Leerlijn Zorginformatietechnologie: ‘Nieuwe generatie artsen klaarstomen voor het datagedreven werken’

Leerlijn Zorginformatietechnologie: ‘Nieuwe generatie artsen klaarstomen voor het datagedreven werken’

In de herziene master Geneeskunde volgen studenten de leerlijn Zorginformatietechnologie (afgekort ZIT), zodat zij leren hoe je met zorginformatietechnologie en de data die daarmee verzameld worden, een nog betere arts kunt worden en patiëntenzorg kan optimaliseren. Internist-nefroloog en Chief Medical Information Officer van het Amsterdam UMC dr. Azam Nurmohamed en coördinator van de ZIT leerlijn en data-scientist dr. Joanna Klopotowska leggen uit waarom deze leerlijn zo’n belangrijk onderdeel is in de master en waar de uitdagingen zitten.

De basis

Gedurende drie masterfases volgen studenten in totaal 24 uur onderwijs binnen de leerlijn ZIT, waarvan 14 uur zelfstudie en 10 uur contactonderwijs. De leerlijn is een nieuw onderdeel in het curriculum, dat sinds september 2021 wordt aangeboden. Alle onderwijs binnen de leerlijn wordt verzorgd door de docenten van de afdeling Klinische Informatiekunde van het Amsterdam UMC. De leerlijn gaat over het hele proces van zorgdata verzameling tot de implementatie van kennis verkregen uit deze data in de praktijk. In masterfase 1 leren de studenten basisbegrippen van informatica, hoe het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) werkt ‘onder de motorkap’ en over de principes van ‘eenmalige registratie, meervoudig gebruik’. In masterfase 2 doen de studenten kennis op van methoden uit medische informatiekunde om vanuit zorgdata tot kennis te komen (kwaliteitsindicatoren, predictie modellen met behulp van machine learning) en om de nieuwverworven kennis ook in de praktijk te brengen (medische expertsystemen). Hierbij wordt ook aandacht besteed aan gebruiksvriendelijkheid, privacybescherming en ethische implicaties van zorginformatietechnologie toepassingen. De leerlijn wordt afgesloten met een mini-hackathon in masterfase 3 waarin studenten zelf met een innovatief zorginformatietechnologie idee voor de zorg mogen komen.

Joanna: “Ons doel is om de toekomstige artsen basiskennis en -vaardigheden aan te leren over deze onderwerpen en daarmee een geïnformeerde eindgebruiker te worden. Een nog mooier uitkomst zou zijn als we een deel van de studenten ook kunnen enthousiasmeren om in de toekomst als arts een actieve rol te gaan spelen bij de ontwikkeling en implementatie van zorginformatietechnologie innovaties.”

Azam: “Het is belangrijk dat studenten de mogelijkheden en beperkingen van zorginformatietechnologie innovaties kennen. We groeien immers steeds meer toe naar een muurloze gezondheidszorg. Door data te koppelen en te delen, treed je als zorgverlener buiten de muren van een instituut. Zorg moet geleverd worden als een geïntegreerd geheel, dus in afstemming met huisartsen, specialisten en paramedici. Data en zorginformatietechnologie bieden hier kansen voor.”

De aanleiding

Volgens Joanna, is kennis over kansen en beperkingen van EPD data, medische expertsystemen, en (machine learning) algoritmen onmisbaar in de huidige zorgpraktijk en zal dit steeds meer nodig zijn. Niet alleen bij coassistenten, maar ook bij huidige artsen. “De zorgsector staat voor grote uitdagingen: de bevolking vergrijst, en mede door toenemende multimorbiditeit neemt de zorgvraag exponentieel toe, terwijl de arbeidsmarkt steeds krapper wordt. Digitale transformatie wordt gezien als één van de grote oplossingen om deze kloof te dichten.”

Azam: “We hebben een belangrijke taak en dat is het veranderen van de mindset met betrekking tot zorgdata. De bewustwording dat we door middel van al dan niet geaggregeerde zorgdata betere zorg kunnen aanbieden, bijvoorbeeld, is nog lang niet tot iedereen aanwezig. De eenduidige registratie van kwalitatief goede zorgdata (het principe van “eenmalige registratie, meervoudig gebruik”), is een belangrijke opmaat om systemen met elkaar te laten communiceren en kunnen we de data optimaal benutten om voortdurend te leren en de juiste beslissingen te nemen. Dan wordt registratie geen verspilling, maar kunnen we eigen processen monitoren en zorg verbeteren.”

