Het aanbieden van e-learnings maakt het mogelijk om tijd- en plaatsonafhankelijk kennis te delen. Zo kan een e-learning goed ingezet worden bij de voorbereiding van studenten op colleges om het onderwerp te introduceren, zodat tijdens het college meer verdieping gegeven kan worden. Door vooraf een e-learning aan te bieden, ontstaat er ruimte om klassikaal te reflecteren, discussiëren of praktijkoefeningen te doen. Studenten bepalen zelf het tempo en kunnen net zoveel tijd besteden aan de e-learning als zij nodig hebben.

Leerstof in een e-learning module wordt over het algemeen aangeboden in de vorm van pagina’s met tekst, aangevuld met media zoals video, geluidsfragmenten en afbeeldingen. Daarnaast kan je gebruik maken van diverse interactieve werkvormen, zoals oefenvragen met directe feedback en interactieve afbeeldingen. Wanneer je deze mogelijkheden op de juiste manier met elkaar combineert, ontstaat een afwisselende en aantrekkelijke leermodule die studenten motiveert de leerstof in hun eigen tempo en tijd te bestuderen.

• Leerstof die regelmatig onderhevig is aan verandering;
• Leerstof waarbij praktische oefening vereist is, denk aan vaardigheidsonderwijs of gesprekstechnieken*;
• Leerstof die zich niet goed leent voor zelfstudie, zoals complexe stof waarbij uitgebreidere instructies nodig zijn.

*Voor dergelijke vakken zijn e-learnings wel te gebruiken, maar focus in dat geval puur op de theoretische kennis die nodig is voorafgaand aan de praktische oefening.

Door eerst goed na te denken over wat je precies wilt overbrengen en de manier waarop je dit wilt doen. Een voorbeeld van een stappenplan kan zijn:

1. Bepaal de leerdoelen.
2. Bedenk wie de doelgroep is, ga na welke voorkennis ze al hebben.
3. Stippel de leerreis uit door dit te verwerken in een storyboard of leerplan.
4. Maak een scope, waarin je onderscheid maakt tussen wat wel en wat niet te behandelen (scheid ‘need to know’ van ‘nice to know’).
5. Gebruik afwisselende contentvormen (afbeeldingen, video, audio, infographics etc.).