Een zoektocht naar de best practices van kennisdeling onder studenten met verschillende disciplinaire en methodologische achtergronden

Hoe kunnen we studenten met verschillende achtergronden en studierichtingen trainen om hun disciplinaire kennis op een toegankelijke manier te delen? Dr. Lela Mosemghvdlishvili (zij/hen) van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid (FdR/PPLE) gebruikten de TLC Didactische Vernieuwingsbeurs (voorheen UVA Onderwijsinnovatiebeurs) om de best practices van kennisdeling onder studenten met verschillende disciplinaire en methodologische achtergronden te ontdekken.

Zij richtten zich specifiek op de context van het ontwerpen van een interdisciplinair onderzoeksproject. Daardoor ontdekten zij de meerwaarde van team teaching van docenten en paneldiscussies onder studenten. Maar ook hoe belangrijk groepsdynamiek en het vertrouwen van studenten is in werkgroepen. Daarbij ontdekten Lela ook dat het nodig is studenten te leren hoe ze met anderen moeten samenwerken.

Meer over Lela’s ontwikkelproces en haar ervaringen met de TLC Didactische Vernieuwingsbeurs
Lees hun uitgebreide en interessante verhaal hieronder. De ervaringen van Lela met de beurs en tips die zij willen geven aan andere docenten/beurshouders, vind je in het uitklapmenu onderin deze pagina. De beurs heeft hen laten ervaren hoe handig het is om onderzoek te documenteren en erover te reflecteren naarmate het vordert, en om er met collega’s over te praten.

Meer over de TLC Didactische Vernieuwingsbeurs

Verschillende niveaus van kennis van onderzoeksmethoden

“Ik wilde een onderwijsprobleem aanpakken dat me al een tijdje opviel. Ik coördineer en onderwijs een verplicht vak in methoden dat vlak voor de scriptie wordt gegeven in het interdisciplinaire honoursprogramma van PPLE. Aangezien PPLE vier afstudeerrichtingen heeft, Politiek, Psychologie, Rechten en Economie, kregen studenten zeer verschillend onderwijs in methoden in hun afstudeerrichtingen. Dit zorgt voor verschillende situatie als ik kijk naar de achtergrond van studenten wanneer ze naar mijn methodeles komen. En het creëert een probleem om inhoud aan te bieden aan een diverse groep, afkomstig uit verschillende vakgebieden, die voor iedereen interessant is. Er worden in onze opleiding zelfs grapjes gemaakt over de verschillende niveaus van methoden in de afstudeerrichtingen, dat bijvoorbeeld de advocaten niets van statistiek weten.”

Een diepe duik in de literatuur en het interviewen van collega’s

“Wat ik met deze beurs wilde bereiken, was uitzoeken wat de best practices zijn in deze situaties met studenten van verschillende disciplinaire achtergronden. Mijn belangrijkste vraag was: hoe kunnen we kennisdeling faciliteren? De tweede stap was hoe we het toepasbaar kunnen maken op deze specifieke cursus die ik geef, op een manier dat kennis voor iedereen even interessant en uitdagend is. Mijn belangrijkste doelstellingen waren dus ten eerste het identificeren van de essentiële vaardigheden en competenties voor succesvolle interdisciplinaire kennisdelingspraktijken. Ten tweede het ontwerpen van overeenkomstige leeractiviteiten en beoordelingsinstrumenten voor PPLE.”

“Dankzij deze beurs kon ik diep in de literatuur over dit onderwerp duiken. Ik heb vele uren besteed aan literatuuronderzoek om te kijken welke oplossingen er in de literatuur te vinden zijn. Daarbij heb ik nagedacht over hoe we dit kunnen vertalen naar ons programma. Ik wilde ook praten met andere docenten binnen PPLE die betrokken waren als docenten bij mijn cursus. Ik wilde weten hoe zij dachten over het faciliteren van kennisdeling en welk type interdisciplinaire kennis zij nodig vinden voor ons programma.”

 

 

Team teaching

“In de literatuur vond ik dat ’team teaching’ een van de beste voorbeelden is om interdisciplinair les te geven. Binnen een interfacultair docententeam brengen de verschillende docenten hun verschillende perspectieven in. Team teaching is echter niet de norm. Een van mijn interventies was dat ik probeerde zo’n experiment op te zetten, en dat was de grootste verandering en spannend. Ik organiseerde wekelijkse bijeenkomsten met het team, waarbij ik bijeenkomsten voorbereidde voordat de cursus begon.”

“Toen de cursus eenmaal liep, hielden we kortere bijeenkomsten met het hele team. Deze cursus wordt gegeven door 12 verschillende docenten. Ik was erg nerveus voor de 1e teamvergadering, omdat collega’s niet gewend waren om in teamverband les te geven en ik hen vroeg om hun comfortzone te verlaten. Ik wilde niet nog meer druk leggen op de docenten, die al onder grote druk staan. Tijdens de eerste bijeenkomst ondervond ik wat weerstand, waardoor ik nerveuzer werd. Maar de weerstand veranderde geleidelijk na een paar bijeenkomsten.”

