Een duik in activerend onderwijs met Tim Wolff

Activerend onderwijs kan een uitdaging zijn, vooral in hoorcolleges waar de traditionele vorm moeilijk te doorbreken lijkt. Toch zijn er docenten die met succes een interactieve dynamiek weten te creëren. In een interview deelt UvA-docent Tim Wolff inzichten, strategieën en ervaringen met het implementeren van activerend onderwijs in de academische setting. Tim heeft een deel van zijn onderwijssabbatical besteed aan het verdiepen van zijn kennis over activerend onderwijs. Hierbij heeft hij zich voornamelijk gericht op het vernieuwen van zijn hoofdvakken Rechtsfilosofie en Mensenrechten en pluraliteit. Tim heeft zijn eigen methoden geïnventariseerd, onderwijskundige literatuur doorgenomen en TLC cursussen gevolgd om zijn pedagogische aanpak te verrijken en te verbeteren.

Interactief en dynamisch onderwijs

Een eerste punt is de volgorde van presentatie. In plaats van eerst abstracte theorie uitleggen en dan illustreren met een voorbeeld, doe ik het meestal andersom. Ik val bijvoorbeeld meteen met de deur in huis met een plaatje van een voorbeeld. In een hoorcollege over de vrijheid van meningsuiting versus de vrijheid van godsdienst laat ik bijvoorbeeld een nieuwsbericht over een koranverbranding zien. Dan vraag ik naar standpunten van studenten hierover en natuurlijk naar argumenten en laat ze op elkaar reageren. Het helpt hierbij de zaal scherp te houden door ook studenten aan te wijzen die niet uit zichzelf hun vinger opsteken. Het liefst gebruik ik actuele, controversiële en spannende of grappige voorbeelden, waar studenten hopelijk uitgesproken opvattingen over hebben.

Na zo’n impressionistische eerste discussie probeer ik geleidelijk de gehoorde meningen en argumenten te plaatsen binnen en tegenover de theorieën van de voorgeschreven literatuur. Dan vraag ik aan studenten die iets hebben gezegd wat ze vinden van een theoretisch punt dat tegen hun standpunt ingaat.

Ten derde maak ik soms de toepassing van theorieën uit de literatuur op actuele casus expres niet helemaal af als de studenten er zelf niet uitkomen. Dan zeg ik bijvoorbeeld dat ze er in de werkgroep verder over kunnen discussiëren. Iets dergelijks doe ik soms met lastige oude tentamenvragen. Ik projecteer zo’n vraag en zeg erbij dat het een tentamenvraag is, dan worden de oren meteen gespitst. En probeer dan aan de hand van socratisch bevragen de studenten op het goede spoor te zetten.

Als docent is het dan volgens mij goed om de verleiding te weerstaan het te veel te gaan uitleggen, want dan gaan studenten weer achteroverleunen. Dat laatste is volgens mij de kern, dat je voorkomt dat studenten achteroverleunen en het college gaan “consumeren”.

Daarbij helpt het ook om te voorkomen dat je Powerpoint dia’s een uitputtende samenvatting van de stof vormen. Natuurlijk kun je best af en toe een mooi schema of kenmerkenlijstje projecteren, maar ik ben er zelf niet te scheutig mee. Mijn idee is dat je als student aanwezig moet zijn geweest, goed moet hebben opgelet en zelf aantekeningen moet hebben gemaakt, om iets te hebben aan de slides. Ik ben geen voorstander van het streamen of uploaden van opnames van hoorcolleges; voor mij omvat “activeren” ook studenten naar Roeterseiland krijgen. Als ik tekst projecteer doe ik dat meestal in telegramstijl of zelfs alleen met trefwoorden, zodat studenten voor precisie nog zelf de literatuur erbij moeten pakken. Als ik wil dat er goed wordt geluisterd, naar mij en naar elkaar, bijvoorbeeld in een plenaire discussie, dan zet ik het scherm soms op zwart.

Ik experimenteer ook met dingen als petje-op-petje-af-achtige quizzen, studenten in duo’s verdelen en dergelijke. De ene keer bevalt dat beter dan de andere. Het moet ook niet al te veel een circus worden, vind ik.

“Activerend onderwijs is onderwijs dat ervoor zorgt dat studenten niet alleen informatie absorberen maar ook dingen doen als oefenen, reflecteren, uitproberen, bekritiseren, discussiëren.”

Balanceren van populariteit en effectiviteit

Net als dat studenten achteroverleunen als je ze de kans geeft, is het voor docenten ook lastig om niet te vervallen in “zenden”. Je hebt als docent verstand van een onderwerp en de neiging kan groot zijn om daar uitgebreid over te gaan vertellen en daar mooie samenvattende schema’s over te maken. Ik denk dat studenten uiteindelijk meer en op hogere cognitieve niveaus leren als ze meer worden geactiveerd.

Wat ook lastig is, is dat je je als docent populair maakt als je alles overzichtelijk en uitputtend presenteert en samenvat. Dat kan leiden tot positieve studentevaluaties en dan denk je misschien al snel, het werkt wat ik doe. Maar evaluaties zeggen niet per se veel over leereffecten en meten misschien zelfs wel eerder dingen als populariteit en gemak. De andere kant is dat je juist weerstand kunt ervaren wanneer je studenten aan het werk zet. Hierdoor kan het best “eng” zijn om te proberen activerend les te geven.

Toekomstplannen voor activerend onderwijs

Voor de toekomst zou ik de voorgeschreven teksten willen inkorten. Ik vind het belangrijk dat we studenten zover krijgen om zelf lastige teksten te bestuderen en niet te leunen op commercieel verkrijgbare samenvattingen. Bij Rechtsfilosofie merken we dat er een grote drempel is om lange teksten te lezen die analytisch en qua stijl complex en vaak ook nog Engelstalig zijn. Als het wat behapbaarder is, zal die drempel hopelijk lager worden. Ik zou ook het aantal vooraf te maken werkgroep opdrachten laag willen houden, zodat er ruimte komt voor plenair close-readen van lastige passages in de werkgroepen.

Daarnaast zou ik vaker van jaar op jaar willen variëren qua teksten en opdrachten. Dat maakt het voor docenten spannender en voor Studeersnel.nl-achtige sites lastiger om de inhoud van het vak online te zetten. Maar daar spelen natuurlijk ook mogelijke problemen van werkdruk.

Ook wil ik met werkgroep docenten afspraken maken over het toepassen van onderwijskundige inzichten, zoals formatief toetsen. Bijvoorbeeld, voor de pauze in werkgroepen een kort rondje meerkeuzevragen met plenaire feedback. Dit geeft studenten inzicht waar ze staan en de docent kan bijsturen zonder ingewikkelde tussentoetsen. Veel docenten bij Rechtsfilosofie werken bij complexe casusvragen al met het indelen van de werkgroep in subgroepjes die dan hun bevindingen moeten presenteren. Die methode vind ik zelf goed en zou ik willen stroomlijnen en enigszins uniformeren zodat dit in alle werkgroepen optimaal verloopt.

Over Tim Wolff