk in elke rol. Soms heb je zin om volledig mee te doen en soms misschien niet, maar dat is allemaal oké.” Zo wordt ervoor gezorgd dat de aanwezige beurshouders zich op hun gemak voelen. En dat, terwijl er een fotograaf om de groep heen beweegt om de middag ook op beeld vast te leggen.

De beurshouders lijken zich niks van de camera aan te trekken en doen enthousiast mee aan de eerste opdrachten. Als eerst, staat er een warming-up op het programma met een rondje ‘Hey!’. Hierbij spreken de deelnemers elkaar aan met ‘Hey!’ en is het belangrijk dat ze elkaar aankijken. Het zorgt voor oogcontact en connectie en leidt vandaag merkbaar tot een open en inclusieve sfeer. Door deze sfeer vloeien de beurshouders moeiteloos over in de eerste theateroefening van de middag. Ze krijgen de opdracht om in een grote kring te gaan staan. Om de beurt moet iemand vrijwillig in het midden gaan staan om een zelfgekozen  emotie uit te beelden. Pas als er een tweede vrijwilliger aansluit om mee te doen en er zichtbaar contact is tussen de twee, mag de eerste persoon terug naar de kring. Vervolgens is het de beurt aan de tweede vrijwilliger om een nieuwe emotie te kiezen en zo gaat het spel verder. We zien ongemakkelijke begroetingen en mensen die onzeker en hoopvol op een tweede vrijwilliger wachten, maar we zien vooral ook dansjes, lachende gezichten en zelfs beurshouders die vliegtuigen (of vogels?) imiteren en zo vrij en zorgeloos door het luchtruim van de Law Hub vliegen.

“Wat FRIS echt betekent”

Nu iedereen is losgekomen, wacht een improvisatie-opdracht die echt gekoppeld is aan de FRIS-beurs. De beurshouders moeten in drietallen een rollenspel uitwerken. Twee personen spelen potentiële beurshouders die vanuit improvisatie een voorstel voor een nieuwe beursaanvraag moeten maken. Dit voorstel wordt voorgelegd aan de derde persoon, die een FRIS-commissielid speelt en na vijf minuten het voorstel moet goed- of afkeuren. De ‘potentiële beurshouders’ mogen elkaar steeds aanvullen met één toevoeging om zo tot een completer voorstel te komen.  De oefening helpt de beurshouders om te reflecteren op de communicatie met collega’s over de FRIS-projecten en stimuleert ze om vanuit verschillende perspectieven creatief te denken. Het leidt tot hilariteit, maar de aanwezigen komen ook dichter bij elkaar te staan en brengen zelfs een aantal écht goede ideeën voort. “Deze sessies en spelvormen helpen mij om te begrijpen wat ‘FRIS’ echt betekent en waarom deze beurs zo belangrijk is”, legt één beurshouder uit.

Na de pauze is het tijd voor een grote plenaire theateroefening. Als Mieke vraagt welke vrijwilligers mee willen doen, gaan de handen eerst aarzelend omhoog. Uiteindelijk werken vijf beurshouders vol overgave een nieuw rollenspel uit. Nu moet het bestuur van een fictieve falende bachelor het onderwijsprogramma nieuw leven inblazen. Als getrainde acteurs gaan de beurshouders volledig op in hun rollen en lachen ze, klagen ze, lijken ze ten einde raad en komen ze uiteindelijk tot overeenstemming. Ook het publiek zit niet stil en stelt kritische en analytische vragen vanuit voorafbepaalde perspectieven. Opnieuw leidt het tot reflectie en nieuwe inzichten. “Ik kan in dit toneelstuk mijn eigen ervaringen verwerken”, vertelt één beurshouder. Een andere beurshouder vindt het toneelstuk ook herkenbaar. “In de realiteit denken sommige mensen op de universiteit ook alleen aan hun eigen rol en geven ze niks om de waardes die wij met de FRIS-beurs juist uitdragen. Daarom is het belangrijk wat we met de beurs en tijdens de FRIS-cafés doen.”

