TLC-Centraal
ACTAAcademisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam
EBEconomie & Bedrijfskunde
FdGFaculteit der Geneeskunde
FdRFaculteit der Rechtsgeleerdheid
FGwFaculteit der Geesteswetenschappen
FMGFaculteit der Maatschapij- en Gedragswetenschappen
FNWIFaculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
TLC-Centraal
ACTAAcademisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam
EBEconomie & Bedrijfskunde
FdGFaculteit der Geneeskunde
FdRFaculteit der Rechtsgeleerdheid
FGwFaculteit der Geesteswetenschappen
FMGFaculteit der Maatschapij- en Gedragswetenschappen
FNWIFaculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
Studentbetrokkenheid is belangrijker dan ooit. In de literatuur worden drie niveaus van studentbetrokkenheid onderscheiden: affectief (soms opgesplitst in emotioneel en sociaal), cognitief en gedragsmatig. Betrokken studenten behalen vaak betere leerresultaten dan niet of minder betrokken studenten. Naast leerresultaten en prestatie heeft betrokkenheid ook een positieve uitwerking op onder andere welzijn, persoonlijke en professionele ontwikkeling en burgerschap. Investeren in studentbetrokkenheid is daarom zeer de moeite waard. Maar, hoe pak je dat aan?
Op deze pagina hebben we een overzicht verzameld met concrete tips en ideeën om de studentbetrokkenheid te kunnen vergroten. Onderstaande tips zijn gebaseerd op ervaringen en ideeën van docenten en studenten van de Faculteit der Geesteswetenschappen. Ideeën, suggesties of ondersteuning nodig? Mail ons met jouw ideeën om de studentbetrokkenheid te verhogen.
Studentbetrokkenheid is geen statische, interne staat; de individuele ervaring is contextgebonden. Het is een dynamisch gegeven waarbij interne en externe factoren met elkaar interacteren.[1] Geen student is hetzelfde, en daarom is er ook geen eenduidige manier waarop studentbetrokkenheid kan worden gestimuleerd. Vaststaand gegeven is wel dat interpersoonlijke relaties een grote invloed hebben op studentbetrokkenheid; dit is immers de plek waar interne en externe factoren samenkomen. Om vanuit docent-studentrelaties te kunnen inspelen op studentbetrokkenheid is het waardevol de Self-Determination Theory (Deci & Ryan, 1991) als uitgangspunt te nemen. Uit onderzoek blijkt namelijk dat intrinsiek gemotiveerde studenten een hoge mate van betrokkenheid vertonen.[2]
Door de juiste onderwijsstijl toe te passen op het juiste moment, zorg je er als docent voor dat de studenten zich in verschillende fases van het leerproces zowel autonoom als competent voelen. Dit heeft een positieve uitwerking op de motivatie en daarmee ook op studentbetrokkenheid. Het stimuleren van betrokkenheid bij je studenten is essentieel, omdat het de simpelste zaken, zoals plezier hebben in een cursus of het deelnemen aan discussies kan omzetten in diepe, betekenisvolle betrokkenheid. Het kan de sleutel zijn tot het verminderen van apathie bij studenten en het bevorderen van diepgaander leren. Aan de andere kant leidt een gebrek aan betrokkenheid tot negatieve gevolgen voor de student, hun medestudenten en jou als docent. Studentbetrokkenheid komt tot uiting op verschillende niveaus.
Hoe help ik studenten nadenken over hoe ze (online) leren?Studenten willen weten waarom hun inzet impact oplevert. Wanneer studenten het gevoel hebben input te kunnen leveren in een leeractiviteit, kan dit hun betrokkenheid en daarmee motivatie verhogen. Om de studentbetrokkenheid te verhogen kun je studenten op verschillende (online) manieren stimuleren om actief input te leveren. Lees verder…
Hoe zorg ik ervoor dat studenten zich gezien en verbonden voelen?Het gevaar van een online leeromgeving is dat studenten zich snel ‘onzichtbaar’ en anoniem voelen. Er zijn allerhande mogelijkheden om ervoor te zorgen dat studenten een hoge mate van social presence ervaren, ofwel ruimte om zichzelf te laten zien in een online omgeving. Hoe kun je dit als docent stimuleren? Lees verder…
Studenten aan het lezen krijgenStudenten zijn niet allemaal gewend aan (langere tijd achter elkaar) lezen en als ze lezen, is dat vaak ter ontspanning. Wetenschappelijke artikelen lees je echter om ergens beter in te worden, ergens iets over te weten te komen, om mee te kunnen praten over bepaalde onderwerpen, om te kunnen functioneren in een baan, etc. Het is goed als studenten weten en/of bevestigd krijgen dat lezen moeite en tijd kost en dat ze zich ook realiseren wat het ze oplevert, zodat ze die tijd en moeite toch op willen brengen. Lees verder…
Volgens Ryan & Deci kun je de motivatie van studenten positief beïnvloeden door te zorgen dat er bij alle studenten wordt voldaan aan de behoefte aan autonomie, competentie en relatie. Omdat alle studenten verschillend zijn zullen deze behoeften zich in elk individu anders tot elkaar verhouden. Daarom is één-op-één contact vaak de meest effectieve manier om ondersteuning te bieden. In de praktijk is dit echter vaak niet de meest realistische manier. Realistischer is om te differentiëren in onderwijsvormen, om zo tegemoet te komen aan de behoeften van verschillende studenten. Het circumplex model (Aelterman et al., 2019) kan hierbij helpen.[3] Aelterman en haar collega’s gaan uit van verschillende (de)motiverende onderwijsstijlen, waar je gedurende een college of vak in kunt variëren. De crux is om de balans tussen autonomie en structuur steeds te verleggen, afhankelijk van wat in een situatie of groep studenten passend is. Er wordt onderscheid gemaakt tussen vier motiverende onderwijsstijlen, die vooral van elkaar verschillen in de mate van sturing:
Veel autonomie, zeer weinig sturing. Een participatieve onderwijsstijl biedt veel ruimte voor persoonlijke interesses van studenten. De docent nodigt de studenten uit input en suggesties te geven voor de inrichting van het onderwijs. De docent biedt waar mogelijk opties voor leeractiviteiten.
Zeer veel autonomie, weinig sturing. Bij een afstemmende onderwijsstijl probeer je te zoeken naar manieren waarop de leeractiviteiten interessanter en prikkelender worden. De docent probeert zich te verplaatsen in de belevingswereld van de student en zorgt op basis daarvan voor betekenisvolle instructie.
Zeer veel autonomie, veel sturing. De docent biedt passend hulp en ondersteuning waar nodig om ervoor te zorgen dat studenten zelfstandig leertaken kunnen doorlopen. De docent reflecteert samen met studenten op het leerproces, zodat zij zelf ontdekken hoe ze zich verder kunnen ontwikkelen.
Veel autonomie, zeer veel sturing. Een verduidelijkende docent communiceert verwachtingen en monitort op basis daarvan de ontwikkeling van studenten.
[1] Framing student engagement in higher education
[2] Microsoft Word – JEL2012-V1N2p252
[3] Aelterman, N., Vansteenkiste, M., Haerens, L., Soenens, B. & Fontaine, J.R.J. “Toward Integrative and Fine-Grained Insight in Motivating and Demotivating Teaching Styles: The Merits of a Circumplex Approach. Journal of Educational Psychology 111(2019)3: 497-521.