Datagedreven werken

Het lerend zorgsysteem vormt de kapstok voor de leerlijn.

Joanna: “Een lerend zorgsysteem is een systeem waarin we voortdurend leren van iedere patiënt over wat goed gaat en wat beter kan en die kennis direct terugvloeit naar de praktijk zodat er sneller optimalisaties doorgevoerd kunnen worden. Nu duurt het gemiddeld 17 jaar (!) voordat kennis uit onderzoek de praktijk bereikt. Om tot een systeem te komen zijn heel veel stappen nodig maar de brandstof is zorgdata van goede kwaliteit.”

Azam: ‘Op heel veel afdelingen binnen het ziekenhuis zijn we eigenlijk nog niet eens aanbeland bij het 2e stadium van datavolwassenheid op een schaal van 1 tot 5: het inzichtelijk maken van wat je nu eigenlijk doet als arts en het inzichtelijk maken van patiënten uitkomsten en deze inzichten bijvoorbeeld naast die van een collega leggen om zo door middel van een goede discussie van elkaar te leren, zonder waardeoordeel. We hebben vaak ook geen dashboard om te vergelijken. Bovendien is hier ook een cultuurverandering voor nodig. We moeten leren om de vele data die al her en der opgeslagen zit beter in ons voordeel te gebruiken. Registreer zorgvuldig en gebruik zorgdata om zorg te verbeteren. Dat scheelt uiteindelijk tijd. Heel veel tijd. Juist zo kun je de administratielast terugdringen en efficiënter werken. Ik zeg altijd: Verbeteren zonder data is als autorijden met een blinddoek om.’

Joanna: ‘Ik kan me voorstellen dat artsen terughoudend zijn om op deze manier data te hergebruiken. Want, zoals Azam eerder zei, het zorgvuldig registreren van data in het EPD zit nog niet in het DNA van de EPD gebruikers. Dit kan komen doordat er geen of onvoldoende afspraken zijn over waar en hoe te registreren. Diagnoses die ergens in een notitie van een arts ‘verdwijnen’, zijn veel minder makkelijk terug te vinden, niet door mensen en niet door de computer. En diagnose die in diagnoseregistratie met een code wordt vastgelegd is dat wel. Een bekende kreet uit data-science is garbage in, is garbage out. Met andere woorden als de registratie van data in het EPD niet goed is, dan kun je daar geen inzichten uit halen die je kunt vertrouwen. Niet voor de directe patiëntenzorg, niet voor de wetenschap en niet voor de bedrijfsvoering.”

Azam: “Toch moeten we niet wachten totdat alles in het EPD klopt. We moeten groeien in onze datavolwassenheid; de data beter benutten. Het belang van kwalitatief goede data moet bij iedereen bekend zijn. De zorg loopt mijlenver achter op andere sectoren. De Albert Heijn weet al welke boodschappen jij gaat doen, voordat je de winkel in loopt. Google kent jouw zoekgedrag beter dan jijzelf. Allerlei sectoren gebruiken voorspellende algoritmen om beleid om te maken. Puur op basis van voorspelling worden werkprocessen efficiënter ingericht. En als we dan kijken naar het economisch maatschappelijk belang van data: de personeelstekorten nemen verder toe en zorg wordt onbetaalbaar. Data kunnen een belangrijke rol spelen in het efficiënter inrichten van zorg. Bijvoorbeeld: we kunnen besluiten dat laagrisicopatiënten sneller in aanmerking komen voor zelfmanagement. Door data kunnen we deze laagrisicopatiënten identificeren. Bovendien kunnen we werken met handige tools voor zorg op afstand, zoals wearables, om te blijven monitoren.”

Uitdagingen

Azam: “De uitdaging voor de ZIT leerlijn ligt denk ik in het feit dat de supervisoren op zaal (AIOS, ANIOS en stafartsen) niet het onderwijs binnen de leerlijn hebben gevolgd en meesten ook niet op andere manier kennis hebben van zorginformatietechnologie. Dat maakt het denk ik lastiger om als leermeester de materie uit de leerlijn in de praktijk over te brengen, daarvoor is kennis over de voordelen van datagedreven werken nog onvoldoende in de praktijk.”