“We werden weer net studenten. We probeerden een gemeenschappelijke basis te vinden en probeerden elkaars standpunten te begrijpen en hoe we van daaruit les konden geven. Uiteindelijk was iedereen erg enthousiast waardoor we doorgaan met team teaching. Nu iedereen al een tijdje volledig terug op de campus is, zullen we kleinere docententeams van twee tot drie docenten moeten maken, omdat dat logistiek gemakkelijker is. Ik zal meer onderzoek blijven doen naar hoe het werkt om teamonderwijs vorm te geven.”

 

Werkgroepen en paneldiscussies

“In ons programma hebben we kleine werkgroepen van vijftien studenten, die geleid worden door één tutor. We hebben samengestelde klassen gemaakt die drie tot vier werkgroepen van verschillende studierichtingen samenbrachten. Aan het begin van elke les was er een online paneldiscussie, waarbij elke tutor zijn eigen mening gaf over het onderwerp van de dag. Het was een panelvorm zoals we die ook op academische conferenties zien. Het was niet van tevoren uitgedacht, maar gebaseerd op vragen die studenten wilden stellen. Dat creëerde een natuurlijke discussie. Het was iets nieuws waarbij we elkaar beter leerden kennen en moeilijke onderwerpen konden aansnijden. Er was ruimte om te delen dat we het over sommige theorieën oneens waren, om te laten zien dat verschillende disciplines verschillende benaderingen kunnen hebben. Het liet zien hoe belangrijk het is om goede onderzoeksvragen te formuleren.”

“Ik denk dat deze paneldiscussies een positieve ervaring waren voor iedereen en erg interessant voor zowel docenten als studenten. Een van mijn collega’s zei dat de panelopstelling eerst ongemakkelijk voelde, maar daarna heel goed bleek te werken. Naarmate we verder in de cursus kwamen, werden de panels inhoudelijker. De gestelde vragen ondervonden soms wat weerstand, maar over het algemeen was de ervaring positief. Het hele docententeam wilde daarom de paneldiscussies behouden, omdat ze zoveel bijdragen aan de interdisciplinariteit. We zijn ook gaan werken met gastdocenten om te praten over de inhoud die wordt gegeven. Voor de panelgesprekken nodigden we vier verschillende docenten uit om over het college te praten. We hebben gemerkt dat studenten de neiging hebben om hun vragen te stellen aan de specifieke docent van hun eigen vakgebied. Dus de studenten in mijn groep die met juridische vragen bezig waren, stelden die aan de docenten van de rechtsgeleerdheid.”

De waarde van samenwerken aanleren

“We hebben ook, in plaats van aparte opdrachten per werkgroep, één lange gezamenlijke opdracht gemaakt. In het teamonderwijs kwamen we op het idee om het individuele voorstel te veranderen in een groepsvoorstel en werkten we aan peer review voor elke groep, zodat de verschillende groepen elkaar peer reviewden. We lieten studenten oefenen met samen schrijven en ondersteunden hen om individueel schrijven te combineren en te integreren in het collectieve schrijven. Studenten bleven zeven weken lang in dezelfde interdisciplinaire teams, wat voor vertrouwen in de groepen zorgde. Maar in sommige uitzonderlijke gevallen was er een vertrouwensprobleem. Sommige groepen hadden het dus moeilijk in het begin. Het is niet gemakkelijk om samen te werken in een interdisciplinair team, omdat de leden vaak hun ‘disciplinaire taal’ spreken. Dat kan in het begin enige frustratie veroorzaken. Maar ik denk dat het heel belangrijk is om studenten de waarde van samenwerking bij te brengen en het in de praktijk te brengen, omdat we in de wetenschap en de academische wereld moeten samenwerken.”

 

Groepsdynamiek en vertrouwen

“Het literatuuronderzoek leverde een aantal verrassende uitkomsten op waar ik zelf niet aan gedacht zou hebben. Zo bleek groepsdynamiek erg belangrijk te zijn. Als er geen vertrouwen is tussen de teamleden, dan is er geen basis voor het gelijkwaardig delen van kennis. Het is heel belangrijk om te voorkomen dat studenten zich voor elkaar afsluiten, zodat ze met hun kennis een gelijkwaardige bijdrage kunnen leveren. We moeten het probleem van vertrouwen in groepswerk aanpakken en dat hebben we gedaan. Eén groep deed bijvoorbeeld regelmatig check-in sessies, waarbij persoonlijke ervaringen over de groepsdynamiek werden geuit. Voor hen hielp dit om vertrouwen en een band te creëren die leidde tot een betere samenwerking. De teams werden zo samengesteld dat de leden uit verschillende studierichtingen kwamen.”

