TLC-Centraal
ACTAAcademisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam
EBEconomie & Bedrijfskunde
FdGFaculteit der Geneeskunde
FdRFaculteit der Rechtsgeleerdheid
FGwFaculteit der Geesteswetenschappen
FMGFaculteit der Maatschapij- en Gedragswetenschappen
FNWIFaculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
TLC-Centraal
ACTAAcademisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam
EBEconomie & Bedrijfskunde
FdGFaculteit der Geneeskunde
FdRFaculteit der Rechtsgeleerdheid
FGwFaculteit der Geesteswetenschappen
FMGFaculteit der Maatschapij- en Gedragswetenschappen
FNWIFaculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
De belangrijkste doelstelling van (summatieve) toetsing is zo goed mogelijk vaststellen of studenten de leerdoelen beheersen, zonder dat het resultaat vervuild wordt door irrelevante of toevallige factoren. Als docent kijk je dus steeds kritisch: weerspiegelen verschillen in scores echt het behalen van leerdoelen, of spelen irrelevante factoren een rol? Denk hierbij aan de kwaliteit en omstandigheden van de toets, maar ook de achtergrond of persoonlijke kenmerken van de student (Tai et al., 2023).
Om toetskwaliteit te waarborgen, moeten toetsen betrouwbaar, valide en transparant zijn, zonder onnodig hoge werkdruk voor zowel de student als docent. Inclusie speelt een rol bij alle vier kwaliteitseisen aan toetsing. Het is dus niet een extra eis maar onlosmakelijk verbonden met toetskwaliteit. Inclusief toetsen staat nadrukkelijk niet gelijk aan het versoepelen van normen. Het gaat om het wegnemen van onnodige hindernissen, zodat álle studenten de kans krijgen te laten zien wat zij beheersen.
Wil je zorgen dat jouw toetsing zo inclusief en toegankelijk mogelijk is? In dit artikel vind je belangrijke aandachtspunten, geordend aan de hand van de vier kwaliteitseisen aan toetsing.
Deze aanbevelingen zijn bewust niet gericht op specifieke groepen maar op alle studenten. Hiermee richt je op voorhand je toetsing zo inclusief en toegankelijk mogelijk in, zodat er achteraf minder individuele aanpassingen nodig zijn. Ons uitgangspunt is dat het universitaire onderwijs zich dient aan te passen aan de toenemende diversiteit onder studenten, in plaats van dat studenten zich moeten aanpassen aan bestaande structuren; bij kwetsbare groepen kan dit leiden tot verhoogde stress en een verminderd gevoel van thuishoren aan de universiteit (Koutsouris et al., 2021; Sanger, 2020; Tai et al. 2022). Daarmee onderstrepen we: inclusief toetsen is geen extra maatregel, maar een vanzelfsprekend onderdeel van goed onderwijs.
Speciale voorzieningen
Daarnaast zijn er via de studentendecaan en studieadviseur extra voorzieningen mogelijk voor studenten met een functiebeperking of speciale omstandigheden, zoals tentamens in een aparte ruimte of speciale software ter ondersteuning. Hier vind je meer informatie.
Een valide toets meet of studenten daadwerkelijk hebben geleerd wat ze zouden moeten hebben geleerd. Met andere woorden: de toets moet aansluiten op de leerdoelen en op het gegeven onderwijs.
Studenten moeten alleen worden beoordeeld op wat er nodig is om aan te tonen dat die de leerdoelen heeft behaald, ongeacht hun persoonlijke kenmerken, achtergrond of toevallige voorkennis. Als bijvoorbeeld presentatievaardigheden geen expliciet leerdoel zijn bij een opdracht, dan zouden deze ook niet moeten meewegen bij de beoordeling. Misschien is een andere toetsvorm geschikter, als het cijfer te sterk wordt beïnvloed door de presentatievaardigheden
Taal zorgt vaak voor ruis, bijvoorbeeld voor studenten met een functiebeperking als ASS of dyslexie, maar ook voor studenten die niet in hun moedertaal studeren. Houd daarom de formulering van opdrachtinstructies en tentamenvragen simpel en bondig zodat je niet onbedoeld taal- of leesvaardigheid toetst, waardoor de meting van de inhoudelijke doelen vertroebeld wordt. Houd studenten bij het nakijken niet aan onnodig hoge taalvaardigheidseisen als die niet bij de doelen van het vak horen (uiteraard moet taalvaardigheid wel meewegen in de beoordeling als dit past bij de leerdoelen en inhoud van het vak).
