Flexibel meubilair in onderwijsruimtes

In BG1 0.04; 0.13; 0.14 & 0.16 en Bushuis F2.11B & F2.11C is flexibel meubilair aanwezig dat je eenvoudig kunt verplaatsen. Met flexibel meubilair kun je opstellingen maken die bijdragen aan activerend onderwijs. Denk bijvoorbeeld aan het samenwerken in groepen, een plenaire discussie of een discussie in een kleine groep met toeschouwers. In dit artikel lees je over drie opstellingen met de daarbij passende werkvormen.

 

Fish bowl - discussiëren

Vorm: De studenten in de kring discussiëren met elkaar. De overige studenten volgen de discussie nauwgezet. In de kring is er altijd 1 stoel vrij die ook vrij moet blijven. Als een student buiten de kring wil deelnemen aan het gesprek neemt die plaats op deze stoel, waarna een andere student deze kring dan verlaat.

Doel: Studenten luisteren bewuster naar elkaar dan tijdens een plenaire discussie en iedereen kan deelnemen. De studenten in de kring krijgen de kans om uit te praten.

Organisatie: In het midden van de ruimte maak je een kleine kring met 4 – 8 stoelen. De overige studenten nemen buiten deze kring plaats, optioneel achter een tafel.

Variaties: Je kunt ervoor kiezen dat de stoelen in de kring altijd bezet moeten zijn. Na bijvoorbeeld 5 minuten moeten alle studenten uit de kring dan wisselen met anderen.

Groepsopstelling - samenwerken

Vorm: Alle tafels worden verschoven zodat er groepjes van 4 tot 6 studenten ontstaan.

Doel: Studenten kunnen tijdens de werkgroep eenvoudig samenwerken.

Organisatie: Het is het eenvoudigst om de groepen van 6 studenten in het midden te plaatsen.

Variaties: Met kleine groepen zijn veel verschillende werkvormen mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan expertgroepjes waarbij iedere tafelgroep een eigen ‘expertise’ krijgt toegewezen. Na afloop van de opdracht kunnen zij hun bevindingen aan elkaar presenteren.

 

 

Debat – discussiëren

Vorm: In deze debat-opstelling nemen studenten tegenover elkaar plaats en discussiëren over een stelling: de helft van de groep is voor de stelling, de andere helft tegen. De studenten aan de losse tafels kunnen optreden als debatleider en/of notulisten.

Doel: In deze werkvorm worden studenten gestimuleerd om vanuit een perspectief argumenten te formuleren. Dit kun je koppelen aan het gelezen materiaal voor die week.

Organisatie: Verdeel de tafels in twee halfvormige manen, tegenover elkaar. Plaats aan iedere kant een tafel tussen de twee manen.

Variaties: In het Parlementair debat krijgt zowel voor als tegen de opdracht om 4x een persoon een betoog van 4 minuten te laten houden. Je kunt de studenten verschillende rollen toewijzen. Zie het document van de Stichting Nederlands Debat Instituut voor meer informatie.

Contact

Wil je sparren over hoe je flexibel meubilair kan inzetten om jouw onderwijs interactief te maken? Neem dan contact op met het TLC FGw: tlc-fgw@uva.nl of plan direct een afspraak.