TLC-Centraal
ACTAAcademisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam
EBEconomie & Bedrijfskunde
FdGFaculteit der Geneeskunde
FdRFaculteit der Rechtsgeleerdheid
FGwFaculteit der Geesteswetenschappen
FMGFaculteit der Maatschapij- en Gedragswetenschappen
FNWIFaculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
TLC-Centraal
ACTAAcademisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam
EBEconomie & Bedrijfskunde
FdGFaculteit der Geneeskunde
FdRFaculteit der Rechtsgeleerdheid
FGwFaculteit der Geesteswetenschappen
FMGFaculteit der Maatschapij- en Gedragswetenschappen
FNWIFaculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
Feedback is een van de belangrijkste factoren waarmee je het leren van studenten kunt stimuleren (Hattie, 2009), mits goed ingezet. De afgelopen decennia is het denken over feedback in de wetenschappelijke literatuur veranderd. Waar feedback eerst als een docent-centrale activiteit werd benaderd, waarbij de docent feedback zond en de student een passieve, ontvangende rol kreeg toebedeeld (en die al dan niet verwerkte), staat nu het leerproces van de student centraal. (Lipnevich & Panadero, 2021). Feedback wordt gezien als een proces waarbij de student informatie over diens prestatie en/of leren verkrijgt en deze inzet om zijn/haar (leer)prestatie te verbeteren. Deze informatie kan vanuit verschillende bronnen komen: de docent, de medestudent en vanuit de student zelf, en laat zien waar de student zich bevindt in het leerproces op weg naar de einddoelen.
Docenten voelen zich vaak verantwoordelijk voor het eindresultaat en helpen graag. Daarmee kan echter ook de verantwoordelijkheid voor het leren van de student zelf in het gedrang komen en te veel worden overgenomen. Docenten zijn daardoor bijvoorbeeld geneigd om alles aan te stippen wat fout gaat, waardoor er zowel bij docenten als bij studenten een feedback-overload ontstaat. De feedback wordt in zo’n geval ook lang niet altijd aan de beoordelingscriteria van de opdracht gekoppeld; hierdoor weet de student niet waar hij/zij naartoe werkt en kan de focus in de feedback verloren gaan. Andere valkuilen kunnen zijn dat docenten als experts in het eigen vakgebied te abstracte taal of jargon gebruiken of eisen formuleren die studenten niet altijd begrijpen. Feedback komt ook vaak op het verkeerde moment, waardoor de student geen kans of motivatie heeft om deze nog te verwerken.
Het leerproces van de student staat centraal. Die is verantwoordelijk voor diens eigen leren en eigen prestaties en die moet daarvoor zelf aan de slag. Feedback stimuleert dat leerproces. Feedback kan worden opgesplitst in drie soorten. De eerste is feed-up: informatie aan het begin van het leerproces over de einddoelen; waar werken studenten naartoe? De tweede is feedback: informatie over het al doorlopen leerproces; wat gaat al goed? En de laatste is feedforward: informatie over wat de student nog moet leren en uitvoeren om de einddoelen te bereiken. (Wiliam and Thompson, 2007). Het kan helpen om met studenten een gesprek te voeren aan het begin van de collegereeks om de waarde en het nut van feedback te bespreken. Hoe kan feedback tijdens de module bijdragen aan hun leren? Wat hebben ze nodig om effectief feedback te kunnen ontvangen, verwerken en te geven? Hoe kan daar vorm aan worden gegeven?
‘Zijn er nog meer perspectieven van waaruit invloed is uitgeoefend?’
‘De rode draad in je betoog is me niet helder. Zou je in een tekstschema kunnen laten zien hoe je de opbouw hebt bedacht?’
‘Je maakt weinig gebruik van vakjargon. Dat is wel gebruikelijk voor een wetenschappelijk essay. Waar zie je kansen om vakjargon in te zetten?’
‘Een beoordelingscriterium is dat de onderzoeksvraag focus heeft en helder geformuleerd is. Jouw onderzoeksvraag is nog erg breed geformuleerd. Hoe zou je daar meer focus in kunnen aanbrengen?’
Lagere-ordefeedback is op het niveau van tekstredactie: spelling, woordenschat, formuleringen, interpunctie en lay-out.
Hogere-ordefeedback is op het niveau van het denken en structureren: de opbouw, de helderheid van de argumentatie of van ideeën, de samenhang, de stijl die bij het gevraagde genre past, het gebruik van bronnen.
Bedenk voordat je begint met het geven van feedback hoeveel tijd je zelf hebt en wat een realistische tijd per student is, en zet een timer om te voorkomen dat je toch meer tijd besteedt.
Tijdens het nakijken van de eerste paar stukken van je nakijkstapel kun je een lijst maken met opmerkingen die je vaker gebruikt en die expliciet laten aansluiten op de beoordelingscriteria. Je kunt deze veelgebruikte opmerkingen knippen uit je lijst en plakken in het werk van de student.

