TLC-Centraal
ACTAAcademisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam
EBEconomie & Bedrijfskunde
FdGFaculteit der Geneeskunde
FdRFaculteit der Rechtsgeleerdheid
FGwFaculteit der Geesteswetenschappen
FMGFaculteit der Maatschapij- en Gedragswetenschappen
FNWIFaculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
Herinner je je nog hoeveel tijd die je hebt besteed in het verleden aan vakken die nu niet meer gegeven worden? Het is zonde om al dat werk in de prullenbak te gooien. Hieronder vind je ideeën over het hergebruiken, delen, en lenen van cursusmateriaal.
Opdrachten uit oude cursussen kunnen soms worden hergebruikt, als er voldoende overlap is met de nieuwe cursus. Er zijn wel een aantal zaken waar je op moet letten, daarbij:
Het updaten van opdrachten is uiteraard nodig om te zorgen dat recente kennis en inzichten zijn meegenomen in de opdracht. Maar daarnaast is het ook belangrijk dat de opdracht aansluit bij de belevingswereld van de huidige groep studenten.
Sommige rubrics en nakijkformulieren zijn wat generieker in opzet, bijvoorbeeld die voor het beoordelen van presentaties. Deze worden vaak al hergebruikt. Andere zijn specifieker toegespitst op een bepaalde opdracht, en zijn met die opdracht in gedacht ontworpen. De mogelijkheid tot het hergebruiken van dit soort materiaal wordt soms over het hoofd gezien. Toch zijn soms maar een paar aanpassingen nodig om prima te functioneren voor een aanverwante opdracht.
Bij het updaten van rubrics en nakijkformulieren gaat het meestal om het identificeren van opdracht-specifieke eigenschappen die er op een of andere wijze in terug moeten komen. Ook is het verstandig te kijken naar de weging van onderdelen, of de becijfering in het licht van de leerdoelen van de huidige cursus. Specifiek:
De meesten van ons gebruiken een ouder werkboek of oudere cursushandleiding als voorbeeld bij het ontwerpen van een nieuwe cursus. Daarbij gebruiken we vaak óf steeds dezelfde, óf de meest recente die we kunnen vinden. Het zich echter terugbetalen als je door je eigen oude cursussen of zelfs door die van collega’s gaat op zoek naar cursussen die overeenkomsten hebben met wat je nu voor ogen hebt. De lengte van de cursus, de cursusinhoud, het soort cursus (is het een methodevak of een themavak?) zijn allemaal zaken waar je op kunt letten. Soms kunnen meerdere oudere documenten dienen als het uitgangspunt voor een nieuwe cursus.
Hoewel het gebruiken van bestaande documenten tijd zal schelen, is het belangrijk om toch niet te onderschatten hoeveel tijd het nog kost om de materialen te updaten. Het gaat om documenten die leidend zijn voor de cursus, en die vaak door studenten geraadpleegd zullen worden. Studenten zullen je fouten of verkeerde informatie zeker niet in dank afnemen. De lijst hieronder kan als checklist dienen bij hert doorlopen van je document en helpen problemen te voorkomen.
Steeds vaker bieden digitale tentamen-tools de mogelijkheid voor docenten om een database van vragen op te bouwen. Daarnaast hebben de meesten van ons wel ergens onze eerdere tentamenvragen bewaard, ongeacht de technologie die voorhanden was. Tentamenvragen richten zich meestal op een klein onderdeel van een cursus, en zijn dus geschikt als individuele vraag hergebruikt te worden in aanverwante cursussen of in een ander maar overlappend curriculum.
Echter, of ze nu letterlijk worden overgenomen of als inspiratie voor een ge-update versie dienen, het is belangrijk na te gaan wanneer ze voor het laatst zijn gebruikt. Vooral als ze uit een verzameling vragen komen die collega’s met elkaar delen, bestaat het gevaar dat studenten dezelfde vraag in verschillende cursussen tegelijk tegenkomen, of in tentamens uit opeenvolgende jaren. Dit is misschien niet zo erg voor een enkele multiple-choice vraag, maar het kan problematisch zijn bij complexere open vragen.
Om deze reden dient het de aanbeveling om (zeker open) vragen altijd te herformuleren, tenzij je een waterdichte methode hebt om er zeker van te zijn dat er minimaal drie jaar is verstreken sinds de vraag het laatst werd gebruikt.
Bij het updaten van tentamenvragen is het van belang dat de vraag (en het vermeende juiste antwoord) de huidige stand van de wetenschappelijke kennis weerspiegelt. Daarnaast dienen voorbeelden en verwijzingen herkenbaar te zijn voor de huidige studenten.
Hoorcollege-slides kunnen vaak makkelijk hergebruikt worden, maar let op dat het eindresultaat niet een mengelmoes van allerlei stijlen en losse onderwerpjes is. Let op dat verschillende docenten PowerPoint heel verschillend gebruiken, en dat zowel taalgebruik als visuele aspecten tussen collega’s sterk in stijl kunnen verschillen. Verschillende stijlen in een PowerPoint presentatie kan verwarrend zijn voor studenten, en de natuurlijke flow uit je hoorcollege halen. Slides van collega’s kunnen prima als inspiratie dienen, maar het loont vaak om een eigen versie te maken, die beter past bij de rest.
Slides uit eigen cursussen kunnen echter vaak prima ingevoegd worden, en zijn een echte Time Saver. De beste resultaten krijg je meestal door een paar slides die samen een topic behandelen in hun geheel te integreren. Binnen de volledige PowerPoint ziet dit eruit als een logisch onderdeel, en dat komt je narratief ten goede.
Oude PowerPoint slides er up-to-date uit laten zien, gaat natuurlijk ten dele over het taalgebruik en de voorbeelden die je kiest. PowerPoint is echter een van de meest visuele middelen die wij als docenten gebruiken. De visuele presentatie is wat je slides interessant maakt; hier kun je spelen met humor en de nieuwsgierigheid van de studenten. Daarnaast helpt visuele ondersteuning de studenten een verhaal niet alleen beter te begrijpen, maar ook beter te onthouden.