Gerard Spaai bijna met pensioen

“Kansengelijkheid in het speciaal én hoger onderwijs heeft mij altijd zeer geïnteresseerd.”

Terwijl in onze Teacher Stories altijd één onderwijsprofessional centraal staat, is het typerend voor de altijd bescheiden Gerard Spaai om veelvuldig te benoemen dat hij “nooit iets alleen doet, maar altijd in nauwe samenwerking met vele betrokken en deskundige collega’s.” Met zijn naderende pensionering is er echter reden genoeg om met Gerard te spreken over de terugkerende thema’s in zijn carrière en over zijn plannen voor de toekomst.

Aandacht voor kansen(on)gelijkheid werd al vroeg een rode draad in jouw loopbaan.

“Wat weinig mensen zullen weten is dat mijn achtergrond waarschijnlijk anders is dan die van de gemiddelde onderwijskundig adviseur binnen het Teaching & Learning Centre. Mijn vader was mijnwerker en mijn moeder was ongeschoold. Misschien komt hier mijn interesse voor kansen(on)gelijkheid oorspronkelijk wel vandaan. Ik ben opgeleid als psycholoog en onderwijskundige. Vanuit een sociologische insteek interesseerde het mij altijd al zeer of mensen gelijke kansen hebben, afhankelijk van hun achtergrond.”

Je bent in 1994 gepromoveerd, hoe ging dat?

“Ik ben gepromoveerd op een heel ander onderwerp dan waar ik mij nu mee bezig houd. Ik deed onderzoek naar gedigitaliseerde spraak in computerprogramma’s voor beginnende lezers van een jaar of 6-7. We bouwden een interface waarbij kinderen de letters of woorden op een scherm aan moesten wijzen, ze kregen vervolgens de letters of woorden te horen. Heel innovatief voor die tijd! We kwamen er achter dat kinderen bij een combinatie van lezen en luisteren al vrij snel alleen maar aan het luisteren waren en stopten met lezen. Toen hebben we andere varianten bedacht. Na experimenten op proefscholen kwamen we met uitgevers in contact. Die gingen vervolgens met onze ideeën ‘aan de haal’ en zelf vergelijkbare software maken.
Voor mij deed zich niet lang daarna een kans voor om een driejarig onderzoeksproject uit te voeren gericht op het ontwikkelen en evalueren van leermiddelen bij Kentalis, een landelijke organisatie voor onderwijs aan en zorg voor mensen met auditieve en communicatieve beperkingen.” 

Gerard Spaai

Eigenlijk bracht jouw promotietraject je naar het Speciaal Onderwijs?

“Ik heb tijdens mijn loopbaan een heen- en weerbeweging gemaakt tussen het speciaal onderwijs en het hoger onderwijs, en ik heb aan beide met veel plezier mijn bijdragen geleverd. Tot op de dag van vandaag ben ik betrokken bij onderwijs aan doven en slechthorenden. Als ik straks met pensioen ben, dan wil ik graag een periode naar Afrika gaan om mij in te zetten voor onderwijs aan dove en slechthorende kinderen in een drietal scholen in Malawi. Hier zit een implementatie- en evaluatiekant aan, iets waar ik mij heel graag mee bezig houd.”

Hoe kwam je terecht bij de Faculteit der Geneeskunde UvA?

Sinds 2009 ben ik in dienst bij de Faculteit der Geneeskunde. Ik begon destijds als onderwijsadviseur bij de Raad van Bestuur. Ik hield me onder meer bezig met de accreditaties en de samenwerking tussen het AMC en andere onderwijsinstellingen. In 2011 gingen alle collega’s die zich bezighielden met onderwijsbeleid samenwerken op de afdeling Onderwijs & Studentenzaken, wat later het CEBE (Centre for Evidence Based Education) werd en inmiddels het Teaching & Learning Centre heet. Al snel kwamen de aandachtsgebieden curriculumontwikkeling en -evaluatie op mijn pad. Zo heb ik mogen bijdragen aan alle fases van de vernieuwing van de huidige bachelor Geneeskunde, van ontwerp tot implementatie en evaluaties. En toen deze intensieve tijd achter mij lag, wilde ik al nieuwe velden bespelen. Ik kwam vervolgens bij Tandheelkunde terecht. Ik heb het werken bij ACTA altijd met veel plezier gecombineerd met mijn functie aan de Faculteit der Geneeskunde, hoewel het soms ook intensief was. Nu houd ik er wel van om bezig te zijn. Ik lees graag een boek, maar eigenlijk wil ik meestal vooral gewoon iets doén. Dat blijft denk ik wel zo, ook na mijn pensionering.”

Onderwijskwaliteit en -evaluatie zijn de laatste jaren belangrijke onderwerpen geweest in je werk, hoe kijk je daar op terug?

