Ooit was ze zelf student in de Master Evidence Based Practice. Inmiddels doceert de gepromoveerde Jolanda Maaskant al jaren aan deze tweejarige opleiding en begeleidt ze studenten. De overige vijftig procent van haar tijd werkt ze als senior onderzoeker in het Vrouw-Kind Centrum. “Deze combinatie van banen zou ik niet willen missen.”

“De studenten in de post hbo master EBP zijn bijna allemaal werkende professionals die willen leren om wetenschappelijk onderzoek te doen op hun eigen vakgebied”, legt Jolanda uit. Ze komen uit alle velden van de zorg. Denk aan artsen, verpleegkundigen, diëtisten, huidtherapeuten, logopedisten en ga zo maar door. Al die diverse professionele achtergronden van binnen en buiten het ziekenhuis maken het enorm boeiend voor ons als docent en voor de studenten onderling. Daarnaast is er grote variatie in ervaring. We hebben HBO-V’ers die net van de studie komen, maar ook vijftigplussers die expert zijn op hun vakgebied. Sommigen doen deze master naast hun promotietraject. Na afronding zijn ze klinisch epidemioloog.”

Inhaalslag
“Vooral de paramedici en verpleegkundigen zijn bezig met een inhaalslag op het gebied van onderzoek. Ze willen graag hun praktijk meer evidence based onderbouwen. Ik zie meer emancipatie van die beroepen die meedoen aan onderzoek vanuit de eigen praktijk. Naast dat ze hun eigen patiëntengroepen zo steeds beter kunnen bedienen, nemen ze ook andere rollen op zich. Verschillende studenten van EBP veranderen van positie en krijgen bijvoorbeeld een rol als EBP coördinator bij een HBO opleiding.”

Verantwoordelijkheid
“We geven onze studenten mee dat wetenschappelijk onderzoek een grote verantwoordelijkheid met zich mee brengt. Soms worden op basis van de uitkomsten beleidsbeslissingen genomen die verstrekkende gevolgen voor patiënten kunnen hebben. Zorgvuldigheid is van het grootste belang.”

Hybride
“Deze master is een hybride opleiding die we zowel fysiek als online geven. De colleges zijn we tijdens de coronaperiode gaan inspreken en opnemen. Dat hebben we zo gelaten. Studenten kunnen op hun eigen moment kijken naar het college. Natuurlijk is het dan lastiger om de actualiteit er in mee te nemen, maar dat bespreken we later tijdens hybride lessen. Als het even kan komen onze studenten naar het AMC, maar omdat ze uit het hele land komen is er ook altijd een groep online. Die mogelijkheid vinden ze heel fijn.”

Uitdagingen
“Als docent ervaar ik wel een paar uitdagingen met het hybride onderwijs. Ik vind het best lastig om mijn aandacht te verdelen over twee groepen. Ik moet me echt bewust zijn van de online groep, de kans bestaat dat je ze een beetje vergeet terwijl je je fysieke groep les staat te geven. We hebben daarom altijd een extra docent die de chat en het beeld in de gaten houdt. Voor mijzelf merk ik dat ik in de zaal meer de non-verbale communicatie opmerk en daar sneller op reageer. Aan de andere kant merk ik ook dat ik zakelijker vertel als ik online iets overdraag. Een andere uitdaging is om aan te sluiten bij de verschillende niveaus van je studenten. We hebben daarom altijd wat extra opdrachten achter de hand voor de ‘snelle’ studenten. ”

Etiquette
“Bij hybride onderwijs vind ik het wel belangrijk dat studenten zich aan de etiquette houden. Je scherm op zwart tijdens de les, dat kan niet. En niet aanwezig zijn in de break-out room, terwijl je wel bent ingedeeld, is ook niet de bedoeling. Aan het begin de opleiding maken we daar afspraken over, zodat het voor iedereen duidelijk is hoe we met elkaar omgaan.”

Binding
“Als studenten er te vaak fysiek niet zijn dan merk je dat er minder binding is met de groep. Uit mijn eigen tijd als student in deze studie heb ik een leuk professioneel netwerk overgehouden en een paar echte vriendinnen. Ik zie dat nu minder snel gebeuren. We geven wel aan wanneer studenten zeker aanwezig moeten zijn, bijvoorbeeld bij bepaalde discussie onderwerpen.”

Projecten
Voor haar PE schap heeft Jolanda gezorgd dat er een bij- en nascholing is gekomen over patiënten- en familieparticipatie. Met aandacht voor gedeelde besluitvorming, het betrekken van de familie en meer kennis over mensen met lagere gezondheidsvaardigheden.
Een ander project dat ze realiseerde is een extra module over implementatie van onderzoek.
“We doen veel onderzoek, maar dat vindt niet altijd zijn weg naar een daadwerkelijke uitvoering in de praktijk. Met deze module bieden we handvatten hoe je dat aan kunt pakken, zodat het niet bij een rapport blijft. Degene die dit nu volgen zijn bijna allemaal alumni van de master, die hun onderzoek graag in de praktijk verder willen brengen.”

Sterke kant
“Ik denk dat de sterke kant van EBP ligt in de vaste groep dedicated docenten. Wij zitten fysiek bij elkaar en kunnen elkaar vervangen als dat nodig is. We nemen deel aan elkaars onderwijs, we reflecteren en geven tips. Er is veel vertrouwen in het team. Zo hebben we kalibreer bijeenkomsten waarbij we bijvoorbeeld een masterthesis met elkaar kunnen bespreken. Door deze opzet voel je je als docent gesteund. Daarnaast ben ik als voorzitter van de onderwijscommissie bezig om de feedback van studenten transparanter te maken; wat is de feedback en waar doen we wel of niet iets mee en waarom.”

Werkplezier
“We bestaan nu 20 jaar en hebben inmiddels 120 promovendi afgeleverd, daar ben ik trots op! Mijn drijfveer komt voort uit al die studenten die bij EBP starten, zich waanzinnig ontwikkelen in twee jaar tijd en dan als master vertrekken. Daarin ligt mijn werkplezier en dat ervaar ik als mijn bijdrage als docent aan het grote geheel!”