TLC-Centraal
ACTAAcademisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam
EBEconomie & Bedrijfskunde
FdGFaculteit der Geneeskunde
FdRFaculteit der Rechtsgeleerdheid
FGwFaculteit der Geesteswetenschappen
FMGFaculteit der Maatschapij- en Gedragswetenschappen
FNWIFaculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
TLC-Centraal
ACTAAcademisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam
EBEconomie & Bedrijfskunde
FdGFaculteit der Geneeskunde
FdRFaculteit der Rechtsgeleerdheid
FGwFaculteit der Geesteswetenschappen
FMGFaculteit der Maatschapij- en Gedragswetenschappen
FNWIFaculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
Lex Kaper volgde vanwege zijn rol als vicedecaan onderwijs (FNWI) het Leergang Onderwijskundig Leiderschap (LOL) traject. In die rol zag hij toe op de implementatie van de aanbevelingen van het visie document De kracht van FNWI in het onderwijs. Hij zette het LOL-traject in als ondersteuning en sparring partner voor de implementatie van een onderdeel daarvan: de inbedding van docenten.
De implementatie van het visiedocument De kracht van FNWI in het onderwijs richtte zich op een vijftal thema’s: 1. Versterking ondersteuning opleidings- en onderwijsdirecteuren; 2. Organisatiewijziging, inclusief financiën: opsplitsing College of Science; 3. Personeelsbeleid (profielen, bevorderingscriteria, waardering onderwijs inclusief beloning, DOP); 4. Inbedding docenten; 5. Cultuurverandering: onderwijs bij de FNWI op een hoger plan.
“Het intake moment met de docenten Klaas Visser & Joyce Brouwer was het moment waarop ik de keuze heb gemaakt op welk punt van het visiedocument ik me zou gaan focussen gedurende het traject. Het was dus een nuttig gesprek, waarin mijn project richting kreeg. Door het intake gesprek werd het duidelijk dat ik iets moest kiezen waar mijn rol nodig was en niet iets wat ook zonder mij bewerkstelligd kon worden. De inbedding van docenten had bij uitstek mijn rol nodig; vandaar dat mijn project voor de LOL zich uiteindelijk daar op heeft toegespitst, met als uitgangspunt dat docenten een belangrijke complementaire rol spelen in het sterk op onderzoek gerichte onderwijs aan de FNWI.”
“De onderwijsdirecteur IIS had al eerder gezegd tegen mij, ‘is de LOL niet wat voor jou?’ Ik dacht steeds, ik heb hier eigenlijk geen tijd voor: het vicedecaanschap is een halve baan, daarnaast is mijn hoogleraarschap nog een baan, dus mijn agenda was al barstensvol. Toch heb ik besloten met de LOL te starten en heb er geen spijt van. Aangezien ik zelf vice decaan was heb ik mezelf min of meer voorgedragen voor het traject.”
De geschatte tijdsinvestering door TLC is 160 uur per jaar. “TLC heeft een realistische inschatting gemaakt. Ik had er 1 dagdeel per week voor gereserveerd. Dat waren voor mij de maandagochtenden. Veel van die tijd gaat ook zitten in de bijeenkomsten en de werkreis. Ik vond dit traject uiteindelijk goed te doen naast mijn andere banen. Ik heb het ervaren als een goede investering van mijn tijd. Er is helaas één persoon onderweg gestopt, omdat die het niet meer combineerbaar vond met de andere werkzaamheden. Maar dat valt dan eigenlijk mee op zo’n groep van ongeveer 15 mensen.”
“Ons traject startte midden in de coronapandemie in 2021 en duurde door de corona maatregelen langer dan gepland. Onze lichting heeft het traject daardoor vertraagd afgerond in november 2022. De werkreis moest bijvoorbeeld worden uitgesteld vanwege de coronamaatregelen. We hebben noodgedwongen een aantal bijeenkomsten online en op afstand gevolgd, maar gelukkig waren er ook voldoende live bijeenkomsten, zoals bijvoorbeeld 24 uur-sessies (themadagen) die in Amsterdam of op een andere locatie waaronder Zandvoort en Bloemendaal werden gehouden, met een overnachting. Je bent dan ook echt even 24 uur volledig aanwezig zowel mentaal als fysiek zonder de afleiding om iets anders te gaan doen. Het is altijd goed om even uit je eigen omgeving te zijn om tot andere inzichten te komen.”
