TLC-Centraal
ACTAAcademisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam
EBEconomie & Bedrijfskunde
FdGFaculteit der Geneeskunde
FdRFaculteit der Rechtsgeleerdheid
FGwFaculteit der Geesteswetenschappen
FMGFaculteit der Maatschapij- en Gedragswetenschappen
FNWIFaculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
TLC-Centraal
ACTAAcademisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam
EBEconomie & Bedrijfskunde
FdGFaculteit der Geneeskunde
FdRFaculteit der Rechtsgeleerdheid
FGwFaculteit der Geesteswetenschappen
FMGFaculteit der Maatschapij- en Gedragswetenschappen
FNWIFaculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
Hoe evalueer je effectief je vak? Hoe kun je samen met studenten je onderwijs verbeteren? Studenten worden aan het eind van elk vak gevraagd om hun mening en ervaring te delen via de UvA Q. Er valt echter meer uit de evaluaties te halen door bijvoorbeeld het vak gaandeweg op een constructieve manier te evalueren, met studenten. Dit artikel stipt enkele mogelijkheden en momenten aan om aandacht te besteden aan evaluatie: aan het begin, tijdens en eind van een vak.
Het kan voor studenten gecompliceerd zijn om een cursus te evalueren, vooral als zij deze feedback zelf aan de docent moeten geven. Daarom is het belangrijk om studenten te voorzien van een kader: laat studenten weten op welke momenten, op welke manier en over welk onderwerp ze feedback kunnen geven. Dit helpt studenten om te bepalen wat ze kunnen evalueren en waar ze zich op kunnen focussen gedurende het vak.
Hoe ervaarde je de opdracht voor deze bijeenkomst? Zou je je op dezelfde manier willen voorbereiden voor een volgend werkcollege?
Is de connectie tussen het hoorcollege en de werkgroep duidelijk?
Hoe ervaar je de begeleiding bij de groepsopdracht? Is er iets nodig in de komende weken om de opdrachten succesvol af te kunnen ronden?
Vaak zijn studenten niet adequaat voorbereid voor werkgroepen: wat is de oorzaak en hoe zou dit kunnen worden verbeterd?
Na verschillende bijeenkomsten kun je het leerproces met studenten bespreken. Als je naar de leerdoelen van het vak kijkt, heb je dan het idee dat je deze hebt bereikt? Waar moet de komende weken nadrukkelijk aandacht aan worden besteed om deze doelen te kunnen bereiken?
Tijdens een vak is het vooral nuttig om over elementen te evalueren die in de daaropvolgende weken nog aangepast kunnen worden. Er zijn een paar algemene punten die je in gedachten kunt houden als je studenten tijdens een vak om feedback vraagt:
Geef het aan als je hier een voorkeur voor hebt: mondeling na de bijeenkomst, via e-mail, of op een andere manier? Houd wel in gedachten dat via e-mail miscommunicatie snel kan ontstaan.
Door de evaluatie van het vak als een continu dialoog te benaderen zal de UvA Q voor de studenten niet zomaar uit het niets komen. Je kunt de eerdere momenten waarin je het vak met de studenten besproken hebt kort herhalen. Hebben de veranderingen bijgedragen aan het leerproces van de studenten? Kwam het vak overeen met de verwachtingen? Door tijdens de laatste bijeenkomst zo terug te blikken op het vak creëer je voor de studenten een duidelijke en constructieve context om de UvA Q in te vullen. Laat studenten de UvA Q tijdens de laatste bijeenkomst van het vak invullen. Dit heeft een positieve invloed op het aantal studenten dat de evaluatie invult en maakt de resultaten relevanter.
Isaäc Vos (student-assistent TLC FGw) over zijn ervaring met tussentijdse evaluaties: “Tijdens werkgroepbijeenkomsten maakte een docent gebruik van korte tussentijdse evaluaties: begrijpen jullie het leermateriaal? Zal ik het leermateriaal van vorige week nog een keer kort herhalen? Hebben jullie het idee voldoende voorbereid te zijn op de eindopdracht? Met concrete vragen werden studenten actief betrokken bij het inrichten van de werkgroepbijeenkomsten. Als student sta je dan kort stil bij je eigen leerproces en wat het meest ondersteunend hieraan is. Met tussentijdse evaluaties zorg je ervoor dat studenten kunnen aangeven wat ze nodig hebben om de leerdoelen van het vak te behalen en gelijktijdig kunnen studenten actiever meedenken over het onderwijs. Dit zorgde voor meer studieplezier, waardoor mijn medestudenten en ik graag naar de werkgroepbijeenkomsten kwamen.”