Gebruik casussen en voorbeelden die voor alle studenten herkenbaar zijn en die passen bij de inhoud van het vak. Vermijd voorbeelden die alleen voor een deel van de studenten herkenbaar zijn, zoals een reclamespotje dat alleen Nederlandse studenten kennen. Hiermee toets je niet de beoogde kennis, maar toevallige voorkennis.
Bij een betrouwbare toets tref je maatregelen om te zorgen dat het resultaat niet op toeval (of fraude) berust.
Zorg dat het resultaat niet van slechts één toets of te weinig vragen afhangt (grotere kans op toevalstreffers of -missers) en dat er voldoende variatie is in toetsvormen (bijvoorbeeld niet overwegend toetsen met schrijfopdrachten door de opleiding heen, waardoor sommige studenten benadeeld of juist bevoordeeld worden).
Zorg ook voor een eerlijke en betrouwbare beoordeling. Gebruik heldere rubrics en antwoordmodellen om te zorgen voor een consequente en objectieve beoordeling. Laat beoordelaars regelmatig kalibreren bij het nakijken om bias te voorkomen, of kijk anoniem na.
Transparantie in de toetsing zorgt ervoor dat zowel studenten als docenten begrijpen wat er van ze verwacht wordt: hoeveel vragen zijn er, hoeveel tijd is er, hoe wordt er beoordeeld, hoe ziet een goed antwoord eruit, hoe kun je je het beste voorbereiden, wat mag er niet of juist wel tijdens de toets? Daarnaast moeten vragen en opdrachten zo helder en bondig mogelijk geformuleerd worden om ambiguïteit te voorkomen. Dit neemt stress weg en zorgt dat de toets voor iedereen toegankelijk is.
Gebruik een toegankelijk lettertype (en laat studenten weten hoe ze die zelf kunnen instellen bij digitale toetsen) en zorg voor een overzichtelijke layout.
Deel voorbeelden van goed werk, rubrics en beoordelingsformulieren. Organiseer een (online) vragenuurtje over de toets. Maak een weekplanner met belangrijke data en deadlines die je niet alleen via Canvas deelt, maar ook tijdens colleges noemt.
Het ‘hidden curriculum’, oftewel de ongeschreven regels, verwachtingen en normen aan de universiteit, is voor sommige studenten bekend vanwege hun vooropleiding of achtergrond (Koutsouris et al., 2021). Maar voor studenten die deze impliciete regels en verwachtingen niet kennen, zoals eerstegeneratiestudenten en studenten met een lagere sociaal-economische status, kan het niet doorgronden van de regels van het ‘hidden curriculum’ een negatieve impact hebben op hun welzijn en studieresultaten. De drempel om hulp te vragen is vaak hoog.
Voor ervaren docenten is het niet altijd zichtbaar wat studenten als impliciet of onduidelijk ervaren. Denk bij toetsing bijvoorbeeld aan dit soort vragen:
Naast de inhoudelijke kwaliteitseisen is het ook van belang dat je toets praktisch uitvoerbaar is, voor zowel docent als student. Voor docenten moet het toetsen en beoordeling binnen de urenbegroting passen. Voor studenten moet de opleiding studeerbaar zijn.
Steeds meer studenten moeten hun studie inrichten rondom een functiebeperking, mantelzorgtaken, ouderschap, financiële of huisvestingszorgen, een bijbaan, enzovoorts. Hoewel we als docenten natuurlijk niet met elke individuele situatie rekening kunnen houden, is het wel goed om waar mogelijk flexibiliteit en variatie te bieden, bijvoorbeeld door keuzemogelijkheden in te bouwen (onderwerp of vorm), meerdere inlevermomenten en plaats- en/of tijdsonafhankelijke toetsen te bieden.
Daardoor vallen kwetsbare studenten vaak als eerste af. Laat bijvoorbeeld deelresultaten onderling compenseren, vermijd piekbelasting van deadlines en tentamens en maak de herkansingsregeling soepel en toegankelijk. Zorg dat dit wel in balans is met de werkdruk voor docenten.
Hulp of advies
Heb je advies nodig over hoe je je toetsing inclusief en toegankelijk kan inrichten? Maak een online afspraak met de facultaire toetsdeskundigen.