“Bij dit traject zit ook een studiereis van 4 dagen. Onze uitgestelde reis vond in juni 2022 plaats. We gingen naar Belfast en Dublin. Belfast maakte een enorme indruk op me, omdat ik me toch niet gerealiseerd had dat de scheiding tussen katholieken en protestanten nog steeds soms letterlijk zo fysiek is met metershoge hekwerken die enigszins doen denken aan de Berlijnse muur. Dat dat vandaag de dag nog steeds een realiteit is drong toen pas goed tot me door. We bezochten de grens Ierland met Noord-Ierland en kregen een rondleiding aan het University College Dublin. Daar hebben ze een Maker Space, een onderwijsruimte met allerlei faciliteiten zoals bijvoorbeeld 3D laser printers waar wetenschappelijke experimenten uitgevoerd kunnen worden. Dat vond ik erg leuk, omdat we bij FNWI ook bezig waren met het ontwikkelen van Maker Spaces en ik ideeën op heb kunnen doen. In Dublin is de Maker Space breed inzetbaar: niet alleen voor studenten, maar ook voor medewerkers die bijvoorbeeld in een re-integratie traject zitten. Heel inspirerend hoe ze daar mensen samen laten werken en breder inzetbaar zijn. Ik heb contacten daar kunnen koppelen aan contacten bij FNWI. De eerste Maker Space bij FNWI is inmiddels in gebruik genomen. Dit had op zich niet heel direct met mijn traject voor de LOL te maken, maar ik kon door dit bezoek wel iets waar ik ook bij was betrokken een impuls geven om verder te komen. Tijdens de reis spar je ook verder met de begeleiders over jouw eigen traject.”
“Netwerkvorming is een belangrijk onderdeel van dit traject. Je leert zowel via de eigen groep mensen van buiten je eigen faculteit kennen, maar ook leer je het onderwijsnetwerk van de UvA in de brede zin van het woord kennen. Mensen van buiten de UvA van bijvoorbeeld de NVAO, mensen die kennis hebben van zowel universitaire als landelijke onderwijs zaken. Maar bijvoorbeeld ook het contact dat ik heb kunnen leggen met het Maker Space in Dublin. Het is een meerwaarde dat je door dit traject een nieuw netwerk opbouwt. Ik zat in een groep van ongeveer 15 personen die bestond uit mensen uit verschillende geledingen van verschillende faculteiten. Er zaten hoogleraren tussen, opleidings- en onderwijsdirecteuren. Sommigen, zoals ik, zaten al aan het eind van hun carrière, anderen in het midden of redelijk aan het begin. Zowel de verschillende functies als de verschillen in leeftijd en waar je staat in je carrière, verschil in hiërarchie, maken de groep interessant. De app-groep die we destijds hebben aangemaakt wordt nog steeds af en toe gebruikt. En we krijgen leuke uitnodigingen van elkaar en van TLC-Centraal voor activiteiten en bijeenkomsten. We hebben ook nog een terugkomdag gehad vanuit het traject. We zijn uit eten gegaan en hebben bijgepraat.”
“Het LOL-traject hielp me in de nieuwe functie van vice decaan. Ik deed meer kennis op over onderwijs, ben meer te weten gekomen over de onderwijskundige kant. Ik kreeg goede begeleiding, waardoor je meer en bredere kennis opbouwt. Je gaat je meer verdiepen in het allocatie model, de bekostiging van de opleidingen. Het bestuur van de universiteit is aanwezig bij een van de thema dagen waardoor je meer inzicht krijgt in hoe de UvA werkt en de invloed van landelijke regels en organisaties zoals de NVAO op het reilen en zeilen van een Universiteit. Daardoor ben ik breder gaan kijken dan het alleen maar op mijn eigen manier te willen doen.
Het was heel prettig om te kunnen sparren met mijn begeleiders Klaas Visser en Joyce Brouwer. Hun aanbevelingen voor de inbedding van docenten, wat best een lastig vraagstuk is, leidden tot heel concrete punten. De oplossingen die ik tijdens dit traject heb gevonden heb ik ook kunnen implementeren in de praktijk. Alle aanbevelingen zijn opgevolgd: ik heb een cultuurverandering geïnitieerd en tot stand gebracht waarin het onderwijs wel prioriteit heeft gekregen en er meer waardering wordt uitgesproken voor onderwijs en voor wat docenten in het onderwijs doen. Niet alleen onderzoekprestaties wegen mee in de beoordeling, maar ook de inspanningen voor het universitaire onderwijs.
