Kick-off Hoger onderwijs in Transitie (HOT)

Kick-off van HOT: Speelruimte voor onderwijs

Onlangs vond bij het Institute for Advanced Study (IAS) de kick-off plaats van HOT, Hoger Onderwijs in Transitie. Een nieuw initiatief van verschillende universitaire docenten, onderwijsdirecteuren en onderwijskundigen, op zoek naar vernieuwing en creatie in onderwijs en onderzoek. Afkomstig van het Instituut voor Interdisciplinaire Studies (IIS) en de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen (FMG). Maar ook van het centrale team van

 

 

het netwerk van UvA Teaching & Learning Centres (TLC centraal) en IAS. Zij hadden voor deze eerste bijeenkomst collega’s uit het Nederlandse hoger onderwijsveld uitgenodigd om te sparren over de toekomst van onderwijs, onderzoek en de wisselwerking tussen beide. Het werd een interactieve, creatieve middag waar de grenzen van wat mogelijk zou kunnen zijn, werden verkend en verlegd. Het thema van de middag: Speelruimte voor onderwijs.

HOT initiatiefnemers v.l.n.r.: Huub Dijstelbloem (IAS), Mariska Min (TLC Centraal), Ingmar Visser (FMG),

Lucy Wenting (IIS), Mieke Lopes Cardozo (FMG), Luca Bertolini (IIS) en Linda de Greef (IIS).

Over HOT: op zoek naar vernieuwing en creatie en meer beweging hierin 

HOT is op zoek naar vernieuwing en creatie in onderwijs en onderzoek en wil daar meer beweging in mogelijk maken. Het initiatief wil de grenzen in het hoger onderwijs opzoeken en ‘goedaardige disrupties’ mogelijk maken. 

Om hier over te brainstormen met peers uit het hoger onderwijs organiseert HOT een aantal bijeenkomsten, met verschillende en terugkerende partijen. Het thema van deze eerste bijeenkomst ofwel kick-off was ‘Speelruimte voor onderwijs’. Lees hieronder meer over de inhoud van deze bijeenkomst.

Meer info en/of ideeën?  

 

HOT organiseert in de toekomst meerdere ‘omdenksessies’ en zal ook studenten hierbij betrekken.

Wil je meer info over de initiatieven vanuit HOT? Of wil je hieraan meewerken en/of heb je ideeën?

Sluit je dan aan!

 

Neem contact met ons op 

Gemotiveerde deelnemers en hun drijfveer voor vernieuwing en creatie

De openingsvraag aan de deelnemers en initiatiefnemers luidde ‘Waarom wil je meewerken aan dit initiatief’? Een greep uit de genoemde motivatie-drijfveren:  

“Onderzoek is voor kennisgeneratie en onderwijs voor kennisoverdracht – we moeten dit ter discussie stellen. Het kan namelijk ook andersom zijn. Waar ligt de scheiding?”  

“Onderwijs moet een belangrijkere plaats krijgen binnen de universiteit: onderwijs is het ondergeschoven kindje tegenover onderzoek. Dit zie je terug in de benamingen: onderzoekstijd en onderwijslast.” 

 “De creativiteit en innovatielust van onderzoekers verdampen in onderwijs, onder andere door de massaliteit en standaardisering van het onderwijs. Deze trend willen we omkeren.” 

“Daarnaast is het niet duidelijk waar het onderwijs naar toegaat. Hoe kan het onderwijs weer creatief worden en een duidelijke richting krijgen?” 

Meer verbondenheid en voorbereiding

Op zoek naar een antwoord gaven deelnemers aan dat universiteiten meer verbonden moeten worden met de maatschappij en maatschappelijke uitdagingen. Een ander vraagstuk dat naar voren kwam was hoe studenten beter voor moeten bereiden op een toekomst die we niet kennen. Onderwijs is veelal niet voor wat er morgen gebeurt. Een transitie als de opkomst van AI-programma’s zoals ChatGPT werd als voorbeeld genoemd. Door zulke transities worden we nu min of meer overvallen, maar hoe zorgen we ervoor dat we erop voorbereid zijn, leerkansen tijdig kunnen zien en beter kunnen meebewegen? 

Wat als alles mogelijk was? 

Het doel van de kick-off was: het verzamelen van onbegrensde dromen en wensen voor het hoger onderwijs. Dit gebeurde aan de hand van het definiëren van what if-vragen: ‘Wat als alles mogelijk was? Hoe zou hoger onderwijs eruit zien?’  

