TLC-Centraal
ACTAAcademisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam
EBEconomie & Bedrijfskunde
FdGFaculteit der Geneeskunde
FdRFaculteit der Rechtsgeleerdheid
FGwFaculteit der Geesteswetenschappen
FMGFaculteit der Maatschapij- en Gedragswetenschappen
FNWIFaculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
TLC-Centraal
ACTAAcademisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam
EBEconomie & Bedrijfskunde
FdGFaculteit der Geneeskunde
FdRFaculteit der Rechtsgeleerdheid
FGwFaculteit der Geesteswetenschappen
FMGFaculteit der Maatschapij- en Gedragswetenschappen
FNWIFaculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
Aan het begin van je college is het waardevol om te weten hoe het met je studenten gaat: Waar staan ze? Wat houdt hen bezig? Welke vragen hebben ze? Deze vragen kunnen zowel hun sociale en emotionele welzijn betreffen als hun leren. De informatie die je als docent hiermee krijgt, geeft je informatie waar je gedurende de rest van het college op aan kunt sluiten. Je kunt bijvoorbeeld beginnen met ze een BBB-schema in te laten vullen: een schema met drie kolommen. Na een korte introductie van het thema van het college, laat je studenten in steekwoorden in de eerste kolom (Bekend) invullen wat ze al weten van het onderwerp en in de tweede kolom (Benieuwd) welke vragen ze over het onderwerp hebben. Aan het eind van het college vullen ze de derde kolom (Bewaard) in: wat nemen ze mee.
Een check-in is een vaak kleine activiteit aan het begin van een bijeenkomst met een vraag of een paar korte vragen aan je studenten om iets van hen te weten te komen. Met de antwoorden kun je bepalen wat de studenten nodig hebben en daarop inspelen: hebben ze bijvoorbeeld een extra uitleg nodig, een geruststelling over een toets, erkenning van een moeilijke situatie waar ze inzitten? Belangrijk is dus dat je de check-in doelbewust inzet: wat wil jij aan het begin van dat college van je studenten te weten komen? Welke informatie heb jij nodig om die les en de volgende lessen goed te kunnen geven door in te spelen op hun vragen, zorgen, behoeften? De informatie kun je laten inleveren, meteen bespreken of op inspelen tijdens de rest van het college.
Je kunt op meerdere gebieden vragen stellen. Met vragen over de leerstof kun je hun voorkennis snel in kaart brengen, misconcepties opsporen, vragen die een artikel heeft opgeroepen inventariseren, associaties bij een nieuw te behandelen thema oproepen, etc. Voor een snelle activiteit kun je oefentoetsvragen gebruiken met meerkeuzeantwoorden. Je kunt vragen naar feiten, verbanden, meningen, associaties, definities.
Voorbeeldvragen zijn: Wat heeft concept x voor een relatie met concept Y? Welke rol speelt concept X in jouw leven? Welke gevolgen heeft X voor Y gehad? Wat was voor jou het belangrijkste punt in artikel Z? Schrijf in max 10 woorden een definitie op van X, vergelijk die met je buurman en maak er samen één goede van.
Met vragen naar het welzijn van studenten kun je te weten komen wat je studenten bezighoudt, welke zorgen ze hebben, welke successen ze recentelijk hebben ervaren, hoe ze over een groot nieuwbericht denken. Het is vooral bij vragen naar welzijn die je plenair bespreekt, extra belangrijk om een veilig leerklimaat neer te zetten. Iedereen luistert actief naar elkaar, met empathie, zonder discussie. Je kunt met vragen naar welzijn je studenten beter leren kennen, de groepscohesie versterken, even ruimte geven aan zaken die spelen en het leren in de weg zitten.
Voorbeeldvragen zijn: Hoe kan dit college het beste aansluiten op wat je nodig hebt om goed te leren? Wat vind je interessant aan dit onderwerp? Wat ging er goed afgelopen week? Wat is er deze week beter dan vorige week? Waar zou je je medestudenten les in kunnen geven? Welk cijfer zou je jezelf geven voor {inzet, motivatie, leesvaardigheid, etc}?
Als er echt grote zaken spelen, dan is de aanpak van een check-in net anders. Bekijk hiervoor een stappenplan hoe je een check-in dan kunt aanpakken.
Bepaal het doel: wat wil je bereiken met de check-in? | Wil je hun voorkennis activeren? Wil je weten waar ze tegenaan lopen bij het lezen van een artikel? Wil je hun begrip checken van een aantal belangrijke concepten? Of wil je weten wat er in de groep speelt? Hoe het met ze gaat? | |
Formuleer de vragen die je nodig hebt om de informatie te krijgen die je wilt krijgen. | Om ervoor te zorgen dat je je doel kunt halen is het belangrijk de vragen concreet en specifiek te formuleren. Daarmee vergroot je de kans dat ze de informatie opleveren die je zoekt. | |
Bedenk de vorm waarin je de vragen stelt en de antwoorden laat geven en schrijf de instructie. |
Behalve met de hoeveelheid en soort vragen, bepaal je ook met de vorm de lengte van de activiteit. Voor het checken van een concept kun je bijvoorbeeld een meerkeuzevraag door iedereen laten beantwoorden. Dat kost weinig tijd. Als je de antwoorden ook in een Wooclap laat zetten, geeft dat een overzichtelijk resultaat waaruit je snel je conclusies kunt trekken.
Afhankelijk van je doel, kun je ook een open vraag stellen, iedereen een kort antwoord op laten schrijven en een rondje maken om van iedereen het antwoord terug te horen.
Bekijk een lijst (ENG) met veel geschikte werkvormen die je kunt inzetten. |
|
Voer de check-in uit. |
Zeker als je vraagt naar welzijn van studenten, is een veilig leerklimaat een voorwaarde. Actief luisteren, open communicatie, geen discussies, positieve taal zijn enkele belangrijke ingrediënten. |
|
Verzamel de antwoorden en analyseer | Je kunt op verschillende manieren zicht krijgen op de antwoorden: door een (digitale) inventarisatie, bijvoorbeeld een woordwolk op het bord, een geeltje met een antwoord in een categorie geplakt op het whiteboard. Vingers laten opsteken wie antwoord a heeft, b heeft etc. Op basis van de antwoorden analyseer je welke informatie je nu hebt. Zo kun je uit de woordwolk opmaken welke associaties ze bij een concept hebben, uit een meerkeuzevraag welke misconcepties er nog in de groep leven en bij een rondje hoe de stemming van je studenten is. | |
Bied passende ondersteuning. | Nu kun je je handelen aanpassen op de informatie die je hebt gekregen. Leven er veel misconcepties? Dan kun je een concept opnieuw uitleggen. Heb je de associaties in beeld? Dan kun je die gebruiken in je uitleg. Is de stemming van studenten goed? Dan kun je door met je college. | |
Evalueer je check-in | Als je terugkijkt naar de les, kun je evalueren in hoeverre je check-in het mogelijk maakte om in te spelen op wat de groep nodig had. Uiteraard kun je ook je studenten meenemen in de evaluatie. In hoeverre voelen zij zich gezien en gehoord? Trek je conclusies en maak eventuele aanpassingen in je check-ins. |