Verder heb ik geleerd hoe je op andere manieren beslissingen kunt nemen. Soms is het goed om op een bepaalde manier te onderhandelen waarbij je een standpunt probeert te vinden waar de meesten zich bij thuis voelen.
Voor het slotsymposium hebben de deelnemers een poster gemaakt met de hoofdpunten van hun project en gepresenteerd aan alle deelnemers en andere belangstellenden. Je reflecteert hiermee op je project in gesprek met trajectgenoten en begeleiders. De poster is in feite een samenvatting van jouw project.”
“De groep en ieders bijdrage aan het groepsproces ging op een natuurlijke organische manier. De rollen wisselden per activiteit zonder dat dat van tevoren was afgesproken. Omdat je kunt observeren hoe mensen opereren, kan je soms voorspellen wie welke taak op zich zal nemen. Soms moesten we als groep bepalen aan welk onderwerp we aandacht zouden besteden tijdens een sessie. Je praat als groep ook over elkaars onderwerpen en geeft elkaar feedback. Elke deelnemer geeft je weer een ander perspectief mee. Dat kan soms best confronterend zijn, maar ik heb er veel van geleerd. Alhoewel goed kunnen praten voor een groep een van mijn sterke kanten is, heb ik op dat gebied toch nog bijgeleerd. Over de manier waarop je overkomt en hoe anderen daarop reageren. Dat ik nog kortere en heldere bewoordingen kan gebruiken als ik een punt wil maken. En dat zachter praten mensen meer aandachtig kan laten luisteren.
Het is ook leuk om anderen te helpen met jouw feedback. Jonge mensen zijn vaak bang dat ze niet ‘goed genoeg zijn’ en dat heb ik kunnen relativeren. Echt iedereen heeft sterke en zwakke kanten. Het is ook prettig om dat te ervaren.”
“De meerwaarde van dit traject omvat vele facetten. De rol en bijdrage van de begeleiders en docenten: de inzichten en feedback die ik in de gesprekken met hen heb gekregen. De coachingsgesprekken die je zelf kunt aanvragen. Ik heb één of twee ontwikkelgesprekken gericht op leiderschap gevoerd met een externe coach. Dat het niet iemand is van de UvA vind ik een voordeel, omdat je dan voor je gevoel echt alles kan vertellen wat je wilt en het persoonlijker blijft. Je voelt je dan vrijer om het bijvoorbeeld over sociale veiligheidsdiscussies of het functioneren van mensen te hebben. De gesprekken hebben mij zeker wat handvaten geboden.
Het contact met mijn trajectgenoten was ook heel waardevol. De peerfeedback die je krijgt en geeft. De kennis die je opdoet over hoe het gaat bij andere faculteiten, wat tegelijkertijd ook een herwaardering voor hoe het er bij je eigen faculteit aan toegaat oplevert. Je leert hoe je misschien bepaalde problemen kan voorkomen of dat de problemen die jij tegenkomt eigenlijk niet zo groot zijn als gedacht. Je uitgangspunt is altijd kalibreren en dan ‘hoe ga ik verder’.”
“Ik heb de LOL als een leuk, nuttig en leerzaam traject ervaren. Heel leerzaam om het traject te doen met mensen afkomstig van andere faculteiten. Je kan de LOL alleen doen als je een afgeronde BKO en SKO hebt gedaan.”
“Het is belangrijk om ervaring te hebben met onderwijs en al van tevoren een probleemstelling te hebben bedacht waar je aan zou willen werken gedurende het traject, zodat je het met de anderen samen, vooral de begeleiders, op kan lossen. En zoals ik aan het begin al zei kies een project waarbij jouw rol nodig is.”
“Het programma is niet goedkoop, en faculteiten mogen maar 1 of 2 personen voordragen, dus je moet er echt de tijd voor hebben, of tijd voor kunnen maken. Het belangrijkste is eigenlijk dat je er steeds bent en deelneemt aan de bijeenkomsten. Dan gaat het redelijk organisch allemaal en word je vanzelf meegenomen.”

