Feedback om leren te stimuleren

Feedback: het leerproces centraal

Feedback is een van de belangrijkste factoren waarmee je het leren van studenten kunt stimuleren (Hattie, 2009), mits goed ingezet. De afgelopen decennia is het denken over feedback in de wetenschappelijke literatuur veranderd. Waar feedback eerst als een docent-centrale activiteit werd benaderd, waarbij de docent feedback zond en de student een passieve, ontvangende rol kreeg toebedeeld (en die al dan niet verwerkte), staat nu het leerproces van de student centraal. (Lipnevich & Panadero, 2021). Feedback wordt gezien als een proces waarbij de student informatie over diens prestatie en/of leren verkrijgt en deze inzet om zijn/haar (leer)prestatie te verbeteren.  

Deze informatie kan vanuit verschillende bronnen komen: de docent, de medestudent en vanuit de student zelf, en laat zien waar de student zich bevindt in het leerproces op weg naar de einddoelen. 

Feedback wordt hiertoe opgesplitst in drie soorten. De eerste is feed-up: informatie aan het begin van het leerproces over de einddoelen; waar werken studenten naartoe? De tweede is feedback: informatie over het al doorlopen leerproces; wat gaat al goed? En de laatste is feedforward: informatie over wat de student nog moet leren en uitvoeren om de einddoelen te bereiken. (Wiliam and Thompson, 2007).  

De valkuilen van feedback

Docenten voelen zich vaak verantwoordelijk voor het eindresultaat en helpen graag. Daarmee kan echter ook de verantwoordelijkheid voor het leren van de student zelf in het gedrang komen en te veel worden overgenomen. Docenten zijn daardoor bijvoorbeeld geneigd om alles aan te stippen wat fout gaat, waardoor er zowel bij docenten als bij studenten een feedback-overload ontstaat. De feedback wordt in zo’n geval ook lang niet altijd aan de beoordelingscriteria van de opdracht gekoppeld; hierdoor weet de student niet waar hij/zij naartoe werkt en kan de focus in de feedback verloren gaan. Andere valkuilen kunnen zijn dat docenten als experts in het eigen vakgebied te abstracte taal of jargon gebruiken of eisen formuleren die studenten niet altijd begrijpen. Feedback komt ook vaak op het verkeerde moment, waardoor de student geen kans of motivatie heeft om deze nog te verwerken.  

Een checklist met voorbeelden

Het leerproces van de student staat centraal. Die is verantwoordelijk voor diens eigen leren en eigen prestaties en die moet daarvoor zelf aan de slag. Feedback stimuleert dat leerproces. Het kan helpen om met studenten een gesprek te voeren aan het begin van de collegereeks om de waarde en het nut van feedback te bespreken. Hoe kan feedback tijdens de module bijdragen aan hun leren? Wat hebben ze nodig om effectief feedback te kunnen ontvangen, verwerken en te geven? Hoe kan daar vorm aan worden gegeven?

Checklist Voorbeelden
Ontwikkel kwaliteitsbesef

Aan het begin van het leerproces is er aandacht voor de eindcriteria (feed-up), zodat studenten bij elk beoordelingscriterium een beeld hebben hoe het criterium vorm kan krijgen (kwaliteitsbesef) en zodat ze de bijbehorende taal kennen. Het werken aan kwaliteitsbesef is de tijdsinvestering waard omdat het een belangrijke voorwaarde is om latere feedback te kunnen begrijpen en ermee aan de slag te kunnen gaan, om de kwaliteit van eigen werk in te schatten en om peerfeedback te kunnen geven. 

In een van de eerste colleges kun je de groep in tweetallen verdelen en elk duo  twee voorbeelden geven van (een deel van) een product. Selecteer drie belangrijke eindcriteria en laat de studenten gezamenlijk vergelijken en analyseren welk beoordelingscriterium ze in welke tekst het beste zichtbaar vinden. Bespreek dat klassikaal na. 
Zet meerdere bronnen in

Er zijn meerdere bronnen voor feedback: behalve de docent/begeleider kan ook de student zelf (zelf-evaluatie) en diens medestudenten (peerfeedback) een belangrijke bijdrage leveren 

De student bekijkt de eindcriteria voordat hij/zij een tussenversie voor feedback voorlegt hetzij aan de docent, hetzij aan een medestudent (peerfeedback) en besluit op welk criterium hij/zij graag feedback wil ontvangen (zelf-evaluatie) en in welke vraag hij/zij dat formuleert (voorbeelden van gerichte feedbackvragen).
Beperk de feedback

Een student kan het meest uit feedback halen als er maximaal 3 substantiële opmerkingen op hogere-orde aspecten* zijn gegeven om over na te denken en te verwerken.  

Feedback sluit aan op het punt in het leerproces waar de student op dat moment is (de voorkennis).  