De toekomst van FRIS

Na alle opwinding van het toneelspel wordt er weer rustig afgesloten in de kuil. De beurshouders krijgen hier de gelegenheid om via een regeneratief kader na te denken over de oorsprong, doelen en richting van FRIS. Eerst wordt ze gevraagd om de ogen te sluiten. Ze krijgen even de tijd om de oorsprong te visualiseren en te bedenken wat FRIS voor hen betekent. Als de ogen weer openen mogen ze hun visualisatie uittekenen op een post-it. Dit levert niet alleen prachtige tekeningen op, maar illustreert ook de gedeelde inclusieve visie. Eén beurshouder tekent bijvoorbeeld een spinnenweb dat ons allemaal verbindt. Een ander tekent weer bloemen. “De verschillende soorten bloemen staan symbool voor alle verschillende individuen in deze samenleving, maar we zijn wel allemaal verbonden door dezelfde ondergrond en hetzelfde water dat we krijgen.” De beurshouders zijn het er uiteindelijk over eens dat ze hier zijn vanwege hun verbondenheid in hun idealen, waardes en vooral vanwege hun empathie voor anderen.

Vanuit deze visie wordt er ook naar de toekomst van FRIS gekeken. “Wat wij zijn begonnen is aan het groeien, dit geldt voor onze projecten en voor de gemeenschap. Helaas zijn beurzen nog steeds heel competitief, terwijl we juist onze middelen moeten delen”, legt iemand uit. “FRIS kan juist een duurzaam netwerk worden, waarbij het delen van onze kennis zo waardevol is dat mensen hier deel van willen uitmaken. Je ziet het ook aan deze bijeenkomsten, waar mensen terug blijven komen”, voegt een ander toe. Iedereen is het er over eens dat het verder moet reiken dan deze groep beurshouders. “De FRIS-waardes zie je niet terug in het huidige wetenschappelijke onderzoek en daar moet verandering in komen. Net als de beurzen, is het volledige onderwijs te prestatiegericht. Het gaat voor studenten te veel om de cijfers, terwijl we samen met hen willen werken aan een netwerk van inspiratiebronnen. Hierbij is het essentieel dat we blijven denken aan de studenten, zij zijn onze poolster.”

Begeleider Mieke onderstreept de boodschap van de beurshouders en het belang van de FRIS-cafés. “In de bijeenkomsten zit altijd een element dat mensen kunnen toepassen in hun eigen werk en dat is gericht op onderwijs in, voor en met de samenleving. Wij moeten ze hierin faciliteren door eerst een veilige omgeving te creëren, zo ontstaat er ook een gemeenschapsgevoel. We zien ook dat dit lukt, dat de beurshouders terug blijven komen en dat de gemeenschap groeit. Het allerbelangrijkste is dat deze gemeenschap een eigen plek heeft en daarna willen we doorgroeien; binnen de UvA en daarbuiten. Er komt zelfs een FRIS-festival aan, dus we zijn nog niet klaar hier.”

Mieke Lopes Cardozo

Mieke is universitair hoofddocent Onderwijs en Inclusieve Ontwikkeling aan het Instituut voor Interdisciplinaire Studies (IIS), en maakt deel uit van de onderzoeksgroep Governance and Inclusive Development van de Universiteit van Amsterdam. Miekes academische en transdisciplinaire onderwijs, supervisie en onderzoek richt zich op de rol van onderwijs in processen van herstel, vredesopbouw, sociale en genderrechtvaardigheid en inclusieve ontwikkeling in de context van Sri Lanka, Atjeh/Indonesië, Bolivia, Myanmar en in het hoger onderwijs in Nederland.

Neem contact op met Mieke Lopes Cardozo

Rosanne van Wieringen

Rosanne is lerarenopleider bij het centrale Onderwijs- en Leercentrum en onderwijsontwikkelaar bij het Instituut voor Interdisciplinaire Studies. Het onderwijs dat ze ontwikkelt en geeft richt zich op transdisciplinaire onderwijsinitiatieven. Ze voert ook evaluatief onderwijsonderzoek uit naar de ervaringen van studenten met transformatieve vaardigheden die ze hebben opgedaan tijdens transdisciplinair onderwijs. Kenmerkend voor haar werk is de ambitie om onderwijs te ontwikkelen dat de kloof tussen wetenschap en maatschappij dicht.