Eerst werd een korte aandachtsoefening gedaan om in een out of the box mindset te komen. Daarna ging men in kleine groepjes uiteen om what if-vragen te bedenken en daar verder over te filosoferen en op voort te borduren. De out of the box uitkomsten werden na zo’n twintig minuten aan de groep teruggekoppeld. Enkele what if-vragen waren: 

  • ‘Wat als er geen diploma’s/toetsen/examens waren?’  
  • ‘Wat als we zouden leren zoals een ecosysteem: adaptief, lichamelijk, speels, vindingrijk?’  
  • ‘Wat als we dat ook nog zouden doen met in gedachten zeven generaties terug en vooruit?’  
  • ‘Wat als er geen grenzen meer waren tussen leren, spelen en werken?’  
  • ‘Wat als onderwijs een gezamenlijke expeditie van docenten en studenten was met onbekende bestemmingen? 

X-Curve 

De what if-vragen werden vervolgens per groepje toegepast op de X-curve. De X-curve is ontwikkeld door DRIFT, een onderzoeksinstituut van de Erasmus Universiteit binnen het veld van duurzaamheidstransities. 

 Zij stellen dat transities processen zijn van opbouw én afbraak. De onderliggende dynamiek kun je plotten in de zogenoemde X-curve.  De pijl van linksonder naar rechtsboven gaat over het opbouwen van het nieuwe en de pijl van linksboven naar rechtsonder gaat over de afbraak van het oude. Wat is de praktijk en wat gaan we niet meer doen? Waar willen we mee experimenteren en wat willen we uiteindelijk bestendigen?

Zonder diploma’s, toetsen en examens

Uit de what if-vraag Wat als er geen diploma’s/toetsen/examens waren?’ kwam bijvoorbeeld het experiment om studenten leerdoelen te laten opstellen. En zelf te laten bepalen hoe ze laten zien dat ze de leerdoelen hebben gehaald. Wat de groep door deze nadruk op de autonomie en zelfsturend vermogen van de student wilde bestendigen, was blijvend plezier in leren en het uitfaseren van de prestatiecultuur.  

Grenzen tussen leren, spelen en werken

Het team dat speelde met de grenzen tussen leren, spelen en werken, wilde over de grenzen van disciplines stappen en meer extra-curriculair gaan werken. Het doel hierbij: leren meer spelen en ontdekken laten worden en minder belang bij het geïnstitutionaliseerde onderwijs. Je kunt bijvoorbeeld ook buiten de universiteit leren. Studenten kunnen leren van problemen in de samenleving en daar creatieve oplossingen voor zoeken. Hiermee doe je ‘spelenderwijs’ werkervaring op.  

Onderwijs als gezamenlijke expeditie

De groep die onderwijs zag als een gezamenlijke expeditie met onbekende bestemmingen legde de nadruk op het co-creëren van leertrajecten en maken van diepere verbindingen. Leerdoelen worden door studenten meebepaald. Er worden geen cijfers gegeven, maar bijvoorbeeld wél reflectie achteraf. Het regelmatig terug- en vooruitkijken, geeft kwaliteit aan de expeditie. De wens naar een deep democracy-achtige samenleving en onderwijs kwam bij meerdere uitwerkingen van what if-vragen naar voren.    

Reflectie op de middag   

Het was een succesvolle middag met veel ruimte voor out of the box-ideeën. De HOT-organisatoren en -deelnemers constateerden ook een enorme eensgezindheid richting ‘constructieve disruptie’ en het belang van het organiseren van tegenkracht. Uit de verschillende gesprekken kwamen veel raakvlakken naar voren, te zien in de uitwerking van de X-Curves op posters.  

Creëren van ‘HOT spots’

Een eerste idee dat uit deze bijeenkomst is ontstaan, is het creëren van verschillende ‘HOT spots’: locaties voor onderwijsexperimenten op verschillende instellingen. Daaruit zou een HOT-community van vernieuwers kunnen starten. Om van elkaar te leren, ideeën uit te dragen, concreet te maken, te onderzoeken en te realiseren. Wellicht kan HOT een aantal vakken ontwikkelen om te experimenteren met het concept ‘met elkaar leren’ als uitgangspunt. 

Belang van HOT-community

Alle deelnemers gaven aan deel uit te willen maken van deze HOT-community. “Het is fijn om met elkaar te verbinden, we hebben andere achtergronden maar wel dezelfde struggles en behoefte aan radicale vernieuwing. Het is van meerwaarde om met elkaar te denken in mogelijkheden.”