Sommige studenten hebben moeite met het schrijven zelf. Als taalgebruik een probleem is, kunnen studenten bij het Schrijfcentrum terecht. 

Voorbeelden van feedbackvragen waarbij de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het werk bij de student blijft liggen: 

‘Zijn er nog meer perspectieven van waaruit invloed is uitgeoefend?’ 

‘De rode draad in je betoog is me niet helder. Zou je in een tekstschema kunnen laten zien hoe je de opbouw hebt bedacht?’ 

‘Je maakt weinig gebruik van vakjargon. Dat is wel gebruikelijk voor een wetenschappelijk essay. Waar zie je kansen om vakjargon in te zetten?’ 

Relateer de feedback aan de criteria

Feedback houdt expliciet verband met de criteria waarop de opdracht uiteindelijk beoordeeld zal worden, zodat de student weet waar die naartoe werkt.  

‘Een beoordelingscriterium is dat de onderzoeksvraag focus heeft en helder geformuleerd is. Jouw onderzoeksvraag is nog erg breed geformuleerd. Hoe zou je daar meer focus in kunnen aanbrengen?’ 
Geef een opdracht en tijd voor verwerking

Feedback zet aan tot denken en tot actie. Uitgebreide feedback op een eindversie is dus zinloos. 

Geef feedback in de vorm van een vraag. (zie voorbeelden hierboven)

Geef de student gelegenheid de feedback te verwerken door ze een opdracht daartoe te geven en  verwerkingstijd in te plannen  

Maak duidelijk wat er nog moet gebeuren om aan de eindcriteria te voldoen (feed forward). 

*Geef bij schrijfproducten hogere-ordefeedback
    Uit onderzoek blijkt dat leerders die op hogere-orde aspecten feedback hebben gekregen betere tweede versie schreven dan leerders die op lagere-orde-aspecten feedback hadden gekregen. (Bogaerds-Hazenberg et al, (2017).

Lagere-ordefeedback is op het niveau van tekstredactie: spelling, woordenschat, formuleringen, interpunctie en lay-out.

Hogere-ordefeedback is op het niveau van het denken en structureren: de opbouw, de helderheid van de argumentatie of van ideeën, de samenhang, de stijl die bij het gevraagde genre past, het gebruik van bronnen.

Tips voor een efficiënte werkwijze

1. Gebruik verschillende feedbackvormen.
Denk goed na wanneer je welke feedbackvorm inzet. Individuele geschreven feedback is het meest intensief terwijl plenaire feedback ook heel effectief kan zijn, zeker in de beginfase als studenten een eerste versie hebben gemaakt. Hiervoor kijk je naar de meest opvallende zaken (zowel positief als negatief) in het ingeleverde werk van de studenten en alleen die koppel je klassikaal terug. Ook peerfeedback (mits goed ingezet, link naar artikel) kan heel effectief kan zijn.

2. Gebruik een timer.
Bedenk voordat je begint met het geven van feedback hoeveel tijd je zelf hebt en wat een realistische tijd per student is, en zet een timer om te voorkomen dat je toch meer tijd besteedt.

3. Lees eerst het hele stuk en schrijf daarna de 3 belangrijkste opmerkingen.
Door eerst het hele stuk te lezen en hierna 3 opmerkingen terug te geven, richt je je alleen op de belangrijkste punten. Als je tijdens het lezen direct begint met het geven van feedback ben je geneigd om veel opmerkingen te plaatsen op tekstniveau. Gebruik geen track changes, want dan ga je al snel over op het tijdrovende feedback geven op lagere-orde-feedback als spelling en formulering.

4. Zet je opmerkingen tijdens het lezen in een apart document.
Hierna kun je dan de opmerkingen selecteren die voor de student het belangrijkst zijn om op te pakken. Hiermee voorkom je de ‘feedback-overload’ waardoor studenten je feedback minimaal verwerken.

5. Hergebruik veelvoorkomende feedbackopmerkingen.
Tijdens het nakijken van de eerste paar stukken van je nakijkstapel kun je een lijst maken met opmerkingen die je vaker gebruikt en die expliciet laten aansluiten op de beoordelingscriteria. Je kunt deze veelgebruikte opmerkingen knippen uit je lijst en plakken in het werk van de student.

Literatuur
  • Hattie, John. (2009). Visible Learning: A Synthesis of Over 800 Meta-Analyses Relating to Achievement. 10.4324/9780203887332.
  • Panadero, Ernesto & Lipnevich, Anastasiya. (2021). A review of feedback typologies and models: Towards an integrative model of feedback elements. Educational Research Review. 35. 100416. 10.1016/j.edurev.2021.100416.
  • Wiliam, D., & Thomson, M. (2007) Integrating assessment with instruction: what will it take to make it work? In D. A. Dwyer (Ed).) The future of assessment: shaping teaching and learning. Mahwah, NJ: Laurence Erlbaum Associates.