Joanna: “Eigenlijk is dus de generatie studenten die de ZIT leerlijn volgt eerder een leermeester voor de supervisoren. De studenten worden al tijdens hun masteropleiding meegenomen in het gedachtegoed van datagedreven werken, om uiteindelijk verandering te stimuleren. Er is een mooie uitspraak van een hoogleraar biomedical informatics aan Harvard Medical School Isaac Kohane: Computing may be the big 21st-century drug – let’s treat it just as responsibly. Waarmee hij bedoelt: bij de ontwikkeling en onderzoek rondom geneesmiddelen gaan we zeer zorgvuldig te werk en daar is ieder arts van doordrongen, laten we met dezelfde zorgvuldigheid omgaan met data en zorginformatietechnologie. We hopen dat de nieuwe generatie artsen ook hiervan doordrongen raakt.”

Omdat de leerlijn voor het eerst dit collegejaar draait, wordt er continu verbeterd en bij geschaafd aan de lesstof. Hierbij is het een uitdaging om de lesstof aan ene kant goed te laten aansluiten bij de onderwerpen van de onderwijsweken (just-in-time principe) en tegelijkertijd de technische materie zo uit te leggen dat de klinische relevantie voor de studenten duidelijk wordt. Joanna: “Ik hoop daarom dat studenten veel en concreet feedback geven bij evaluatierondes. Dat kunnen we goed gebruiken om de ZIT leerlijn te verbeteren.”

Uniek

Een leerlijn over ZIT in master geneeskunde is uniek in Nederland, en UvA-Amsterdam UMC is een heel geschikte plek om daar een voorloper in te zijn.

Joanna: “In Nederland zijn er slechts twee plekken met een afdeling Klinische Informatiekunde in een organisatie: Amsterdam UMC en Erasmus MC, en alleen de Amsterdam UMC afdeling verzorgt een zelfstandig  bachelor- en masterprogramma  Medische Informatiekunde. In aanvulling wordt ook een post-initiële masterprogramma Health Informatics voor zorgverleners verzorgt. Naast onderwijs wordt ook wetenschappelijk onderzoek rondom alle onderdelen van een lerend zorgsysteem uitgevoerd. Er is dus al veel kennis in onze organisatie die nu ook voor het onderwijs aan studenten van master geneeskunde wordt ingezet.”

De leerlijn biedt tevens invulling van de in het Raamplan Artsenopleiding 2020 opgestelde kerncompetenties, waaronder:

  • De juist afgestudeerde arts is in staat om adequaat en efficiënt gebruik te maken van medische informatiesystemen (m.n. elektronische patiëntendossiers) en hier mogelijkheden, aandachtspunten en grenzen van te benoemen.
  • De juist afgestudeerde arts heeft begrip van de noodzaak van en mogelijkheden voor innovatie van de gezondheidszorg. Deze kennis helpt de arts om bij te dragen aan kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de gezondheidszorg als onderdeel van het maatschappelijk handelen.
  • De juist afgestudeerde arts is in staat om relevante informatietechnologie te gebruiken voor medische zorgtoepassing.

Azam: “Als dokter volg je nascholingen, blijf je je kennis op peil houden. Maar als het gaat om goed gebruik van het EPD en benutting van data uit het EPD, iets waar we dagelijks veel uren aan kwijt zijn, investeren we eigenlijk maar minimaal. En natuurlijk; het EPD moet gebruikersvriendelijk zijn en intuïtief maar we moeten er wel mee leren werken. We hebben nu een weg gevonden om te overleven in een digitaal systeem, maar als we meer digitale vaardigheden zouden leren, zouden we er uiteindelijk ook minder tijd aan kwijt zijn. Dus als je mij vraagt of zorginformatietechnologie de beste oplossing is, zeg ik ja. Het is de enige oplossing, maar dan moeten mensen in het werkveld hier ook in investeren en vanaf het begin betrokken zijn, zodat het waardevol is voor de eindgebruiker. Daar draagt deze leerlijn aan bij.”

Meer informatie over ZIT?

Kijk op CANVAS!