Het beoordelen van groepswerk: uitdagingen en tips

Groepsopdrachten bieden verscheidene voordelen voor studenten, waaronder de voorbereiding op hun toekomstige loopbaan, efficiënt leren van medestudenten en de mogelijkheid om complexere wetenschappelijke problemen aan te pakken.

Echter, de begeleiding en beoordeling van groepswerk stellen ons voor uitdagingen zoals het onderscheiden van individuele bijdragen en het bestrijden van meeliftgedrag. Dit artikel biedt handvatten en suggesties voor het beheren en beoordelen van groepswerk.

Het monitoren van het groepsproces

Het monitoren van het groepsproces helpt meeliftgedrag te voorkomen en draagt bij aan de beoordeling, hoewel het van docenten extra inzet vraagt. Enkele methoden voor efficiënte groepsbegeleiding zijn:

  • Wees aanwezig als vraagbaak tijdens samenwerkingsbijeenkomsten.
  • Moedig studenten aan om tijdig problemen te melden.
  • Voer tijdens het samenwerken en/of na afloop evaluatiegesprekken met studenten.
  • Laat studenten een logboek, discussieforum of notulen bijhouden.
  • Plan tijd in voor de groep om te reflecteren op hun ervaringen met samenwerking, de taken die ze hebben voltooid, en de resultaten die ze hebben bereikt.
  • Overweeg technologieën zoals projectbeheertools of platforms voor samenwerking op afstand (bijvoorbeeld Teams of Canvas).
  • Wees bereid om in te grijpen in conflictsituaties indien nodig.

Individuele bijdragen onderscheiden

Bij de eindbeoordeling van het vak is het essentieel om niet alleen groepswerk te wegen,  maar ook individuele prestaties. De FGw-regelgeving vereist dat studenten mede op basis van hun individuele prestaties worden beoordeeld om te garanderen dat iedereen de leerdoelen haalt. Dit kan via de volgende methoden bereikt worden:

  • Peer- of self-assessment: deze technieken kunnen helpen bij het identificeren van de individuele bijdragen van elke student.
  • Gebruik van specifieke evaluatiemethoden om de bijdrage van individuele studenten te beoordelen. Hieronder zijn enkele van deze methoden verder uitgewerkt.

De docent blijft uiteindelijk verantwoordelijk voor de beoordeling. De input van peer- en self-assessment dient voornamelijk als een adviserend instrument.

Evaluatiemethoden

Goldfinch (proces + self-assessment)
Jezelf Student A Student B Student C
Enthousiasme / participatie 2 2 2 0
Ideeën bedenken 3 3 2 1
Vereisten begrijpen 2 3 2 3
Bijdrage aan team 2 3 2 -1
Organiseren van de groep 1 3 1 0
Efficiënt taken uitvoeren 2 2 2 0
Gemiddeld     2,0 2,7 1,8 0,5

3 = beter dan de meeste groepsleden
2 = ongeveer hetzelfde als andere groepsleden
1 = niet zo goed als de anderen
0 = geen enkele nuttige bijdrage
-1 = storend voor de groep

Studenten beoordelen hun eigen inzet en dat van hun medestudenten in het samenwerkproces. Bij afwijkingen van het gemiddelde (hier 2,0) kan de docent besluiten het groepsresultaat omhoog of omlaag bij te stellen voor individuele studenten.

Conway (zonder self-assessment)

Conway (zonder self-assessment)

Student A Student B Student C Student D
Literatuur zoeken 3 1 5 3
Literatuur analyseren 3 1 5 3
Rapport schrijven 3 2 3 3
Groepspresentatie 3 2 4 3
Gemiddeld 3,0 1,5 4,3 3,0

1 = geen enkele nuttige bijdrage
2 = goed geprobeerd, zonder succes
3 = gemiddeld
4 = bovengemiddeld
5 = bijzonder goed

Studenten beoordelen de bijdragen van hun groepsgenoten. Bij afwijkingen van het gemiddelde (hier 3,0) kan de docent besluiten het groepsresultaat omhoog of omlaag bij te stellen voor individuele studenten.

Habeshaw (product + self-assessment, niet anoniem)
Student A Student B Student C
Student A geeft 80 40 60
Student B geeft 60 60 60
Student C geeft 70 50 60
Totaal aantal punten 210:3 = 70 150:3 = 50 180:3 = 60

Elke student mag een bepaald aantal punten (hier 180) verdelen over zichzelf en groepsleden (niet anoniem). Bij afwijkingen van het gemiddelde (60) kan de docent besluiten het groepsresultaat omhoog of omlaag bij te stellen voor individuele studenten.

Eversmann (product + self-assessment, anoniem)
Student A Student B Student C
Student ? geeft 15% 60% 25% 100%
Student ? geeft 30% 40% 30% 100%
Student ? geeft 25% 50% 25% 100%
Totaal aantal punten 70:3 = 23,3% 150:3 = 50% 80:3 = 26,6%

Studenten beoordelen anoniem hun perceptie van ieders bijdrage aan het eindresultaat (in procenten). Bij afwijkingen van het gemiddelde (hier 33,3%) kan de docent besluiten het groepsresultaat omhoog of omlaag bij te stellen voor individuele studenten.

Toetsregeling

Bij het opstellen van een toetsregeling voor groepswerk moeten we rekening houden met variërende individuele prestaties. Hierbij zijn verschillende scenario’s mogelijk:

  • De gehele groep scoort onvoldoende en moet gezamenlijk de opdracht opnieuw uitvoeren.
  • Indien het eindproduct voldoet, maar enkele studenten afwezig waren of niet naar verwachting presteerden, kunnen deze studenten de opdracht individueel herhalen of een extra taak uitvoeren. Het samenwerken als leerdoel moet dan wel elders in de opleiding getoetst worden.
  • In bepaalde gevallen moeten één of meer studenten het vak (en dus de opdracht) in een nieuwe groep opnieuw doen.

Elk van deze scenario’s moet in de toetsregeling worden opgenomen.

Tips om het samenwerkingsproces in goede banen te leiden

Het succes van groepswerk hangt sterk af van hoe studenten worden voorbereid en hoe duidelijk de verwachtingen zijn. Daarom zijn de volgende richtlijnen van belang:

  • Train studenten in de essentie van samenwerking: laat ze zelf gedragsregels opstellen of ondersteun hen bij het opstellen van een groepswerkcontract. Hiermee kunnen we ingrijpen wanneer regels niet worden nageleefd.
  • Help studenten om vooraf afspraken te maken over de taakverdeling. Het is niet realistisch om te verwachten dat alle groepsleden aan elke taak evenveel bijdragen.
  • Zorg voor transparantie over de beoordeling van de opdracht. Deel rubrics en evaluatieformulieren van tevoren en benadruk dat een individueel cijfer kan afwijken van het groepscijfer.
  • Reflecteer als onderwijsteam op de rol van groepswerk binnen het curriculum. Te veel groepswerk met als doel de werkdruk van docenten te verminderen, kan ertoe leiden dat individuele leerdoelen niet worden getoetst, wat de waarborging van de eindtermen bemoeilijkt.

Vragen?

Neem contact op met de toetsdeskundigen van de FGw voor vragen over het inrichten of beoordelen van groepswerk.