“Onderzoek koppelen aan onderwijs en aan het verder ontwikkelen van het curriculum vind ik belangrijk. Als een van de projectleiders heb ik mogen bijdragen aan de uitgebreide evaluatie van de bachelor Geneeskunde. Ook ben ik als copromotor betrokken bij het promotieonderzoek naar Team Based Learning, hetgeen een kenmerkende onderwijsvorm is in deze opleiding. In evaluatieprocessen is er vaak veel druk op een organisatie om ergens mee aan de slag te gaan. Terugkijkend wil ik soms te snel gaan, terwijl het misschien ook meer gefaseerd kan en misschien wel moet. Maar het bachelorprogramma staat goed en ik ben trots op de vele collega’s die zich hiervoor hebben ingezet. Zeker het managementteam, de docenten en het nieuwe team van medical educators hebben hier veel aan bijgedragen.”

Op 27 november 2025 staat jouw afscheidssymposium geheel in het teken van selectie. Een onderwerp dat aansluit bij de rode draad in jouw loopbaan: gelijke kansen voor iedere student.

Het stond vroeger nauwelijks op de agenda, maar sinds enkele jaren weten we dat bepaalde groepen studenten minder vaak worden toegelaten. Ik vind het zeer te waarderen dat Amsterdam UMC en UvA nu veel oog hebben voor het selectieprotocol en gelijke kansen voor iedere student die zich aanmeldt. We weten ook dat een substantieel deel van de studenten met functiebeperkingen vertraging oploopt in het hoger onderwijs of zelfs uitvalt. Onvoldoende aansluiting tussen de leeromgeving en de student speelt daarbij een belangrijke rol. De mensen die het hoger onderwijs instromen met een functiebeperking hebben in het primair en secundair onderwijs al moeten knokken om er doorheen te komen. Eenmaal in het hoger onderwijs moeten ze wéér knokken om er doorheen te komen. In hoeverre dit ook in onze opleidingen speelt is onbekend. In eigen onderzoek  zagen we dat geneeskundestudenten met een niet-westerse migratieachtergrond vaker problemen hebben ervaren in hun studievoortgang ten tijde van grote onderwijstransformaties zoals de invoering van een nieuw curriculum en het online-onderwijs ten tijde van de COVID-19 pandemie. Gelukkig is hier tegenwoordig veel aandacht voor.”

Je bent nog druk met projecten die over het Bindend Studieadvies (BSA) gaan, horen we dit ook terug tijdens het symposium?

“Het BSA dat opleidingen aan het eind van het eerste studiejaar aan studenten kunnen geven, heeft naast voordelen ook nadelige effecten. Deze komen vaak onvoldoende naar voren of worden niet genoemd. We weten dat bepaalde groepen studenten het in het begin moeilijker vinden om hun draai te vinden in het hoger onderwijs. Dan gaat het wederom om bijvoorbeeld studenten met een functiebeperking of met een niet-westerse migratieachtergrond. In hoeverre wordt hier rekening mee gehouden als zij hun BSA krijgen en in hoeverre schuurt dit wanneer een opleiding met een hoge BSA-norm werkt? Tijdens één van de seminars van het symposium is er ruimte om hier met elkaar over te spreken. Tijdens het afsluitende panelgesprek komen ook studenten aan het woord over hun eigen ervaringen met en ideeën over selectie voor, tijdens én na de geneeskundeopleiding.

Ik ga mijn werk echt missen, dus ik ben heel dankbaar dat ik de gelegenheid krijg om dit soort projecten goed af te ronden. Over BSA en selectie schrijf ik, samen met collega’s van binnen en buiten het Amsterdam UMC, nog een overzichtsartikel in het kader van een door het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) gefinancierd project.

Heb je nog advies voor ons? Iets dat je misschien zelf graag eerder in je loopbaan had willen horen?

“Iets waar ik zelf te weinig aandacht voor had: een goede balans tussen werk en privé. Dit geldt niet alleen als je werkt, het is ook belangrijk voor onze studenten. In de prestatiegerichte maatschappij lijkt het soms alsof je altijd een 8 of 9 moet halen, soms kan het best een tandje minder. Gelukkig is er toenemend aandacht voor de dingen die spelen in de samenleving en gaat het niet meer alleen over eindtermen en kwalificaties halen, maar ook over welke rol je zelf speelt en wat je kunt bijdragen aan de samenleving.

Ik heb mijn werk altijd met veel plezier gedaan. En dat doe ik nog steeds. Ik blijf actief in het dovenonderwijs en ik wil tijdens mijn pensioen mijn bijdrage gaan leveren als leescoach, voor kinderen die opgroeien in een minder rijke taalomgeving. Ik heb al een stapel voorleesboeken gekocht, dus daar wil ik graag mee aan de slag. Daarnaast blijf ik nog een jaar verbonden aan het Amsterdam UMC als gastmedewerker om een aantal papers af te ronden.”

 

Symposium: Kiezen voor selectie

Meer weten over het symposium ‘Kiezen voor selectie: welke student wordt de arts van de toekomst?’ Hoe doen we de selectie zo goed mogelijk, voor en/of achter de poort? En hoe zorgen we dat we een diverse populatie zorgprofessionals opleiden?

Bekijk hier het programma:

Symposium: Kiezen voor selectie