“De eerste dag onderhandelden de studenten over hun rollen. We voorzagen hen van de regels voor het groepswerk. Wij docenten bemoeiden ons er niet mee. Het was aan de groep om hun eigen werk te organiseren. Na twee weken introduceerden we een luisteroefening, waarbij elke student kon vertellen wat zij voelden binnen de groep, waarbij de anderen luisterden zonder commentaar. Elke student sprak zich uit, het was simpelweg het delen van hun ervaring, niemand werd verondersteld de ‘problemen’ op te lossen of erover te discussiëren. Het mocht er gewoon zijn. Dit is een techniek die afkomstig is van de geweldloze communicatie-aanpak van psycholoog Marshall Rosenberg. Daarna bespraken we vertrouwen in het algemeen. Van wat ik terug hoorde van de studenten, waardeerden ze het.”

Lela’s ervaring met de beurs en tips voor andere docenten/beurshouders

Een gemeenschapsgevoel met andere docenten en andere voordelen van de TLC Didactische Vernieuwingsbeurs 

“De oproep voor de beurs was in juni 2021 en het project begon in september 2021. Het duurde een academisch jaar tot juni 2022. Ik kreeg 80 standaarduren, inclusief het onderzoek en de peer-consultaties. We kwamen regelmatig bijeen in reviewsessies met peers en andere docenten die dezelfde beurs hadden gekregen voor hun projecten. En we deelden hoe het ging en we presenteerden de resultaten, wat een gemeenschapsgevoel gaf. We structureerden onze feedback en observeerden elkaars projecten, waardoor er een beetje positieve groepsdruk ontstond en we verantwoording aan elkaar aflegden.”

 

“De beurs maakte het mogelijk om een manier te vinden om methoden op een interdisciplinaire manier te onderwijzen. Ik initieerde om werkgroepen te implementeren en met studenten van verschillende afstudeerrichtingen in een groep te werken. Maar ook het werken met interdisciplinaire onderwijsteams. Dit allemaal leidde over het algemeen tot een hogere kwaliteit van interdisciplinariteit in de paper- en scriptievoorstellen van de studenten. Omdat we ook werkten aan teambuilding was de kracht van de groepsdynamiek beter uitgewerkt. Het leverde op wat ik hoopte en riep ook meer vragen op. Ik zou meer onderzoek willen doen naar hoe je de groepsdynamiek van studenten kunt faciliteren, en niet alleen het delen van kennis. Als een studententeam niet werkt, moeten wij als docenten tools hebben om de groepsdynamiek te verbeteren. Om te werken aan hoe studenten zich beter kunnen hechten. Ik zou graag meer onderzoek willen doen naar wat de beste manieren zijn om aan zo’n hechtingsproces te werken.”

Tips voor docenten die op het punt staan hun project te starten met een (innovatie)beurs

“Mijn twee belangrijkste adviezen zijn om het onderzoek te documenteren en erover te reflecteren naarmate het vordert, en om er met collega’s over te praten. Ik vond het belangrijk om het proces van het uitvoeren van de onderwijsinterventie te blijven documenteren. Vaak vergeten we, als we ondergedompeld zijn in het onderwijzen, te reflecteren en een stap te nemen om na te denken over welke lessen we hebben geleerd of hoe anderen deze kunnen overnemen. Het bijhouden van een (digitaal) dagboek, waarin je aantekeningen maakt over het proces, kan van grote waarde zijn.”

 

“Wees ook niet bang om collega’s aan te spreken, proactief te mailen en gesprekken aan te gaan. Als ontvanger van deze beurs heb ik geleerd om openlijker te praten over de problemen die ik tegenkom in mijn onderwijs en om advies te vragen aan collega’s. We zitten in hetzelfde schuitje. Een van de sterke punten van dergelijke beurzen is dat ze de vorming van een gemeenschap van docenten mogelijk maken, waar het zien van elkaars werk kan inspireren en versterken.”

Meer over de TLC Didactische Vernieuwingsbeurs

Meer informatie over Lela Mosemghvdlishvili (zij/hen)

Dr. Lela Mosemghvdlishvili (cum laude MSc., cum laude B.A.) hebben vijftien jaar ervaring in het lesgeven en begeleiden van bachelorstudenten. Momenteel combineren zij onderzoek naar contemplatieve pedagogie als Education Research Fellow aan de Universiteit van Amsterdam met het ontwerpen van cursussen en het coördineren van academische vaardigheden bij het interdisciplinaire honoursprogramma PPLE. Naast haar academische werk is Lela een student van wijsheidstradities en brengen zij regelmatig tijd door in stille retraites voor introspectie en oefening. Hun achtergrond is in technologiestudies en communicatiewetenschappen. Ze promoveerden met een interdisciplinair manuscript, Politics of Mobile Code: Possibilities and Limitations of Writing Software for Smartphones, aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Bekijk ook:

Lela’s UvA-profiel

Lela’s profiel PPLE College

Lela Mosemghvdlishvili geven ook les in de cursus ‘Designing contemplative learning in higher education’ voor TLC.